Thérèse Schwartze: Societyschilder van de Koningin

Rijke Nederlanders lieten zich graag uitbundig schilderen door Thérèse Schwartze. Zelfs koningin Wilhelmina liet zich portretteren door de Amsterdamse kunstschilder. Toch waren haar schilderijen van de Nederlandse society niet zonder kritiek…

In 1874 kreeg Thérèse Schwartze plotseling de leiding over het familieatelier. Ze studeerde nog aan de rijksakademie voor beeldende kunsten en was slechts 23 jaar oud. Maar haar familie had een nieuwe kostwinner nodig na het overlijden van haar vader, die ook kunstschilder was.

Societyportretten

Thérèse Schwartze was een talentvolle portrettist. Als meisje van 15 jaar kreeg ze de eerste opdrachten van de rijke Amsterdamse familie van Loon. Ze zou haar hele even voor de familie blijven werken en portretteerde uiteindelijk 15 personen uit deze familie verspreid over vier generaties. De schilderijen doen denken aan het werk van John Singer Sargent.

Haar goede contacten zorgden ervoor dat Schwartze uitgroeide tot de belangrijkste societyschilder van Nederland. Ze werd geroemd om de wijze waarop ze het karakter van de geportretteerde wist te vangen in haar werk. In 1888 kreeg zij van het Uffizi in Florence de eervolle uitnodiging om een zelfportret in te zenden. Het werk was een groot succes en won in 1889 de Gouden Medaille op de Wereldtentoonstelling in Parijs.

Pastel

De transparante, fluwelen kwaliteit van haar schilderijen ontstond doordat Schwartze veel met pastel experimenteerde. Ze kon hiermee vrouwelijke vormen zachter aanzetten en bijzondere effecten bereiken bij het afbeelden van stoffen en kleding. Zoals in het pastel dat ze maakte van een jong meisje in een witte jurk. De transparantie van de jurk is met olieverf nauwelijks te bereiken.

Ondanks haar financiële succes waren de kunstcritici niet altijd over Schwartze te spreken. Men vond haar werk te weinig progressief. Jan Veth schreef: “Dat het mejuffrouw Schwartze zelf niet verveelt al die rijkelui’s kinderen in pastel te vereeuwigen, begrijp ik niet. In alle gevallen, zou ik het zeer beleefd van haar vinden, er niet op elke tentoonstelling ook anderen mee te vervelen”.

Vrouwelijke kunstschilders

Het succes van Thérèse Schwartze zorgde ervoor dat er aandacht ontstond voor andere vrouwelijke kunstenaars. Zo gaf Schwartze les aan haar nichtje, Lizzy Ansingh, die bij haar in huis woonde. Ook Ansingh bezocht de rijksakademie voor beeldende kunsten.

Samen met Marie van Regteren Altena, Coba Ritsema, Ans van den Berg, Jacoba Surie, Nelly Bodenheim, Betsy Westendorp-Osieck en Jo Bauer-Stumpff kwam Ansingh bekend te staan als de Amsterdamse Joffers. Ze schilderden in een post-impressionistische stijl portretten en taferelen uit het dagelijks leven. Hoewel ook hun werken door critici soms te weinig vooruitstrevend werden gevonden, waren hun huiselijke thema’s geliefd bij het publiek.

Gerelateerde artikelen:

1 comment

Lucie Louwe says:

Prachtige portretten in pastel van Therese en voor mij geenzins vervelend. Ik schilder zelf al jarenlang portretten in pastel en het medium is vele malen moeilijker dan olieverf omdat je heel direct en zeker moet kunnen werken. Olieverf is makkelijk te corrigeren. Ik kijk graag naar werk van anderen daar je nooit uitgeleerd bent. Hartelijk dank hiervoor.

Geef een reactie