Wereldfaam

Waar hing de Nachtwacht in de Gouden Eeuw?

De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn is het pronkstuk van het Rijksmuseum. Nederland’s meest beroemde schilderij werd echter geschilderd voor de portrettengalerij van een Amsterdamse schuttersvereniging. Wat waren de andere portretten in deze zaal? En waarom besloten de schutters om de Nachtwacht bij te snijden?

David Vinckboons – Swijgh Utrecht

De beveiliging van Amsterdam was in de Gouden Eeuw in handen van drie burgerwachten: de Kloveniers, de Voetboogschutters en de Handboogschutters. De Nachtwacht werd in 1642 geschilderd in opdracht van de Amsterdamse Kloveniers. Deze groep was genoemd naar het wapen dat ze droegen: de klover, een soort musketgeweer. Naast hun militaire taken hadden de kloveniers veel privileges. Ze hielden rijke banketten, een jaarlijks schietkampioenschap, indrukwekkende parades en hadden speciale kerkdiensten.

Kloveniersdoelen

Aan het begin van de 17e eeuw groeide de bevolking van Amsterdam snel. De succesvolle handel van de VOC en WIC zorgden ervoor dat de stad snel rijk werd en veel mensen aantrok. Door de snelle bevolkingsgroei moesten ook de burgerwachten rap uitbreiden. Volgens schattingen waren zo’n 10,000 Amsterdammers uiteindelijk lid van één van de drie burgerwachten.

Pieter Nolpe – Tableau Vivant aan de Vijgendam

Het hoofdkwartier van de Kloveniers, de stadstoren Swych Utrecht, werd te hierdoor klein. De kloveniers hadden uitbreiding nodig. In 1638, net voor het bezoek van de Franse koningin Maria de Medici, kwamen de nieuwe kloveniersdoelen gereed. Maria de Medici werd groots ontvangen in Amsterdam en de burgerwachten speelden hierbij een grote rol. Overal in de stad werden tijdelijke triomfbogen gebouwd, waarin theater in de vorm van tableaux vivants werd opgevoerd. Op tekeningen uit deze tijd is te zien hoe Maria de Medici in een koets langs de theaters werd gereden. Amsterdam liet zich van zijn beste kant zien!

de Groote Sael

Tijdens het bezoek van Maria de Medici diende de Groote Sael van de Kloveniersdoelen als belangrijke ruimte voor ceremonies en bijeenkomsten. Het is onbekend of Maria de Medici zelf ook in de Kloveniersdoelen is geweest, maar het was zeker een ontvangstplek voor haar entourage. Om de simpele zaal geschikt te maken voor zo’n koninklijk ontvangst, werden snel tijdelijke wandtapijten opgehangen.

Het bezoek van Maria de Medici maakte duidelijk dat de Groote Sael meer cachet nodig had om in de toekomst vaker voor ontvangsten te kunnen dienen. De Kloveniers besloten daarom om zes kunstschilders de opdracht te geven om de belangrijkste compagnieën van de schutters te vereeuwigen in levensgrote portretten. In het eerste portret ‘Het vendel van Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem’ is een buste van Maria de Medici te zien, als verwijzing naar haar bezoek. Ook Rembrandt van Rijn kreeg de opdracht om een groepsportret te schilderen, een schilderij dat nu beter bekend staat als de Nachtwacht.

Kloveniersdoelen - Nachtwacht

Naast de Nachtwacht

Alleen de belangrijkste 6 compagnieën werden geschilderd en opgehangen in volgorde van senioriteit. Van de 6 afgebeelde kapiteins, zijn er 4 tevens burgemeester van Amsterdam geweest. Ook één van de vier overmannen (doelheren), namelijk Albert Coenraads Burgh, is burgemeester geweest. Hieruit is goed te zien dat de elite van Amsterdam alle belangrijke posities in bezit had.

De schilderijen waren (van links naar rechts): ‘Het vendel van Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem’ van Joachim von Sandrart, ‘De Doelheren’ en ‘Het vendel van kapitein Albert Bas en luitenant Lucas Conijn’ van Govert Flinck, ‘Het vendel van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh’ van Rembrandt van Rijn, ‘Het vendel van kapitein Jan Claesz. Vlooswijck en luitenant Gerrit Hudde’ van Pickenoy, ‘Het vendel van kapitein Cornelis de Graeff en luitenant Hendrick Lauwrensz’ van Jacob Backer en ‘Het vendel van kapitein Roelof Bicker en luitenant Jan Michielsz. Blaeuw’ van Bartholomeus van der Helst.

Bijgesneden Nachtwacht

Verplaatsing

In 1715 werd de Nachtwacht uit de Kloveniersdoelen weggehaald. De schutters wilden het schilderij ophangen in het stadhuis van Amsterdam (nu Paleis op de Dam), waar de schutterijen ook kamers tot hun beschikking. hadden. Maar omdat de Nachtwacht in de Kleine Krijgsraadkamer tussen twee deuren moest passen, werden er repen van het schilderij afgesneden. Dankzij kopieën kunnen we achterhalen welke delen zijn weggehaald.

Omdat Napoleon Nederland had ingenomen en zijn broer Lodewijk Napoleon had Paleis op de Dam inrichtte als zijn woonhuis, moest de Nachtwacht uiteindelijk ook het Paleis op de Dam verlaten. Nadat Napoleon verslagen was, kwam de Nachtwacht in het Rijksmuseum terecht in het Trippenhuis en later in het huidige gebouw van architect Cuypers. Het was niet de laatste verhuizing, want in de Tweede Wereldoorlog werd de Nachtwacht verstopt in de Limburgse mergelgrotten.

Tegenwoordig is de Nachtwacht het pronkstuk van de eregalerij van het Rijksmuseum. Hierdoor is het moeilijk voor te stellen hoe het doek in de Gouden Eeuw tussen andere schuttersstukken heeft gehangen. Misschien moet ooit toch eens geprobeerd worden alle werken weer bij elkaar te brengen!

Eerdere artikelen in het kader van het Rembrandt-jaar 2019:
Op zoek naar de geheimen van Rembrandt – Wat is impasto?
Waarom schilderde Rembrandt zoveel zelfportretten?
Hoe herken je een echte Rembrandt?

Meer artikelen over wereldberoemde kunstwerken:

2 reacties op “Waar hing de Nachtwacht in de Gouden Eeuw?

  1. Interessant. Weer wat geleerd!

  2. Mooie informatie over dit beroemdste (niet: meest beroemde) schilderij!

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: