de Danseresjes van Edgar Degas

Edgar Degas schilderde ruim dertig jaar lang danseresjes. De sierlijke meisjes op het toneel tonen een wereld vol pracht en praal. Maar in werkelijkheid was het theater een plek vol machtsmisbruik.

Het zaallicht dimt, de gordijnen gaan open en de zaal stapt een nieuwe wereld binnen. Het is de magie van het theater, waar decors, muziek en dans de dagelijkse beslommeringen doen vergeten. Edgar Degas was verzot op het theater. Hij was een frequent bezoeker van de Opéra Garnier, waar hij inspiratie opdeed voor zijn schilderijen.

Opéra

Degas toont zelden het daadwerkelijke toneel. Op zijn schilderijen zien we vooral oefenruimtes, de orkestbak en de coulissen. Alsof Degas moedwillig de magie van het toneel wil verbreken en de verhalen achter het toneel wil laten zien. Het harde werk en de moeilijke omstandigheden van de dansers en muzikanten.

Zo waren de oefenruimtes toegankelijk voor rijke abonnementhouders. Het was een gek systeem, dat seksueel en machtsmisbruik bevorderde. Rijke abonnées steunden danseresjes financieel, maar zagen hier ook graag wederdiensten voor terug.

Hoewel Degas pas laat in zijn leven zo’n abonnementhouder werd, had hij soms ook toegang tot de oefenruimtes. In de vroege schilderijen zien we daarom vooral danseresjes met hun docent. Op de doeken van de oefenruimtes zijn op de achtergrond soms toeschouwers te zien.

Atelier als theater

Degas was in essentie een traditionele kunstenaar. Hij schetste scenes tijdens zijn bezoeken aan de opera, maar schilderde de uiteindelijke doeken altijd in zijn atelier. Het atelier was zijn theater. Hij nodigde modellen uit om voor hem te poseren. Tijdens de poseersessies met de sierlijke bewegingen van de jonge meisjes bestudeerde hij het menselijk lichaam. “Mensen noemen me de schilder van dansende meisjes. Het is nooit bij hen opgekomen dat mijn grootste interesse in dansers ligt in het weergeven van beweging en het schilderen van mooie kleding.”

Eind 19e eeuw was fotografie nieuw en Degas was een van de vroegste kunstschilders die foto’s gebruikte ter voorbereiding van zijn werken. In het werk ‘de Blauwe Danseressen’ is het gebruik van fotografie goed te zien. De linker danseres is letterlijk overgenomen. Ook in de werken van het orkest kiest Degas vaak een fotografisch kader.

Realisme

Edgar Degas exposeerde samen met de impressionisten. Maar in veel schilderijen toont Degas zich vooral als realist. In bovenstaande schilderijen van het orkest zijn de muzikanten bijvoorbeeld levensecht. Ook zijn kleurgebruik is traditioneel. Bij een tentoonstelling van het werk van Monet zei Degas: “Ik stap op, al die weerspiegelingen in het water doen pijn aan mijn ogen.” Degas stond dus niet onverdeeld positief tegenover de felle kleuren van het impressionisme.

Pas vanaf 1900 doen de felle kleuren hun intrede in zijn schilderijen. Door een oogziekte kon Degas steeds minder goed zien. Maar toch bleef hij danseresjes schilderen. Geïsoleerd van hun omgeving, zonder herkenbare achtergrond of locatie, voelen deze latere danseresjes droomachtig. Toen Degas rond 1908 vanwege blindheid helemaal moest stoppen met werken, had hij ruim 30 jaar danseresjes geschilderd.

4 gedachten over “de Danseresjes van Edgar Degas”

  1. Met heel veel plezier maar vooral interesse volg ik Jeroen en lees alle artikelen! Een diepe buiging voor hem.
    Dank dank, Jeroen!

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven