Zelfs na 500 jaar niet vergeten: Portretten uit de 16e eeuw!

Honderden mensen uit vervlogen tijden kijken je aan in de zalen van het Rijksmuseum. Dankzij portretten weten we nog wie ze zijn. De tentoonstelling “Vergeet met niet” toont pareltjes van de 16e eeuwse portretkunst. Maar er had veel meer in gezeten!

Robert Cheseman was een rijke Engelse burger die leefde aan het begin van de 16e eeuw. Hij was geen koning, hij was geen heilige en toch weten we 500 jaar na zijn dood nog wie hij was. Waarom? Hij liet door Hans Holbein een schilderij van zichzelf maken. Een statig driekwart-portret waar hij met een valk op staat afgebeeld. Al eeuwen vragen kenners zich af of hij valkenier is geweest.

In de tentoonstelling “Vergeet me niet” zijn 100 portretten uit de 15e en 16e eeuw verzameld. Hoewel sommige portretten vast gemaakt zijn om niet vergeten te worden, lijkt roem in de eigen tijd een belangrijkere drijfveer. Ook dit is goed te zien in het portret van Cheseman: een bontkraag, een gouden ring en een diepzwarte (dus dure) mantel. Hij lijkt wel een edelman!

Sofonisba

Het Rijksmuseum heeft gekozen voor een thematische indeling van de zalen: geloof, burgers, zelfportretten. Er hangen echte meesterwerken. Zo is uit het Nationaal Museum in Poznan een speels groepsportret overgekomen van Sofonisba Anguissola. Het doek toont haar zusjes tijdens een schaakspelletje. De rijkdom is hier ook aanwezig, in kleding en kettingen. Maar het is vooral vrolijkheid en plezier dat je blik vangt.

Hoewel in de expo dus schitterende doeken te zien zijn, zorgt de indeling op categorieën voor een vrij vlakke tentoonstelling. Je bekijkt en bewondert een individueel schilderij, maar je wordt nergens meegenomen in het grotere verhaal van de 16e eeuwse portretkunst. Jammer, want er is zoveel moois te zien!

Jan van Scorel

Neem bijvoorbeeld de schilderijen van Jacob van Oostsanen en zijn leerling Jan van Scorel. De Haarlemse burger in een zwarte mantel met bontkraag is schitterend. Stel hem voor met moderne kleren en hij zou zo de museumzaal binnenkomen lopen. Het ongekende realisme van Jan van Scorel is ondergewaardeerd. In het Rijksmuseum is goed te zien dat Nederlandse kunstenaars niet onderdoen voor beroemde tijdgenoten als Albrecht Dürer en Hans Memling.

Ook zijn in de tentoonstelling schitterende portretten van Italiaanse kunstenaars als Piero di Cosimo en Domenico Ghirlandaio te zien. Hieruit blijkt dat de Italianen het realisme van de Noordelijke Nederlanden imiteerden. Het klassieke beeld dat de Italiaanse kunst in de renaissance altijd voorop liep, wordt hiermee weerlegt.

Piero di Cosimo – Portretten van Giuliano and Francesco Giamberti da Sangallo
Jan Mostaert – Portret van een Afrikaanse Man

Vergeet me niet

De tentoonstelling zit vol werken van uitmuntende kwaliteit dankzij bruiklenen van over de hele wereld. Alleen de inspiratie om hiermee een boeiende tentoonstelling te maken, lijkt te hebben ontbroken. Het Rijksmuseum presenteert zo een tentoonstelling, die dreigt snel weer vergeten te worden.

Jeroen de Baaij

Jeroen de Baaij (1987) is kunstliefhebber, recensent en hoofdredacteur van KunstVensters online kunstmagazine (www.kunstvensters.com).

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: