Adele Bloch-Bauer: Van Klimts Muze tot Oorlogsbuit

Gustav Klimt was nooit getrouwd, maar zijn schilderijen worden gedomineerd door verleidelijke vrouwen. Het gouden portret van Adele Bloch-Bauer is een visueel spektakel. Het doek werd gestolen door de nazi’s en pas na decennia geretourneerd aan de familie.

In 1899 schilderde Gustav Klimt het portret van Serena Lederer. Binnen de Weense society was Lederer een absolute ster. Ze verzamelde kunst van de Weense avant-garde: Klimt, Schiele en anderen. Haar man leidde verschillende fabrieken in Oostenrijk en gaf waarschijnlijk de opdracht voor het portret. Klimt schilderde haar in een witte jurk, die doet denken aan de portretten van Whistler. De zachte penseelstreken geven haar iets dromerigs.

Portretten

Klimt maakte het portret van Serena Lederer op een keerpunt in zijn loopbaan. Samen met gelijkgestemde kunstenaars had hij in 1897 de Weense Secessie opgericht, een kunstenaarscollectief dat zich afzette tegen de gevestigde orde. Ze omarmden het symbolisme en experimenteerden met moderne composities en schildertechnieken.

De ontwikkeling van Klimts werk is goed te zien in Klimts vrouwenportretten. Waar hij Serena Lederer in 1899 nog in een impressionistische zwierige stijl schildert, gebruikt hij in het portret van Hermine Gallia (1903) voor het eerst geometrische vormen in de jurk. In 1905 beeldde hij Margaret Wittgenstein af voor een muur vol geometrische vormen. Klimt heeft het realisme achter zich gelaten en durft nu abstracte vormen te gebruiken. Hierdoor lijkt de achtergrond plat en valt dieptewerking weg.

Goud

In 1903 kreeg Klimt van Ferdinand Bloch-Bauer de opdracht om een portret te schilderen van zijn vrouw Adele, die eerder model had gestaan voor Judith. Klimt werkte meer dan drie jaar aan het portret en maakte meer dan honderd voorbereidende tekeningen. In de tijd dat het werkte aan het portret bezocht hij ook de Byzantijnse kerken in Ravenna. Hier raakte hij geïnspireerd door de gouden mozaïeken.

Klimt schilderde Adele Bloch-Bauer voor in een gouden achtergrond, die hij maakte met goudgele verf en bladgoud. Haar jurk is ook grotendeels uitgevoerd in bladgoud en bevat geometrische vormen vol erotische verwijzingen, als ogen en tegen elkaar geplaatste halve cirkels. Alleen handen, nek en het gezicht van Adele zijn vrij gehouden van het goud. Hierdoor lijkt het alsof ze verzwolgen wordt door de overmatige gouden omgeving. Het portret van Adele Bloch-Bauer is samen met de Kus het hoogtepunt van Klimt’s gouden periode.

Toch moesten mensen aan het visuele spektakel wennen. Tijdens de eerste tentoonstelling van het werk in 1907 noemden critici het schilderij ‘vulgair’, ‘absurd’ en ‘grotesk’. Maar als snel verwierf het schilderij meer faam en waardering. Zo hing het schilderij op de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1937.

Nazi-roof en Restitutie

In de oorlog confisqueerden de nazi’s de collectie van Ferdinand Bloch-Bauer, waaronder het portret van Adele Bloch-Bauer. Na de oorlog probeerde de familie de werken terug te krijgen. Maar de Oostenrijkse staat wilde alleen exportvergunningen voor schilderijen afstaan, als een deel van de collectie aan Oostenrijk cadeau werd gedaan. Zo kwamen het gouden portret van Adele Bloch-Bauer en een tweede kleurrijker portret uit 1912 in handen van de Oostenrijkse staat.

Maar na meerdere rechtszaken besloot een arbitragecommissie in 2006 dat de portretten moest worden gerestitueerd aan de nazaten van Ferdinand en Adele Bloch-Bauer. De schilderijen werden verkocht en sindsdien is het portret van Adele Bloch-Bauer I te zien in de Neue Galerie in New York. Het portret van Adele Bloch-Bauer II is handen van een privéverzamelaar, maar was vorige jaar tijdelijk te zien in Amsterdam.

De Lederer Collectie

Met de grote Klimt collectie van de Joodse familie Lederer liep het een stuk slechter af. Net als bij de familie Bloch-Bauer, claimden de nazi’s de veertig schilderijen van Gustav Klimt voor de collectie van de Führer. De werken werden ingenomen en opgeslagen in Slot Immendorf. Op het eind van de oorlog lieten de Duitsers het kasteel in brand zetten, zodat de schilderijen niet in handen van de geallieerden zouden vallen. Tientallen schilderijen van Klimt ging in vlammen op.

Elisabeth Lederer, dochter van Serena, was tijdens de Tweede Wereldoorlog in Wenen achtergebleven. Ze had zich bekeerd tot het christendom. Toch liep ze vanwege haar Joodse achtergrond groot gevaar om opgepakt te worden. Om dit te voorkomen liet Elisabeth het gerucht rondgaan dat Klimt (niet-Joods) haar daadwerkelijke vader was, omdat hij een affaire had gehad met haar moeder. Mede doordat Elisabeth’s zwager voor de nazi’s werkte, slaagde het plan. De schilderijen van haarzelf en haar moeder waren voldoende bewijs om haar een document te bezorgen dat ze niet Joods was.

Maar of Klimt echt Elisabeths vader was is nooit bewezen. In hoeverre Klimt romantische affaires had met Adele Bloch-Bauer, Serena Lederer of andere modellen zullen we nooit zeker weten…

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven