Rembrandt van Rijn: Een leven lang experimenteren

De Nachtwacht, het Joodse Bruidje, Marten en Oopjen: Rembrandt van Rijn is de beroemdste kunstenaar van Nederland. Wie zijn werk bekijkt, ziet een kunstenaar die altijd experimenteert. Wat maakt de schilderijen van Rembrandt zo bijzonder?

Rembrandt van Rijn werd in 1600 geboren als zoon van een molenaar in Leiden. Na een blauwe maandag aan de Leidse universiteit ging hij in de leer bij kunstschilder Jacob van Swanenburg. Hij maakte deze eerste jaren vooral Bijbelse schilderijen en historiestukken. In zijn vroege schilderijen is de stijl vam Rembrandt nauwelijks te herkennen. Het palet is kleurrijk, de figureren zijn simplistisch. Maar tegelijk zie je een kunstenaar met oog voor compositie en detail.

Het is opvallend dat Rembrandt van Rijn in zijn vroege tijd alleen kleine schilderijen maakte. Tijdsgenoot Jan Lievens werkte in Leiden aan grote doeken en Rembrandt moet zijn werk gekend hebben. Rembrandt-expert Ernst van de Wetering denkt dat Rembrandt juist in de kleine werken kon experimenteren. Hij kon hiermee zijn technieken perfectioneren en werd een betere schilder.

Portretten

In 1631 verhuisde Rembrandt naar Amsterdam, waar hij voor kunsthandelaar Hendrick Uylenburgh ging werken. Plotsklaps gaat hij in de traditie van Frans Hals voornamelijk portretten schilderen. Hij neemt ook het donkere clair-obscure palet van de Utrechtse Caravaggisten in gebruik. Vooral rijke Amsterdammers, zoals importeur Nicolaes Ruts en kerkleider Johannes Uyttenbogaert, worden door Rembrandt geschilderd. 

Net als Lucas van Leyden maakte Rembrandt ook veel prenten. Zowel in zijn etsen als in zijn portretkunst zien we hem experimenteren met lichtval en schaduwen. Hij maakte in deze jaren talloze zelfportretten als vingeroefeningen om zijn stijl te verbeteren. In Amsterdam ontmoet Rembrandt ook zijn toekomstige vrouw Saskia van Uylenburgh, nichtje van zijn baas. Saskia komt veelvuldig voor in zijn schilderijen.

Persoonlijk leven

In 1642 schilderde Rembrandt de Nachtwacht voor de kloveniersdoelen. het dynamische groepsportret van de schutterij van Frans Banning Cocq zou uitgroeien tot zijn beroemdste schilderij. In 1715 werd de Nachtwacht bijgesneden omdat het doek in het stadhuis kwam te hangen. Sinds 1885 hangt het in Rijksmuseum met een kleine onderbreking in de Tweede Wereldoorlog.

Maar 1642 was voor Rembrandt vooral een jaar van groot persoonlijk leed. Saskia overleed op 29 jarige leeftijd aan tuberculose. Na haar overlijden neemt Rembrandt’s productie af. Hij schilderde minder portretten en koos vaker Bijbelse taferelen. Vaak zijn dit soort grote gebeurtenissen in het leven van Rembrandt aanleiding om iets nieuws te proberen. In de jaren 40 experimenteert hij bijvoorbeeld kortstondig met het schilderen van landschappen.

Vrouwen van Rembrandt van Rijn

Leerlingen

Vanaf het begin van zijn loopbaan heeft Rembrandt altijd leerlingen in zijn atelier gehad. Werken van Gerard Dou, Carel Fabritius en Arent de Gelder zijn soms nauwelijks van Rembrandt te onderscheiden.

Ook Govert Flinck en Ferdinand Bol werkten initieel in de stijl van Rembrandt. Later kregen ze grote opdrachten van de koninklijke familie en de stad Amsterdam en was hun werk meer gevraagd dan Rembrandt zelf. Onder invloed van Rubens en Jordaens hadden ze een meer classicistische stijl aangenomen met dynamische composities en meer kleurgebruik.

Late Rembrandt

Er is veel geschreven over de laatste moeilijke jaren van Rembrandt’s leven. Hij had een groot huis aan de Jodenbreestraat (tegenwoordig het Rembrandthuis) en leefde op grote voet. Tegelijk liep zijn productie terug en kreeg Amsterdam te maken met economische tegenslag door de Eerste Engelse Oorlog. Het leidde ertoe dat Rembrandt failliet ging.

Vaak is geschreven dat Rembrandt’s kunst niet meer in de mode was in zijn laatste levensjaren. Mogelijk komt dit doordat zijn werk van Claudius Civilis werd afgewezen voor het stadhuis. Toch kreeg Rembrandt tot het eind van zijn leven opdrachten uit heel Europa en vroeg hij hoge prijzen voor zijn doeken. Er was dus ook op het eind van zijn leven zeker markt voor zijn werk.

Mogelijk onder invloed van Titiaan en Frans Hals, ging Rembrandt met een steeds lossere toets schilderijen. In het Joodse bruidje en de laatste zelfportretten brengt Rembrandt de verf dik op het doek en laat hij kleuren in elkaar overlopen. Opnieuw maakt hij in deze tijd veel zelfportretten, alsof hij opnieuw wil experimenteren met de nieuwe mogelijkheden.

De werken uit deze laatste jaren, zoals de Staalmeesters en het Joods bruidje behoren tegenwoordig tot Rembrandt’s meest favoriete schilderijen. Als je de vroege Bijbelse stukken naast zijn laatste zelfportretten legt, zou je nooit verwachten dat ze door dezelfde man zijn gemaakt! Het is ongelooflijk hoe Rembrandt zijn stijl steeds bleef veranderen. Misschien was dat wel de sleutel tot zijn succes?

Etsen van Rembrandt

Meer artikelen uit de Canon van de Nederlandse Kunst:

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven