Jan Wiegers: Internationale allure voor de Ploeg

Jan Wiegers was mede-oprichter van kunstkring de Ploeg. Nadat hij in Zwitserland Ernst Ludwig Kirchner leerde kennen, introduceerde hij het expressionisme in Groningen. Lukte het Wiegers om internationaal aandacht te krijgen met de schilderijen in felle kleuren?

In 1918 was bij de jaarlijkse tentoonstelling van kunstlievend genootschap Pictura weinig aandacht geweest voor jonge Groningse kunstenaars. Jan Altink, Toon Benes, Johan Dijkstra, Willem Reinders en Jan Wiegers vonden dat dit anders moest. Samen richtten ze op 5 juni 1918 daarom Kunstkring de Ploeg op.

de Ploeg

De jonge Groningse kunstenaars experimenteerden graag met nieuwe moderne kunststijlen, maar hadden in deze vroege jaren geen gemeenschappelijk doel of manifest. Maar doordat ze veel onderling contact hadden, beïnvloedden ze elkaar sterk.

De Ploeg-leden hielden ze van buiten schilderen, aangemoedigd door een docent van de academie Minerva. Jan Altink en Johan Dijkstra waren vooral geïnspireerd door het impressionisme. In lichte en heldere kleuren portretteerden ze het Groningse landschap. Vaak schilderden ze dorpen uit de omgeving van Groningen zoals Blauwborgje, Oostum en Breede.

Expressionisme

Als Jan Wiegers in 1920 een ernstige longziekte blijkt te hebben, zamelen de ploegleden geld in. Hierdoor kan Wiegers naar een kuuroord in het Zwitserse Davos om te herstellen. In Zwitserland ontmoet Wiegers de succesvolle Duitse expressionist Ernst Ludwig Kirchner. Ze werken samen aan schilderijen van het berglandschap.

De ontmoeting van Wiegers en Kirchner blijkt een beslissende gebeurtenis voor de introductie van het expressionisme binnen de kunstkring. Na Wiegers terugkomst in Groningen in 1921, verspreidt de nieuwe expressionistische stijl met felle kleuren zich snel onder de Ploeg-leden. In onderstaande schilderijen is dit goed te zien.

Aquarellen en Drukwerk

Alida Pott was het enige dameslid van de ploeg. Pott ging volledig haar eigen weg en maakte vooral aquarellen. Ze hield van duidelijke contouren. In haar aquarellen bracht ze vloeiende lijnen in verschillende kleuren aan, die soms in elkaar overliepen. Net als de andere ploegleden schilderde Pott landschappen, maar er zijn ook veel portretten van haar hand bekend.

Ook Hendrik Nicolaas Werkman had een bijzondere positie binnen de Ploeg. Hij werd pas later lid en werkte vooral aan drukwerk. Werkman maakte ‘druksels’ met zetmateriaal, de inktrol en de handpers. Ook sjablonen en stempeltechnieken maakten onderdeel uit van zijn werkwijze. Zijn verwantschap aan de andere Ploeg-kunstenaars blijkt vooral uit zijn kleurgebruik.

Internationale tentoonstelling

Bij het 15-jarig bestaan van de Ploeg in 1933 organiseerde de kunstenaarsvereniging een groot overzicht van de moderne kunst in Europa. Naast 13 schilderijen van de Ploegleden waren er 137 werken te zien van Paul Klee, Kees van Dongen, Wassily Kandinsky, Pablo Picasso en veel anderen. Ondanks zijn grote invloed op de Ploeg-kunstenaars was Ernst Ludwig Kirchner overigens afwezig bij deze tentoonstelling.

Door hun werk zo nadrukkelijk naast de internationale moderne kunst te presenteren, hoopten de leden van de Ploeg meer aandacht en erkenning voor hun werk te krijgen. Toch zou het tot eind 20e eeuw duren voordat de rol van de Ploeg in de ontwikkeling van de Nederlandse moderne kunst op grote schaal erkend werd.

Gerelateerde artikelen:

3 comments

Jacques Simons says:

UITSTEKEND! ZEER INTERESSANT!

Jan Willem Barendregt says:

Waarom werden de betere schilders weggeschreven uit de geschiedenis van De Ploeg zoals Barendregt?

H.H. (Herman) de Goeijen says:

George Martens behoorde ook tot de oprichters van de Groninger Kunstkring de Ploeg

Geef een reactie