Eind 19e eeuw werden in Egypte honderden mummieportretten gevonden. Door bedenkelijke kunsthandeltjes kwamen de portretten in musea over de hele wereld terecht. Maar dit najaar zijn 38 mummieportretten weer samen te zien in het Allard Pierson Museum. Hoe maakten de Egyptenaren de portretten zo levensecht?
Al duizenden jaren voor Christus lieten farao’s, priesters en andere Egyptische aristocraten hun lichaam mummificeren. Ze conserveerden hun lichaam zo voor een leven in het hiernamaals. Dankzij teksten en versieringen op hun tombes komen archeologen vaak veel te weten of hun leven. Maar hoe deze mensen eruit hebben gezien blijft een raadsel. Maar dit veranderde toen de Romeinen naar Egypte kwamen. Zij plaatsten een houten portret van de overledene in de mummie.



Portret van een man, ca. 250 na Chr. Lindenhout met tempera-beschildering. Musée du Louvre, Parijs
Portret van een man, 175–225 na Chr. Hout met tempera-beschildering. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden
Realistisch
In het Allard Pierson Museum zijn dit najaar 38 Egyptisch-Romeinse mummieportretten te zien. Indrukwekkend is het enorme realisme van de werken. Waar beelden van farao’s vaak geïdealiseerd zijn, zien we nu mensen van vlees en bloed. Hoewel de geportretteerden 2000 jaar geleden leefden, voelt het alsof je ze op straat zou kunnen tegenkomen. De mummieportretten zijn tijdloos.
Veel portretten tonen kinderen of jonge mensen. Uit onderzoek blijkt dat de leeftijd van de mummies past bij het uiterlijk op de portretten. Waarschijnlijk werden de schilderijen dus gemaakt nadat de persoon was overleden. De jonge leeftijd van veel mummies reflecteert de hoge kindersterfte en slechte levensverwachting uit deze tijd.


Portret van ‘Ammonios’, 225–250 na Chr. Linnen met encaustische beschildering. Musée du Louvre, Parijs.
Wasverf
De makers van de paneeltjes konden zulke realistische portretten maken door het gebruik van bijenwas. Pigmenten werden in de was opgelost. De was werd vloeibaar door het te verwarmen en kon als verf worden aangebracht op het doek. In het Allard Pierson Museum zijn mummieportretten van wasverf te zien naast portretten van tempera (verf op basis van eidooiers).
De glans en de textuur van de wasverf zorgt voor levensechte portretten. Bovendien is was een beetje licht-doorlatend, waardoor -net als met olieverf- in laagjes kan worden gewerkt. Al moesten kunstenaars snel werken, want de verwarmde was werd snel hard. Naast de gedetailleerde portretten in wasverf voelen de tempera schilderijen plat aan.


Portret van een jonge vrouw, 120–130 na Chr. Hout met encaustische beschildering. Reiss-Engelhorn-Museen, Mannheim
Romeinse invloed
In het Allard Pierson Museum valt op hoeveel invloed de Romeinse cultuur op Egypte had. Ondanks dat de Romeinse keizer zelden in Egypte was en de province werd geregeerd door lokale notabelen, namen de Egyptenaren veel Romeinse gebruiken over. In de tentoonstelling zijn bijvoorbeeld beelden te zien van Romeinse goden in een Egyptisch jasje.
Egypte was ook eeuwen een Griekse provincie geweest. Toch waren de Grieken lang niet zo succesvol in het opleggen van hun cultuur aan de Egyptenaren. Het is dus bijzonder hoe succesvol de Romeinen waren in het verspreiden van hun ideeën. De mummieportretten zijn een soort mengeling van Romeinse en Egyptische culturen. Daarmee zijn het niet alleen schitterende schilderijen, maar ook belangrijke relikwieën van de gedeelde Romeins-Egyptische geschiedenis.
