Een uitgebreide kunstgeschiedenis: Renaissance

Sandro Boticelli - La Primavera

Leonardo da Vinci – Mona Lisa

Florence had zich in de 14e eeuw opgewerkt tot een van de belangrijkste steden ter wereld en de Medici familie kon wedijveren met de macht van de paus. In de kunst was Florence de strijd aangegaan met het naburige Siena. Maar al snel was de faam van de Florentijnse schilders, beeldhouwers en architecten vele malen groter dan hun Sienese tegenstrevers. De roem van de Florentijnse kunstenaars zou zelfs zo groot worden, dat de Pausen in Rome naar hun gunsten begonnen te dingen. Vandaar dat Vensters de ontwikkeling van de Renaissance schilderkunst bespreekt aan de hand van de levens van de Pausen in Rome.

Lees ook de voorgeschiedenis van de Italiaanse schilderkunst in een eerdere bijdrage: Italiaanse Primitieven

Paus Sixtus IV
In 1471 kwam Franscesco della Rovere aan de macht als paus Sixtus IV. Al snel raakte hij verwikkeld in een grote ruzie met de Florentijnse Medici familie die zelfs zou uitlopen op oorlog. Pas toen Sixtus IV en de Medici een gemeenschappelijke vijand vonden in de Turken, die Italie aanvielen in 1480, zouden de twee vrede sluiten. Als onderdeel van het ‘vredes-proces’ stuurden de Medici’s vier belangrijke Florentijnse kunstenaars naar Rome om voor de paus de Sixtijnse kapel te beschilderen. Sixtus had deze kapel laten herbouwen en naar zichzelf vernoemd.

Perugino – Petrus ontvangt de Hemelsleutel

In 12 fresco’s schilderden de vier kunstenaars scenes uit het leven van Jezus en van Mozes. Zo schilderde Pietro Perugino bijvoorbeeld de Doop van Jezus en het Overdragen van de Hemelsleutel aan Petrus. Perugino was een schilder uit Umbrie die zijn opleiding volgde in Florence en daarom vaak tot de Florentijnse kunstenaars wordt gerekend. Perugino beheerste de frescotechniek, maar was ook een van de eerste Italiaanse kunstenaars die werkte met olieverf. Tegenwoordig is Perugino vooral bekend omdat hij de leermeester was van Raphael die later beroemder zou worden dan zijn meester.

Sandro Boticelli – La Primavera

Misschien wel de meest befaamde kunstenaar die in 1480 naar Rome afreisde was Sandro Boticelli. Al moest hij in 1480 zijn grootste werken nog schilderen. Hij was in de Sixtijnse kapel onder meer verantwoordelijk voor twee episodes uit het leven Mozes. Toen hij na zijn werk in Rome weer terugreisde naar Florence begon Boticelli aan zijn meest productieve jaren waarin hij onder meer de Geboorte van Venus en de Primavera schilderde. Deze schilderijen behoren tot de beroemdste werken van de Renaissance en zijn tegenwoordig te zien in het Uffizi museum in Florence.

Domenico Ghirlandaio – Oude Man

De andere twee grote Florentijnse artiesten die naar Rome kwamen waren Cosimo Rosselli en Domenico Ghirlandaio. Ghirlandaio was de leermeester van Michelangelo en was vooral beroemd vanwege het realisme in zijn portretschilderkunst. In de Sixtijnse kapel is hij onder meer verantwoordelijk voor de fresco waarop de roeping van de Apostelen is afgebeeld. Ook Ghirlandaio zou zijn grootste werken pas na terugkomst in Florence schilderen.

Paus Innocentius VIII
De laatste hand werd nog aan de Sixtijnse kapel gelegd, toen Sixtus IV overleed en Paus Innocentius VIII hem opvolgde als leider van de katholieke kerk en de Romeinse staat. Innocentius VIII zou bekend worden als de paus die de heksenvervolging propageerde. Op het gebied van de kunsten was hij minder actief. Al huurde hij Andrea Mantegna in om de Belvedere kapel in het Vaticaan van fresco’s te laten voorzien. Deze fresco serie werd helaas in 1780 vernield door paus Pius VI. Mantegna was een schilder uit Mantua, maar was mede opgeleid door de Venetiaanse schilder Jacopo Bellini. Mantegna is geroemd om zijn unieke gebruik van perspectief. Hij was de eerste die de techniek van de verkorting veel gebruikte zoals in zijn schilder van de dode Jezus.

Andrea Mantegna – de Bewening van Christus

Paus Alexander VI
Na de dood van Innocentius VIII, kwam door steekpeningen Rodrigo Borgio aan de macht als paus Alexander VI. Alexander VI zou berucht worden als een paus die zijn ambt misbruikte voor misdaden en zelfverrijking. Toch staat hij ook bekend om zijn aandacht voor kunst. Zo liet hij zijn eigen appartement in het Pauselijk paleis beschilderen door Pinturicchio, een tegenwoordig vrij onbekende artiest die een leerling was van Perugino.

De enige belangrijke renaissance artiest die nooit direct voor de paus gewerkt heeft is Leonardo da Vinci. Leonardo in Vinci werd geboren in de buurt van Florence, maar zou bijna zijn hele leven werkzaam zijn in Milaan. Daar werkte hij wel een tijd voor de zoon van paus Alexander VI, Cesare Borgia. In zijn dienst was hij militair architect en ontwerper, maar Leonardo zou natuurlijk veel beroemder worden met zijn fresco’s en schilderijen.

Leonardo da Vinci – het Laatste Avondmaal

Paus Julius II
Alexander VI zou in 1503 vermoord worden in zijn eigen pauselijke appartementen door vergiftiging. Ook zijn opvolger Pius II hield het maar kort uit (26 dagen). Hierna kwam Giuliano della Rovere, broer van Paus Sixtus IV, aan de macht als Paus Julius II. Naast zijn actieve buitenlandse politiek werd Paus Julius II vooral bekend als beschermer van de kunsten. Zo was hij degene die de opdracht gaf voor de bouw van de huidige St. Pietersbasoliek, een project dat uiteindelijk ruim 120 jaar zou kosten.

Michelangelo – David

De belangrijkste artiest die Julius II inhuurde was Michelangelo Buenarotti. In opdracht van Julius II zou Michelangelo het plafond van de Sixtijnse kapel met fresco’s bedekken. Michelangelo had de klus eerst afgewezen omdat hij zichzelf zag als beeldhouwer, maar zou onder grote druk toch aan de fresco beginnen op voorwaarde dat hij zelf het onderwerp mocht bepalen. Uiteindelijk schilderde Michelangelo 9 verhalen uit Genesis en meer dan 300 Bijbelse figuren waaronder profeten en voorvaderen van Jezus. Ook in opdracht van Julius II begon Michelangelo aan een groot grafmonument voor de St Pieter. Meer dan 40 jaar duurde de bouw van dit grafmonument dat pas ver na de dood van Julius II in een gereduceerde verise werd voltooid. Ook werd het nooit geplaatst in de St. Pieter, maar in een veel kleinere kerk, de San Pietro in Vincoli.

Paus Julius II gaf ook opdracht voor de schilderingen in de ontvangstruimten van het Pauselijke paleis, tegenwoordig beter bekend als de Stanze van Raphael naar de maker Raphael Sanzio. Deze 4 kamers – nu in de Vaticaanse musea – werden door Raphael beschilderd met scenes uit het leven van Keizer Constantijn, Bijbelse verhalen en Klassieke mythes en filosofie. Raphael probeerde de klassieke wereld en de christelijke wereld te verenigen. Het werk duurde meer dan 15 jaar en was dus pas klaar na de dood van zowel Julius II als Raphael zelf. Zijn assistenten hebben het afgemaakt. Tijdens zijn leven schilderde Raphael overigens ook een portret van Julius II.

Raphael – School van Athene

Paus Leo X
Julius II werd na zijn dood opgevolgd door Giovanni de Medici, de eerste Medici paus. Als Paus Leo X moest hij de strijd aanbinden met Maarten Luther en het opkomende protestantisme. Leo X was een liefhebber van kunst en cultuur, maar zat tijdens zijn pontificaat met een groot aantal onafgemaakte projecten binnen het Vaticaan. Zo was de bouw van de Sint Pieter pas net begonnen en was Raphael nog druk bezig met de ontvangstkamers van de Paus. Paus Leo X besteedde zijn geld dan ook vooral buiten het Vaticaan, waar hij verschillende kerken lieten bouwen in Rome en in Florence. Zo gaf hij opdracht voor een grote kapel met grafmonumenten van de hand van Michelangelo in Florence, de San Lorenzo. Ook liet hij Raphael een portret schilderen zoals ook zo voorganger Julius II had gedaan.

Michelangelo – het Laatste Oordeel

Paus Adrianus VI en Paus Clemens VII
Na de dood van Leo X in 1521 kwam de Nederlandse Paus Adrianus VI aan de macht. Na de spilzuchtige Leo X was de schatkist leeggeraakt en dus koos Adrianus voor een zuinige hofhouding waar geen ruimte was voor schilders, beeldhouwers en dichters. Allemaal ontsloeg hij ze zonder pardon en hij liet de beeldengallerij dichtmetselen zodat hij de beelden uit de Griekse en Romeinse tijd – die hij als heidens bestempelde – niet hoefde te zien. Dit zorgde in Italie voor zo’n grote cultuurschok dat hij een slechte naam kreeg en er voor meer dan 450 jaar geen buitenlander meer als paus werd gekozen.

Nog geen 2 jaar was Adrianus aan de macht, toen hij overleed en werd opgevolgd door de tweede Medici paus, Clemens VII. Clemens VII was het neefje van Leo X en zijn pontificaat kenmerkte zich door onhandig politiek beleid waardoor de reformatie zich steeds verder verspreidde. Op kunstgebied had Clemens VII niet veel mogelijkheden omdat ook hij te maken had met een lege schatkist. Pas vlak voor zijn dood was er weer genoeg geld voor een grote opdracht. Hij huurde Michelangelo in voor een schildering van ‘Het Laatste Oordel’ tegen de altaarmuur van de Sixtijnse kapel.

Giovanni Bellini – Christus met Maria en St. Johannes

Ondertussen in Venetië – Geen Pausen, maar Doges
Terwijl in Florence en Rome de kunstenaars, pausen en aristocratische families met elkaar wedijverden, stond de rest van Europa niet stil. In Noord-oost Italie lag bijvoorbeeld de Venetiaanse republiek die werd geleid door ‘Doges’, voor het leven gekozen (militaire) leiders uit aristocratische families uit de stad. De Venetiaanse republiek was onderdeel van het Europese politieke spel van allianties en oorlogen, maar had bovendien zijn eigen zorgen als het aankwam om de strijd met de Turken.

Op artistiek gebied werd Venetie voor twee eeuwen geleid door twee families, de Vivarini familie en de Bellini familie. Vooral de Bellini’s kennen tegenwoordig nog bekendheid. Jacopo Bellini had rond 1420 Florence bezocht en daar kennisgemaakt met Florentijnse meesters als Masaccio en Donatello. Terug in Venetie opende hij zijn eigen atelier en begon werken te produceren voor kerken en rijke families. In zijn atelier leerden ook zijn twee zoons Gentile Bellini en Giovanni Bellini het vak. Vooral Giovanni Bellini bleek talent te hebben; hij werkte met olie verf in heldere kleuren en met gedurfd perspectief.

Een van Giovanni Bellini’s leerlingen, Sebastiano del Piombo had ondertussen furore gemaakt in Rome waar hij als breifverzegelaar in dienst trad bij Paus Clemens VII. Eerder had hij in Rome al samengewerkt met Raphael en was hij bevriend geraakt met Michelangelo. Del Piombo zou in Rome vooral bekend worden als portretschilder van pausen en kardinalen. Zo portretteerde hij onder meer Clemens VII, Adrianus VI en Paulus III.

Titiaan – Danae

Paus Paulus III
De Venetiaanse kunst bleef niet onopgemerkt in Rome, waar Alessandro Farnese als Paus Paulus III in 1534 Clemens VII had opgevolgd. Terwijl Michelangelo zich ontfermde over de bouw van de St. Pieter en del Piombo portretten bleef schilderen, kwam Titiaan over naar Rome en schilderde hij twee portretten van Paulus III. Ook Titiaan was een leerling van Gentile en Giovanni Bellini, maar zijn roem was zijn twee meesters voorbij gestreefd. Ondanks een aanbieding voor meer werk in Rome, zou Titiaan maar kort in de stad blijven en snel weer terugkeren naar Venetie. Titiaan was de beroemdste exponent van Venetiaanse school door zijn heldere kleurgebruik en de constante ontwikkeling van zijn stijl. Hij was bijvoorbeeld de eerste die nachtportretten begon te schilderen en daarmee vooruit liep op de Barok. Bovendien worden zijn werken steeds dynamischer, minder statisch en zachter van toon.

Paolo Veronese – Het Feest bij Levi

Ondertussen waren in Venetie twee nieuwe schilders opgestaan die probeerden te wedijveren met Titiaan. Ten eerste Paolo Veronese die door een plaatselijke onbekende schilder was opgeleid, maar al snel zijn meester voorbij streefde. Veronese combineert de zachte dynamische ontwerpen van de Venetiaanse school met de heldere kleur van het manierisme. De tweede nieuweling was Tintoretto, een jonge schilder die ooit eens 10 dagen in het atelier van Titiaan had gewerkt. Tintoretto was misschien wel nog een grote concurrent voor Titiaan dan Veronese was. Hij introduceerde de dramatische gebaren en het heftig gebruik van perspectief dat in de Barok gemeengoed zou worden.

Tintoretto – het Laatste Avondmaal

Waar de vroege renaissance zich afspeelde in Florence, de hoog-renaissance in Rome, lijkt de late renaissance en de ontwikkeling van de barok vooral een Venetiaanse ontwikkeling te zijn. In Rome zou de schilderkunst na de dood van Paulus III 50 jaar lang een herhaling van zetten worden en een verdere ontwikkeling van het manierisme. Dit zou een doodlopend spoor blijken, want de ontwikkeling van de schilderkunst ging verder in Venetie. Vooral in de late werken van Titiaan, Veronese en Tintoretto is goed het nieuwe gebruik van licht/donker, perspectief en kleur te zien dat in de barok zich verder zou ontwikkelen. Kijk bijvoorbeeld naar Tintoretto’s Laatste Avondmaal en vergelijk dit met het eerder genoemde avondmaal van Leonardo da Vinci, het is een wereld van verschil. Maar ook buiten Italie zou de schilderkunst een sprong nemen tijdens de Renaissance. In Noord-Europa ontstond een geheel nieuwe stijl die losjes was geinspireerd op het Italiaanse geweld. Binnenkort het derde en laatste deel uit de serie over de Renaissance kunst in Europa: de Vlaamse Primitieven.

Italiaanse Renaissance kunstwerken zijn in Nederland onder meer te zien in het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Amsterdamse Rijksmuseum. Maar de grootste collecties Renaissance kunst zijn uiteraard te bekijken in Italie. In talloze musea zoals het Uffizi, het Bargello en het Palazzo Pitti in Florence en de Vaticaanse Musea in Rome zijn alle genoemde meesters vertegenwoordigd.

Kunstgeschiedenis

Jeroen de Baaij

Jeroen de Baaij (1987) is kunstliefhebber, recensent en hoofdredacteur van KunstVensters online kunstmagazine (www.kunstvensters.com).

Dit vind je misschien ook leuk...

4 reacties

  1. baruman schreef:

    @ Weer een mooi blog over een prachtige periode in de beeldende kunst. Ik was in mei 2004 in Florence waar, tot mijn grote verrassing, een tentoonstelling van renaissance-werken uit de hele wereld plaats vond (“Botticelli e Filippino”). Genoten!

  2. Theo Balvers schreef:

    Met veel interesse gelezen.
    Ik wil je het lezenswaardige boek van Luc Verhuyck met anekdotische verhalen over Firenze aanbevelen. Het was voor mij in 2009 een informatieve reisgids.

  3. guest schreef:

    Ik wilde ooit wel eens weten waarom of waardoor er een renaissance was.
    Eugenio Garin’, ITALIAN HUMANISM, Philosophy and Civic Life in the Renaissance’, Oxford 1965 (Bern, 1947).
    Ik vraag me nu af of die er ooit was.
    Als je je afvraagt waarom Galileo begon te experimenteren wordt je ook al niet veel wijzer, het lijkt erop dat de telescoop dat in gang zette.
    Door het ding kon je goed zien dat de maan niet volkomen was.
    Pietro Redondi, ´Galilei, ketter, De politieke machtsstrijd rond het proces tegen Galileo Galilei, 1633’, 1989, Amsterdam (Galileo eretico, 1983, 1989, Turin).
    Het volgende boek is heel ontnuchterend over de beweerde westerse beschaving Felipe Fernández-Armesto, ‘Civilisations’, London, 2000.

  4. Laila schreef:

    Jouw blogs sla ik nooit over.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: