Rembrandt leerde Schilderen met Vallen en Opstaan

Oefening baart kunst! Zelfs een topschilder als Rembrandt leerde schilderen door veel te oefenen. In Museum de Lakenhal is dit najaar te zien hoe Rembrandt van beginnende leerling uitgroeide tot een succesvolle grootmeester.

Rembrandt moet een jaar of 17 geweest zijn, toen hij een serie schilderijen maakte over de zintuigen. Het zijn Rembrandt’s vroegste schilderijen. In de Lakenhal opent ‘de Brillenverkoper’ (allegorie op het zicht) uit deze reeks de tentoonstelling ‘de Jonge Rembrandt’. Het paneeltje oogt wat onhandig. Karikaturale koppen, kleren als kleurvakken en een erg gedrongen compositie. Rembrandt moet duidelijk nog veel leren. Neem nou de handen van de hoofdpersonen. Niet alleen kloppen de vingers anatomisch niet, maar ze zijn vooral onvoldoende uitgewerkt. Alsof ze levenloos, als handschoenen, aan het lichaam hangen.


Leiden
In Museum de Lakenhal zijn de vroegste stappen van Rembrandt’s kunstenaarsloopbaan te zien. Opgegroeid als molenaarszoon, leerde Rembrandt in Leiden de kneepjes van het schildersvak. Dankzij opleiding van de Leidse schilder Jacob van Swanenburgh en de Amsterdammer Pieter Lastman leerde hij composities maken. In de Lakenhal is te zien hoe hij trucjes van zijn meesters kopieerde in zijn eigen schilderijen en vervolgens zijn eigen weg ging.
Ook de concurrentiestrijd met Jan Lievens was stimulerend voor Rembrandt’s ontwikkeling. Lievens woonde eveneens in Leiden en Rembrandt kende zijn werk daarom goed. Mogelijk hebben ze zelfs tijdelijk een atelier gedeeld. In Leiden zijn werken van Rembrandt en Lievens nu naast elkaar te zien. Het werk van Lievens oogt volwassener dan de klungelige Rembrandt.
De beperkingen van de jonge Rembrandt spreken misschien wel het duidelijkst uit zijn etsen, die veel ruimte krijgen in Leiden. In Rembrandt’s vroege etsen heeft hij simpele tekeningen op een etsplaats gezet en is hij duidelijk vooral bezig om de technische kant onder de knie te krijgen. Vijf jaar later zijn de etsen echter fenomenaal. De dieptewerking en de licht-donkereffecten in deze complexe etsen tonen Rembrandt op zijn best.


Clair-Obscure
In de tentoonstelling is goed te zien hoe de stijl van Rembrandt zich rond 1628-1629 opeens razendsnel ontwikkelt. Het fenomenale lichtgebruik, de levensechte weergave van stoffen, de doorleefde gezichten in de portretten. Alles waar Rembrandt beroemd om zou worden, duikt binnen een jaar op in zijn schilderijen en etsen.
De Lakenhal heeft dankzij sterke bruiklenen uit Duitsland, Amerika en Engeland een spectaculaire tentoonstelling neergezet. Door de chronologische opzet is de vroege ontwikkeling van Rembrandt stap voor stap te volgen. Voor je ogen zie je hem van middelmatig schilder uitgroeien tot een meester van de Gouden Eeuw.
Museum de Lakenhal geeft het Rembrandt-jaar zo een waardig slotstuk. In een tijd dat Nederlandse kunstliefhebbers langzaam Rembrandt-moe beginnen te worden, is een bezoek aan de Lakenhal toch de moeite waard. En dan komend jaar alsjeblieft weer aandacht voor andere kunstenaars!

Leuk dat we alle twee deze week over dezelfde expositie schrijven en dan natuurijk beiden op onze eigen manier.