Musée d’Orsay zet de tijdmachine op 1874

Claude Monet - Coquelicots

Radicaal, kleurrijk en modern: de schilderijen van impressionistische kunstenaars waren zo vooruitstrevend dat ze niet welkom waren op de officiële salon. Zo staat het in de kunstboeken toch? In de jubileumtentoonstelling over 150 jaar impressionisme (1874-2024) in het Musée d’Orsay blijkt dat we dit beeld moeten bijstellen. Hoe vernieuwend waren de eerste impressionisten nou echt?

Het verhaal over de opkomst van het impressionisme is vaak verteld. Een groep jonge kunstenaars zette zich af tegen de kunst van de academie. Ze gingen schilderen in de buitenlicht met overdadige licht. Hierdoor ontstonden kleurrijke schilderijen, met een losse penseelstreek. Er is moest immers snel geschilderd worden, want de omstandigheden buiten konden snel veranderen. Voor Monet zat hier de essentie van het impressionisme: “Voor mij bestaat een vaststaand landschap niet, omdat het uiterlijk ervan elk moment verandert”. De impressionisten probeerden dit ‘moment’ te vangen op het doek.

Tijdmachine

Op 15 april 1874 opende in het voormalige atelier van Nadar aan de Boulevard des Capucines de eerste tentoonstelling van de impressionisten. Voor de tentoonstelling “Paris 1874: Inventer l’impressionisme” heeft het Musée d’Orsay geprobeerd zoveel mogelijk van de 200 schilderijen uit deze eerste impressionisme-tentoonstelling opnieuw bij elkaar te krijgen. Het Musée d’Orsay is zo als een tijdmachine waarin je teruggaat naar 1874. Beroemde schilderijen van Monet, Degas en Renoir hangen zo naast vergeten kunstenaars als Édouard Brandon en Édouard Béliard.

In het Musée d’Orsay blijkt dat de vernieuwingen van het impressionisme in 1874 nogal meevielen. Paul Cézanne schilderde bijvoorbeeld een relatief klassiek landschap. Waar zijn nou die felle kleuren? Of dat overdadige licht? Cézanne is qua kleurgebruik en compositie zijn niet anders dan bijvoorbeeld Corot. Ook Degas is deze vroege jaren nog een echte realist. De danseresjes waar hij zo beroemd mee zou worden, schildert hij ingetogen en met veel detail. Het schilderij is duidelijk niet ter plaatse geschilderd, maar waarschijnlijk gewoon in het atelier. Nee, niet iedere impressionist was in 1874 al erg vooruitstrevend.

Vernieuwing

Waarom ervaarden de bezoekers de tentoonstelling in 1874 dan toch als choquerend en extreem? In het Musée d’Orsay blijkt dit vooral te komen door een handvol vooruitstrevende kunstenaars. Zo exposeerde Claude Monet in 1874 de instant-klassiekers ‘Impression, soleil levant‘, ‘Coquelicots’ en ‘Boulevard des Capucines’. Het zijn werken waar alle impressionistische kenmerken in te vinden zijn: licht, kleur, losse toets en schilderen in de openlucht.

Misschien onverwacht, maar ook de schilderijen van Berthe Morisot tonen deze vernieuwende stijl. Als vrouwelijke kunstenaar had ze veel minder vrijheid om alleen te schilderen, vaak staat daarom haar jongere zusjes Edma afgebeeld op de schilderijen. We zien Edma in “La Lecture” lezend in het gras. Het is een feeëriek schilderij waarin de bloemetjes in het grasveld overlopen in de witte jurk. De losse toets, het intieme moment, Morisot was in 1874 duidelijk vooruitstrevender dan Cézanne of Degas.

Boudin

Rijen dik staan de bezoekers bij “Impression, soleil levant”, het schilderij dat het impressionisme zijn naam gaf. Bij de tentoonstelling in 1874 schreef criticus Louis Lerou: “Wat stelt dit schilderij voor? Indruk! [Fr: Impression!] Indruk, ik wist het zeker. Ik zei ook tegen mezelf, aangezien ik onder de indruk ben, moet er een bepaalde indruk in zitten”. Later omarmden de kunstenaars het impressionisme als naam voor hun groep.

Het schilderij hangt normaal in het Musée Marmottan Monet aan de rand van Parijs, maar is voor de tentoonstelling tijdelijk verhuisd naar het Orsay. Hier wordt het tentoongesteld naast pastelschetsen van Eugène Boudin. Hij schetste de kleureffecten van de lucht op verschillende tijdstippen van de dag. Het is ongelooflijk als je bedenkt dat deze schetsen 15 jaar eerder werden gemaakt, dan Monets schilderij. De invloed van Boudin, met wie Monet samenwerkte aan de Normandische kust, is onmiskenbaar. Onterecht is Boudin tegenwoordig grotendeels vergeten.

Salon

Niet alle moderne kunstenaars wilden exposeren op de eerste tentoonstelling van de impressionisten in de studio van Nadar. Edouard Manet en Eva Gonzalès hielden vast aan de officiële salon. Met wisselend succes. Opvallend genoeg werd Manets ‘Le Chemin de fer’ toegelaten, een vrij modern werk over een rijke vrouw met op de achtergrond de trein. Maar Eva Gonzalez ‘Une loge aux Italiens’ kwam niet door te strenge selectie.

Juist door te focussen op de salon en de impressionisten-tentoonstelling van 1874 blijkt dat we ons beeld van het impressionisme moeten bijstellen. Niet alle impressionistische kunstenaars waren in 1874 al erg vooruitstrevend en de salon liet modernere werken toe dan mensen vaak denken. Moeten we de hele kunstgeschiedenis nu herschrijven? Nee, waarschijnlijk niet, maar misschien kunnen we vernieuwers als Morisot en Boudin de eer geven die ze verdienen.

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven