Marinus Boezem: Spelen met de natuur

Marinus Boezem hing beddengoed uit het Stedelijk Museum, toverde een polder om in een kunstwerk en bouwde een kathedraal van bomen. In zijn conceptuele kunst is het idee belangrijker dan de uitvoering. Boezem’s werken zijn overal in Nederland te vinden.

In 1969 hing het beddengoed uit de ramen van het Stedelijk Museum in Amsterdam. ‘Beddengoed’ was een werk van Marinus Boezem voor de tentoonstelling ‘Op losse schroeven’, waarin Conceptuele Kunst, Land Art en Arte Povera kunst werd getoond. Boezem probeerde met het beddengoed de grens tussen het museum en de buitenwereld te vervagen.

Marinus Boezem

In 1960 opende Marinus Boezem een nieuwe tentoonstelling in Leerdam. Aan de rand van een polder had hij een paar stoelen neergezet voor de genodigden. Toen iedereen gearriveerd was, bleek de polder het kunstwerk. Zoals Marcel Duchamp een wc-pot tot kunst verklaarde, had boezem van het uitzicht een ‘readymade’ gemaakt.

In de conceptuele kunst stond het idee centraal. Het idee voor een kunstwerk, zelfs als het niet werd uitgevoerd, was net zo goed een kunstwerk als ieder eindproduct. Samen met Jan Dibbets en Ger van Ek was Marinus Boezem de belangrijkste vertegenwoordiger van de conceptuele kunst in Nederland. Recent waren in het Kröller-Müller Museum 15 “shows” te zien van Boezem, sommige werden vijftig jaar na het ontwerp voor het eerst uitgevoerd.

Conceptuele kunst

Beroemde conceptuele kunstwerken van tijdgenoten van Boezem zijn de pindakaasvloer van Wim T. Schippers en de lijn van Arago in Parijs van Jan Dibbets. Jan Dibbets werd ook bekend van zijn fotografische werken waarin hij de horizon manipuleerde, door foto’s de draaien of verschillende foto’s tegen elkaar aan te plakken.

Boezem’s werken balanceren vaak op het grensvlak van landschap en kunstwerk. Ooit verklaarde hij het heelal tot ‘uitdijend kunstwerk’. Hij huurde een vliegtuig om het werk ‘te signeren’ door zijn naam in uitlaatgassen in de lucht te cirkelen. Voor hem ging het dus niet alleen om het idee, de uitvoering, maar zeker ook de locatie waarop het werk uitgevoerd.

Ger van Elk schilderde midden op de oceaan een blokje hout wit. Hij maakte het op kruising van twee oceaanwinden. Hierdoor kon hij het helemaal vrij van stof in de meest zuiver zeelucht schilderen. Het idee, het concept, was het belangrijkste. Maar toch exposeerde hij het witte blokje later als een waardevol object onder een glazen stolp of een rood kussentje.

Groene kathedraal

In Flevoland liet hij een kathedraal van 174 Italiaanse populieren planten in de vorm van de kathedraal van Reims. Boezem gaf hiermee Almere ook een kathedraal, zoals steden met een veel langere geschiedenis. Boezem’s Groene Kathedraal zou na 40 jaar langzaam in verval raken, als de bomen hun levensduur hadden gehad. Maar het kunstwerk is zo geliefd geworden, dat ondertussen toch besloten is om de kathedraal te vernieuwen met nieuwe bomen.

Ook elders in Nederland maakte Boezem kunstwerken gebaseerd op de kathedraal van Reims. Zo maakte hij van basaltblokken de vorm van de kathedraal bij de stormvloedkering in de Oosterschelde. In de bossen rondom paleis het Loo ligt de vorm van de kathedraal in blauwe boomstronken. Het werk werd in opdracht van koningin Beatrix gemaakt. Juist deze kathedralen in heel Nederland zorgen ervoor dat Boezem nog altijd meer bekendheid geniet dan zijn tijdgenoten Dibbets en Van Elk.

Meer artikelen uit de Canon van de Nederlandse Kunst:

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven