Kunstgeschiedenis: Weense Secessie

Kunstgeschiedenis - Weense Secessie

Klimt en Schiele waren de oprichters van de Weense Secessie, een stroming die symbolisme, expressionisme en jugendstil combineerde. Samen maakten ze Wenen tot een van de belangrijkste culturele hoofdsteden van Europa rond 1900.

Geschiedenis

De Weense kunstacademie (Künstlerhaus) was tot eind 19e eeuw een bastion van academische kunst waarin historische schilderijen het meeste aanzien genoten. Een jonge generatie Weense kunstenaars vond dat er te weinig ruimte was voor moderne kunst, zoals bijvoorbeeld het Franse impressionisme. In 1897 richtten Gustav Klimt, Koloman Moser, Josef Hoffmann, Joseph Maria Olbrich, Max Kurzweil, Wilhelm Bernatzik en anderen daarom kunstvereniging ‘de Weense Secessie’ op. Ze gingen zelf tentoonstellingen organiseren om de moderne kunst te propageren.

Kenmerken

Joseph Maria Olbrich ontwierp in 1898 het ‘Secessie-gebouw’ waarin de tentoonstellingen van de nieuwe kunstenaarsgroep konden plaatsvinden. Hij combineerde neoclassicistische vormen met elementen die geïnspireerd waren op de natuur. De vormentaal die hieruit ontstond noemen we nu Jugendstil. De Weense secessiekunstenaars hadden geen gemeenschappelijk programma of ideaalbeeld. De groepering was slechts een middel om buiten de academische traditie te werken. De Weense kunstenaars werden hierbij sterk geïnspireerd door het symbolisme en het expressionisme, maar iedere kunstenaar had zijn eigen stijl en ideeën.

Kunstenaars

De eerste voorzitter van de Weense secessie was Gustav Klimt. De schilderijen van Klimt hebben zeer uitbundig kleurgebruik, waaronder vlakken van goud en felle kleuren. Vaak bevatten zijn werken symbolistische verwijzingen naar literatuur en klassieke mythologie. Toch zijn de thema’s van zijn werk vaak algemener, zoals liefde, dood en familie. Klimt had veel contact met de Duitse expressionistische kunstenaars, maar behield zijn unieke stijl.

De belangrijkste navolger van Klimt, was Egon Schiele die in 1907 voor het eerst zijn werk tentoonstelde. Schiele schilderde in dikke expressieve lijnen vooral naakte mannen en vrouwen. Vaak kleurt Schiele zijn achtergrond niet in, maar gebruikt hij wit of crème waardoor de schilderijen extra intens zijn. Schiele groeide snel uit tot één van de belangrijkste kunstenaars van de beweging, maar overleed op jonge leeftijd.

Oskar Kokoschka was een leerling van Gustav Klimt en werd door Klimt de belangrijkste jonge secessie kunstenaar genoemd. Kokoschka vertegenwoordigde de expressionistische stroming binnen de secessie en had contact met de Duitse schilders van Der Blaue Reiter. Zijn werken hebben felle kleuren en tonen zijn gevoelsleven.

De belangrijkste architect binnen de Weense secessie is Joseph Maria Olbrich, die bekend werd vanwege zijn Jugendstil ontwerpen. Naast het secessie-gebouw ontwierp hij ook meubels, keramiek en andere gebruiksvoorwerpen. Ook de architecten Josef Hoffmann en Otto Wagner waren lid van de secessiegroep. Wagner was Olbrich’s leermeester en ontwierp onder meer de Weense stadtbahn en enkele mooie villa’s, die nog steeds te bezoeken zijn.

Musea

Om de kunst van de Weense Secessie te bekijken, kan je het best afreizen naar Wenen. Hier is het secessie gebouw te bezoeken, waarin Klimt’s Beethoven fries te zien is. Daarnaast zijn er fantastische collecties met werk van Klimt en Schiele in het Leopold Museum en het Belvedere paleis. In Nederland is ‘Portret van Edith’ van Schiele te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag. Ook het Stedelijk Museum in Amsterdam bezit werk van Schiele.

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven