Morgen zal minister Jet Bussemaker in Parijs bekend maken dat de aankoop van de twee portretten van Rembrandt definitief rond is. De werken zullen afwisselend in het Rijksmuseum en het Louvre worden getoond. De afgelopen weken is er een grote discussie ontstaan over de restauratie van de schilderijen. De Fransen zouden niet goed voor hun Rembrandts zorgen. Wat is er precies aan de hand?
Afgelopen jaar kwamen er onverwacht twee grote portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit, geschilderd door Rembrandt van Rijn, op de markt. De rijke bankiersfamilie Rothschild wil de werken verkopen en dus probeerde het Rijksmuseum samen met de Nederlandse overheid de benodigde 160 miljoen bij elkaar te krijgen. Omdat de Franse overheid de werken niet zomaar uit Frankrijk wilde laten vertrekken, kwam er al snel een compromis uit de hoge hoed: Nederland en Frankrijk kopen de werken samen en gaan de werken afwisselend in het Rijksmuseum en het Louvre laten zien.

Portretten in slechte staat
De portretten werden gemaakt in opdracht van de rijke handelaar Maerten Soolmans in 1634. Soolmans liet de portretten van hem en zijn vrouw maken ter gelegenheid van hun ophanden zijnde huwelijk. Het zijn de enige portretten van Rembrandt waarbij de geportretteerden staand en volledig zijn afgebeeld. Het is vrij uitzonderlijk om deze stijl te gebruiken voor een handelaar, omdat het meestal werd gebruikt voor edellieden en koningen.
Aanstaande maandag is minister van cultuur, Jet Bussemaker, in Parijs om de deal definitief te maken. Alle juridische en financiele vraagstukken worden dan afgerond. Ook zal dan besproken worden hoe de werken gerestaureerd gaan worden. De werken zijn niet in perfecte staat en hebben een goede schoonmaak beurt nodig. Het vernis is vergeeld en er zit een vuillaag op. Experts waarschuwden afgelopen maand in Een Vandaag dat het Louvre vaak tegen restauratie is en zijn eigen Rembrandt schilderijen verwaarloost. Maar is dit echt zo?
Restauratie: stijlen en meningen
Er bestaan in de kunstwereld verschillende meningen over hoe een restauratie moet worden uitgevoerd. Grofweg bestaan er twee stromingen: de Engelse/Amerikaanse manier waarbij werken grondig voor schoongemaakt, vernis wordt verwijderd en vaak kleuren flink worden bijgewerkt en de Franse/Italiaanse wijze waarbij werken zoveel mogelijk in originele staat worden gelaten en restauratie zich beperkt tot schoonmaken en de wegwerken van beschadigingen.
Ga eens in Londen naar de National Gallery en bekijk de Italiaanse schilderijen van de Renaissance. De werken zijn erg helder en fel van kleur, zo erg dat het soms bijna kitsch lijkt. Deze werken zijn verregaand gerestaureerd en met moderne verf bijgewerkt. Loop nou door dezelfde afdeling van het Louvre en je ziet veel donkere werken, vaak zelfs een beetje vergeeld door het ouderwetse dikke vernis. Deze werken zijn zoveel mogelijk in originele staat gelaten.
De Franse restaurateurs zijn bang om het werk te beschadigen. Hoevaak zijn werken in het verleden niet onherstelbaar beschadigd door slechte restauraties? Vaak gaan ze hierin zo ver dat ze zelfs de vergeelde vernis-laag niet geheel verwijderen bij restauratie. Het zijn vaak grote discussiepunten voor de conservatoren. Recent nog bij de restauratie van ‘Maria met Kind en Sint Anna’ van Leonardo da Vinci.

Is er echt een probleem?
Afgelopen weken werd er door Nederlandse experts hun zorg uitgesproken dat de doeken van Rembrandt niet voldoende gerestaureerd zouden worden. De experts wijzen erop dat het belangrijk is de vergeelde vernis-laag goed te verwijderen, omdat de oorspronkelijke kleuren zo beter zichtbaar worden. Zou het Louvre hier wel aan willen meewerken?
Bij de recente restauratie van het werk ‘Maria met Kind en Sint Anna’ van Leonardo da Vinci stond het museum voor eenzelfde probleem. Toen werd er een grote internationale commissie samengesteld om de restauratie te overzien. Zij besloten om de vergeelde vernislaag er in stapjes af te halen. Steeds een beetje verder. Na iedere laag werd er opnieuw gekeken of er genoeg weg was om de oorspronkelijk kleur te laten terugkomen. Ze probeerden te voorkomen dat te vlak en egaal werd, doordat er teveel zou worden weggehaald.
Het Louvre heeft dus aangetoond heel voorzichtig de voor- en nadelen van weghalen af te wegen. Bovendien neemt het museum die beslissing niet op eigen houtje, maar in overleg met internationale kenners. Het resultaat was een geslaagde restauratie van het werk van Da Vinci, waarin het vernis zeer vergaand is verwijderd. De kleuren zijn hierdoor weer helder, maar er is zeer voorzichtig gehandeld. We moeten dus niet bang zijn dat er slecht met de nieuwe schilderijen wordt omgegaan en de Fransen een beetje vertrouwen geven…
UPDATE 1-2-2016: Ondertussen is bekend geworden dat er inderdaad een internationaal team van experts is samengesteld dat de restauratie zal overzien. Eerst worden de portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit schoongemaakt in het atelier van het Louvre. Daarna zullen ze 3 maanden in het Louvre te zien zijn, om vervolgens voor drie maanden naar het Rijksmuseum te komen. Daarna zal een uitgebreide restauratie worden uitgevoerd in het Rijksmuseum, Amsterdam.