Nola Hatterman: Suriname in de spotlight

Nola Hatterman was een witte kunstenares geboren in Amsterdam. Toch schilderde ze voornamelijke zwarte mensen en verhuisde ze zelfs naar Suriname. Samen met haar leerlingen zette ze de Surinaamse kunst op de kaart!
Eigenlijk had Nola Hatterman actrice willen worden. Maar na enkele toneelrollen besloot ze zich toe te leggen op de schilderkunst. Ze bezocht nooit een kunstacademie, maar volgde lessen bij Gerrit Willem Knap, Vittorio Schiavon en Charles Haak. Dankzij deze contacten exposeerde ze in 1919 al met de onafhankelijken in Amsterdam.



Zwarte mensen
Haar doorbraak volgde met het schilderij “Op het terras”. Het werk toont Lou Richard Drenthe, die als trompettist en acteur werkte in Amsterdam. Zijn voorouders waren tot slaaf gemaakt en werkten op de suikerplantages. In 1925 kwam hij naar Amsterdam om aan de slag te gaan in de entertainmentindustrie. Hatterman schilderde hem in 1930. Ze vond hem “een aardige vent”.
Nola Hatterman schilderde veel Surinaamse modellen. Ze ontdekt dat de anatomie en de spieropbouw anders is bij zwarte en witte mensen. Ze vatte dit samen in de theorie van de rechthoek en de ovaal. Schilders leerden dat een kop als vierkant kan worden getekend, maar het hoofd van de zwarte mens is meer ovaal.



Suriname
In 1953 verhuisde Nola Hatterman definitief naar Suriname. Als witte vrouw integreerde ze moeiteloos in de Surinaamse samenleving. Ze maaket zich hard voor de Surinaamse onafhankelijkheid, ondanks of misschien wel omdat haar eigen familie een slavernijverleden had. Haar ooms bezaten plantages in Indië en haar vader werkte op een ‘koffiekantoor’ in Amsterdam.
Ook in haar kunstwerken krijgen deze thema’s een plek. Zo schilderde ze een monumentale serie over de Marrons, ontsnapte Surinaamse slaafgemaakten. Ze toont zo het pijnlijke gedeelde verleden van Nederland en Suriname.



Armand Baag
In Suriname geeft Hatterman ook les aan jonge kunstenaars. Armand Baag geldt als haar belangrijkste leerling. Baag zei naar Hatterman’s dood dat hij dankbaar was dat ze hem de schoonheid van zijn eigen mensen te zien. De Surinaamse identiteit is daarom het kernonderwerp van zijn werken.
Ondanks de soms zware thema’s toont Baag de felle kleuren van het Caribisch gebied. In een stijl die verwant is aan het expressionisme en symbolisme toont hij thema’s zoals de omgang met de natuur, spiritualiteit, de dood, sociale verhoudingen en politiek. Hoewel Baag een lange carrière had in Nederland en Suriname, wordt zijn werk pas relatief recent erkend. Tegenwoordig hebben Hatterman en Baag daarom een prominente plek in de vaste opstelling van het Stedelijk Museum.

Als oud student van het Nola Hatterman kunst accademi te Suriname (1972-74) weet ik uit ervaring dat één van de belangrijkste personen voor mevrouw Hatterman tevens docent op haar accademi de heer Jules Brandflu was. Nu kan het zijn dat ik het mis heb voor de periodes dat ik niet op de accademi zat. Maar tijdens onze periode (zo ‘n 30 studenten) was het meer dan duidelijk. Het allerbelangrijkste in haar leven was haar hondje. Ik heb mevrouw Hatterman leren kennen als iemand die heel weinig zei maar wel alles om haar heen byzonder goed observeerde en gek was van byzondere taferelen wat ze dan ook graag op het canvas vastlegde. Ook tijdens de lessen was dit onderdeel één van haar meest gegeven opdrachten.
Lees over Nola’s leerlingen ook het artikel van Priscilla Tosari ‘De waardering van de kunst begint bij de herkenning – ideologieën in de Surinaamse beeldende kunst’ in de bundel ‘Nola Hatterman: Geen kunst zonder kunnen’. Ellen de Vries, biograaf van Hatterman en samensteller van de bundel.
Ben afgelopen zaterdag in het Stedelijk Museum Amsterdam geweest naar de nieuwe tentoonstelling “De collectie van 1980 – Nu is te zien in Tomorrow is a Different Day. De collectie tot 1950 in Yesterday Today.” Het Stedelijk presenteert in drie delen de collectie op een nieuwe, thematische manier. Everyday, Someday and Other Stories, toont ontwikkelingen in de beeldende kunst en vormgeving vanaf de jaren 50 tot de jaren 80. Kunstenaars en vormgevers laten zien dat het een tijd is van nieuwe mogelijkheden en vooruitgang, van massacultuur, popcultuur en consumptie, maar ook van kritiek op de gevestigde orde. Door bekende werken uit de collectie te combineren met onbekendere, worden er andere verhalen verteld vanuit uiteenlopende perspectieven, en nieuw licht geworpen op de collectie van het Stedelijk. Uiteraard trof ik daar het werk aan van Nola Hatterman, waarbij ik meteen dacht aan uw artikel. Uiteraard aard in het weekend nog eens teruggebladerd. Treffend goed hoor!