Signac vond in de haven van Rotterdam het Nederlandse licht

Rond 1900 reisde Paul Signac meerdere keren naar Nederland. In ons land raakte hij geïnspireerd door de bedrijvigheid in de haven van Rotterdam. Zijn pointillistische techniek leende zich perfect voor de Nederlandse lichtval. Hoe keek Signac naar Nederland?

Op aanrader van Jan Toorop kwam Paul Signac rond 1895 naar Nederland. Hij verbleef in kunstenaarshotel Spaander in Volendam. In 2010 werd in de kunstcollectie van het hotel nog een aquarel teruggevonden, die Signac tijdens zijn verblijf moet hebben gemaakt.






Paul Signac – Schilderijen die hij maakte tijdens zijn verblijf in Nederland van 1906-1907
Rotterdam
Signac kwam terug in Nederland in 1906 om de haven van Rotterdam te schilderen. Het kleurenspel tussen water en lucht, maar ook de bedrijvigheid van de haven, grepen zijn enthousiasme. Op de achtergrond schilderde hij de Willemsspoorbrug, die in 1994 is gesloopt. Het deed kunstcritici denken aan de schilderijen van de Thames, die Monet maakte in Londen.
Signac schilderde in pointillistische stijl, waarin hij puntjes van de kleur dicht bij elkaar plaatste. Hij werkte vooral met paars en blauw om het heldere Nederlandse licht goed te vangen. In vergelijking met de vervaagde kleur van Monet, die de Londens mist uitbeeldden, zijn de schilderijen van Signac helder en open.
Signac maakte vanuit Rotterdam ook uitstapjes naar Overschie, waar hij de molens aan het kanaal schilderde. Hier maakt het paars van de industriële rook plaats voor witte wolkenluchten en groen langs de kades. Signac was een meester om met kleur de lichtval en de sfeer te vangen.

Maximilien Luce
In het voorjaar van 1907 exposeerde Signac zijn belangrijkste Rotterdamse schilderij op de salon des indépendents. Hier werd het gezien door Maximilien Luce, die later dat jaar samen met Kees van Dongen zelf naar Rotterdam reisde. Hij maakte tientallen werken van de havens en ook enkele molenlandschappen.
Hij bezocht het Rijksmuseum en het Mauritshuis om de oude meesters te bestuderen. Ook Luce verwonderde zich over het Nederlandse licht, dat hij ‘zilverachtig’ noemde. In zijn schilderijen is te zien dat hij de lichtval bestudeert door verschillende momenten op de dag te schilderen. Waar Signac’s werken baden in overvloedig licht, toont Luce vaak de randen van de dag: de zonsopkomst, de schemering of de donkere lucht voor een regenbui.





Maximilien Luce – de Haven en Molens van Rotterdam
Pointillisme in Nederland
Naast Signac en Luce hebben ook andere pointillistische kunstenaars, als Henri Edmond-Cross, Nederland bezocht. De Vlaamse kunstenaar Theo van Rysselberghe, reisde vanuit Vlaanderen enkele keren naar Zeeland om de Nederlandse dorpjes aan het water te schilderen.
De markante toren van het stadhuis van Veere was een favoriet beeld om aan de waterkant te laten zien. De weerspiegeling van de torenspits in het water, schilderde Van Rysselberghe met zachtere kleuren. De regenboog aan de lucht lijkt wel erg geïdealiseerd zo boven de torenspits, en past eigenlijk niet goed bij het heldere weer.


Signac en zijn tijdgenoten kwamen dus niet naar Nederland voor de idyllische plaatjes van molens en bootjes, zoals Monet. Ze vonden in Nederland de moderniteit van het havenstad Rotterdam, maar werden vooral gegrepen door het heldere licht. Hun pointillistische schildertechniek was ideaal om kleine schakeringen in de lucht op in het water op het doek te zetten.
Lees ook onze andere delen uit de zomerserie over buitenlandse kunstenaars in Nederland!