Rijksmuseum geeft slavernij een gezicht

Jarenlang werkte het Rijksmuseum aan een grote tentoonstelling en een boek over het Nederlandse slavernijverleden. Aan de hand van persoonlijke verhalen belicht het museum bekende en onbekende aspecten van de slavernij. Maak vanaf aanstaande zaterdag kennis met de verhalen van Wally, Oopjen en 8 anderen!

Wally werkte op een suikerplantage aan de Surinamerivier, waar hij suikerriet moest snijden. Het was zwaar werk. Wally was één van de 156 tot slaaf gemaakte mensen op de plantage van Jonas Witsen. Er waren vaak conflicten op de plantage. Over de kippen en de varkens die Wally hield bijvoorbeeld. Volgens opzichter Christiaan Westphaal zorgden zij voor schade aan de plantages. Wally kreeg daarom te maken met zware straffen.

Dankzij de archiefstukken van de plantage weten we nu Wally’s naam en zijn trieste geschiedenis. Juist zijn persoonlijke verhaal zorgt ervoor dat je het onrecht, de strijd en de gevolgen van de slavernij beter kan begrijpen. Het Rijksmuseum vertelt daarom de komende maanden het verhaal van 10 mensen die direct te maken hadden met de slavernij.

Oopjen
Een onverwachte hoofdrolspeelster in de tentoonstelling is Oopjen Coppit, wiens portret vijf jaar geleden nog vol trots gepresenteerd werd. Uit onderzoek van het Rijksmuseum blijkt nu dat zij flink profiteerde van de slavernij. De familie van haar man Marten Soolmans was rijk geworden dankzij hun suikerraffinaderij, die direct afhankelijk was van de plantages in Zuid-Amerika.

Maar het verhaal gaat verder. Oopjens’ tweede man, Maerten Daey, werkte zelfs voor de WIC in Brazilië. Hij verwekte daar een kind bij een tot slaaf gemaakte vrouw. Uit het levensverhaal van Oopjen blijkt hoe de Europese rijkdom direct verband hield met de slavernij in de koloniën.

Rembrandt van Rijn – Marten Soolmans & Oopjen Coppit

Surapati
In Nederland zelf was slavernij in de Gouden Eeuw verboden. Toch staan op een uitbundig schilderij van de familie Cnoll, twee tot slaaf gemaakte mensen als bedienden afgebeeld. De jongen heette Surapati en draagt een kniebroek, een openstaand jasje en een vaandel. Op het schilderij staat Surapati als onopvallende bediende afgebeeld in de schaduw. Maar later ontsnapte hij uit zijn gevangenschap en kwam tegen de Nederlandse overheerser in opstand. Surapati wordt in Indonesië daarom als nationale held gezien, als de eerste echte vrijheidsstrijder.

Surapati is een goed voorbeeld van de slavernij in Oost-Indië. Vaak denken mensen aan bij slavernij alleen aan de vele Afrikaanse tot slaaf gemaakte mensen, die naar Amerika en de Caraïben werden gebracht. Maar ook in Azië heeft op grote schaal slavernij plaatsgevonden.

Jacob Coeman – Surapati en een tot slaaf gemaakte bediende naast de familie Cnoll

Boek
Naast schilderijen zijn in de tentoonstelling ook veel voorwerpen uit het slavernijverleden te zien. Een ketel waarin suikerriet werd verwerkt en ketenen waarin tot slaaf gemaakte mensen werden vastgehouden. Het zijn confronterende sporen van een lang verzwegen geschiedenis.

Als aanvulling op de tentoonstelling is bij uitgeverij Atlas Contact een boek uitgegeven waarin de 10 verhalen uitgebreider worden verteld. Juist in deze uitgebreidere verhalen in het boek blijkt dat het vaak nog niet meevalt om een goede geschiedschrijving van tot slaaf gemaakte mensen te geven. Vaak zijn er slechts weinig bronnen beschikbaar en worden de schrijvers daarom gedwongen om op algemenere feiten en verhalen terug te vallen om achtergronden te geven. Over Wally is bijvoorbeeld niet meer bekend dan in de verslagen van de plantage zijn beschreven.

Het boek is geschreven door zeven schrijvers, die ieder ook betrokken zijn geweest bij de tentoonstelling. In de tekst zijn hierdoor grote stijl en kwaliteitsverschillen te zien. De toegankelijke teksten van Eveline Sint Nicolaas weten vaak vloeiend de stap te maken van het persoonlijke naar het grotere verhaal. Ze laat zien dat het verhaal van Wally niet op zichzelf staat, maar exemplarisch is voor talloze andere tot slaaf gemaakten. Valika Smeulders daarentegen gunt zichzelf meer vrijheid. Ze maakt meer aannames, waardoor teksten vaak onnodig speculatief worden en verder af komen te staan van de echte geschiedschrijving.

Het Rijksmuseum zet met “de Slavernij” een actuele en invloedrijke tentoonstelling neer, die een belangrijke bijdrage levert aan het debat over hoe we de slavernij een plaats geven in onze geschiedenis en ons onderwijs. De tentoonstelling is een must-see en vanaf zaterdag eindelijk te bezoeken!

Slavernij
Eveline Sint Nicolaas, Valika Smeulders, e.a.
Atlas Contact, 352 blz
27,99 euro

Jeroen de Baaij

Jeroen de Baaij (1987) is kunstliefhebber, recensent en hoofdredacteur van KunstVensters online kunstmagazine (www.kunstvensters.com).

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Erik schreef:

    Volgens wikipedia: “Oopjen Coppit, geboren in 1611, was telg uit een oud en vermogend regentengeslacht dat fortuin had gemaakt met handel in graan en buskruit. Oopjen kreeg 35.000 gulden mee als bruidsschat”.
    Schatrijk dus, al bij haar huwelijk maar geen enkele link met slavernij. Het gebruik van haar portret doet afbreuk aan geloofwaardigheid van de tentoonstelling, dat is jammer. Mijn portret zou beter passen, ik drink nog steeds koffie, vroeger zelfs met suiker, sorry. Ook kocht ik wel eens een tshirt voor 1,50, sorry.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: