Aan de Seine met Van Gogh, Signac en Seurat

Vincent van Gogh wandelde graag aan de randen van Parijs. Aan de Seine experimenteerde hij met felle kleuren en nieuwe motieven. In het Van Gogh Museum is zijn werk te zien naast tijdgenoten als Paul Signac en Georges Seurat.

Vincent van Gogh was een schilder van het platteland. In Brabant schilderde hij harde boerenbestaan. In 1886 verhuisde hij naar Parijs en kwam hij tussen gebouwen terecht. Om de drukte te ontvluchten, liep Van Gogh graag door de velden aan de rand van de stad. Op het schilderij ‘Aan de stadrand van Parijs’ zien we hem met een doek op zijn rug gebonden en een penseel in de hand. In de velden vond hij de rust en het landschap terug.

Asnières

Vanaf de rand van Parijs was het ongeveer een uur lopen naar de Seine bij Asnières. Het was een afwisselende omgeving. Zo waren er grote fabrieken bij Clichy en St Ouen, maar was het ook een recreatiegebied. Op mooie dagen trokken de stadsbewoners naar eiland Grand Jatte om met een roeibootje het water op te gaan. In de schilderijen van Van Gogh zien we de roeiboten in het water met op de achtergrond de bruggen en fabrieken.

De tochtjes naar Asnières betekende een omslag in het werk van Van Gogh. In vergelijking met zijn eerdere werken zijn de schilderijen veel kleurrijker. Vincent schreef erover aan zijn zus Wil: “Tijdens het schilderen in Asnières zag ik meer kleuren dan ooit tevoren.” Vooral in de weerspiegelingen in het water durft Van Gogh helemaal los te gaan, blauw, groen, en zelfs fel rood.

Signac aan de Seine

De ontwikkelingen in het werk van Vincent van Gogh waren mede ingegeven door zijn ontmoetingen met andere kunstenaars. Zo schilderde hij vaak samen met Paul Signac, die bij Asnières woonde. In het Van Gogh Museum is te zien hoe Signac dezelfde locaties schilderde in verschillende seizoenen en weersomstandigheden.

Onder invloed van Signac ging Van Gogh fellere kleuren gebruiken in zijn schilderijen. Waar zijn eerste schilderijen in Parijs nog ingetogen kleuren tonen, zien we in de werken van de Seine we voor het eerst felgeel, groen en blauw. De periode is zo bepalend voor de ontwikkeling van Van Gogh.

Seurat

Van Gogh en Signac probeerden een impressie te geven van de werkelijkheid en de kleuren van het seizoen. Ze schilderde vaak in de openlucht en werkte in hoog tempo. In het Van Gogh Museum is te zien dat Georges Seurat totaal het tegenovergestelde deed. Seurat maakte tientallen kleine olieverf schilderijtjes van dezelfde plek. Eindeloos zoekend naar de beste compositie, kleur en schaduwwerking.

Pas later thuis in het atelier werkte hij de schetsen uit tot schilderijen op groot formaat. Hij plaatste hierbij puntjes van verf in primaire kleuren naast elkaar. Op afstand zetten je ogen de puntjes om een mengkleur. Deze techniek kwam bekend te staan als het pointillisme. Seurat probeerde het uit aan de Seine en al snel namen Signac de techniek over.

Hoogtepunt ontbreekt

Het Van Gogh Museum ontwikkelde de tentoonstelling over de Seine samen met het Art Institute in Chicago. In dit museum hangt het meesterwerk van Georges Seurat “Een Zondagmiddag op het La-Grande-Jatte-eiland“. Op het eind van de expositie zijn verschillende olieverfschetsen voor dit meesterwerk te zien. In Chicago waren deze paneeltjes de opmaat naar het ultieme Seine-schilderij “Een Zondagmiddag op het La-Grande-Jatte-eiland“. Maar helaas is dit schilderij niet meegereisd uit Chicago naar het Van Gogh Museum.

Ook de drieluiken die Vincent van Gogh aan de Seine maakte, zijn helaas niet in zijn geheel te zien. De tentoonstelling in het Van Gogh Museum kabbelt hierdoor een beetje voort. Er zijn tientallen mooie schilderijen te zien van de omgeving van Asnières. Maar zo spetterend als recente exposities in het museum over Van Goghs Laatste Maanden en Klimts inspiratie wordt het nergens.

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven