Een uitgebreide kunstgeschiedenis: Conceptuele Kunst

John Baldessari – I will not make any more boring artA

Aan het begin van de jaren 60 van vorige eeuw, begonnen de modernistische stromingen aan populariteit te verliezen en ontstond er een nieuwe generatie kunstenaars verspreid over tal van nieuwe stromingen zoals Pop Art, Minimal Art & Land Art. Deze nieuwe denkwijzen vroegen zich ieder op eigen wijze af wat kunst is. Vandaag kijkt Vensters naar een van deze hedendaagse kunststromingen die de blik op kunst veranderde, de Conceptuele Kunst.

Conceptuele kunstenaars vinden het idee achter het kunstwerk, minstens even belangrijk als het werk zelf. Voor de artiesten binnen deze stroming was het idee de kunst, niet het werk zelf. Ze voerden daarom hun werk niet zelf uit of produceerden hun werk in serie. Het ging immers niet om een specifiek exemplaar van hun werk, het ging op het idee erachter en dat kon prima in meervoud verkocht worden. Een bron van inspiratie voor de conceptuele kunst was de DADA beweging die actief was geweest rond 1920.

Marcel Duchamp – Fontaine

Marcel Duchamp
Vooral het werk van de Franse artiest Marcel Duchamp kwam in de jaren 60 weer volop in de spotlights te staan. Duchamp was bekend geworden met een mythisch werk dat bestond uit een omgekeerd urinoir. Duchamp signeerde de WC-pot en exposeerde het als een kunstwerk. Hierdoor liet Duchamp zijn toeschouwers stilstaan bij de vraag: Wat is kunst? Het werk kan gezien worden als een voorloper van de conceptuele kunst. Het ging er immers niet zozeer om dat het een urinoir was dat werd tentoongesteld. Vooral het idee erachter was belangrijk. Het moet dan ook in het licht van de opkomst van de conceptuele kunst worden gezien, dat Duchamp in de jaren 60 meerdere reproducties van zijn urinoir liet maken. Het oorspronkelijke werk was namelijk verloren gegaan.

 

Sol LeWitt

Sol Lewitt
Het werk van Sol LeWitt wordt vaak tot de minimal art gerekend vanwege de simplistische vormen en witte kleuren die LeWitt vaak gebruikt. LeWitt zelf verwerpt deze indeling echter, omdat hij zelf zegt vanuit een idee te werken en niet vanuit een vorm. Veel van zijn werken bestaan uit witte doorzichte kubussen die tegen elkaar gestapeld zijn in allerlei vormen. Maar hij heeft ook werken die veel conceptueler zijn van aard. Zo maakte hij in 1968 een metalen kubus die hij ergens in Nederland in de grond begroef. Een serie foto’s is het enige dat nog aan dit werk doet herinneren, de exacte locatie van de metalen doos is nameljk onbekend.

Piero Manzoni – Artist’s shit

Piero Manzoni
Een van de grondleggers van de Conceptuele kunst in Europa was de Italiaan Piero Manzoni. In 1961 maakte hij een reis langs Europese musea waarin hij naakte dames signeerde met zijn naam. Doordat hij er ‘Manzoni ’61’ opzette en ze in een museum liet staan, werden de personen een kunstwerk. In hetzelfde jaar produceerde Manzoni bovendien kleine sokkels waar ieder willekeurig persoon bovenop kon gaan staan. Door op de sokkel te staan, werd de persoon het kunstwerk. Een ander bizar project van Manzoni bestond eruit dat hij 90 blikjes vulde met zijn eigen ontlasting. Ieder blik kreeg in 4 talen (Engels, Frans, Duits, Italiaans) het opschrift: Poep van de Kunstenaar. Inhoud: 30 gram netto, vers bewaard, geproduceerd en ingeblikt in mei 1961. Een blik werd verkocht voor de goudprijs van dat moment, 30 gram goud kostte in die tijd ongeveer 37 euro. Lang is er getwijfeld of er echt poep in de blikken zat, maar recent zijn er blikken gaan lekken en bleek er echt ontlasting in te zitten. Het is niet bekend of dit daadwerkelijk humane poep was. Manzoni heeft naast blikken poep, ook zijn eigen adem verkocht in de vorm van rode, blauwe en witte ballonnen. Het kunstwerk was dan niet de ballon, maar de lucht die erin zat.

Joseph Kosuth – Clock one and five

Jospeh Kosuth
Een van de belangrijkste kunstenaars binnen de Amerikaanse conceptuele kunst was Joseph Kosuth, die vooral bekend is geworden door een reeks werken waarin hij woordenboekdefinities combineert met foto’s en objecten. Zo hangt in de tate modern een klok, naast een foto van een klok en drie definities van tijd, apparaat en object uit een woordenboek. Het is exemplarisch voor de wijze waarop Kosuth tegen kunst of misschien wel het leven in het algemeen aankijkt. Volgens Kosuth bestaat alles uit drie aspecten: de daadwerkelijke bestaansvorm (de klok), de perceptie van het beeld (de foto) en de intellectuele inhoud (de definities). Het zijn deze drie vormen: werkelijkheid, perceptie en waarde die Kosuth in zijn werken laat terugkeren. Juist daarom is Kosuth het perfecte voorbeeld van een conceptuele kunstenaar omdat hij zich afvraagt wat belangrijk is binnen de kunst? Is dat het tonen van de werkelijkheid? gaat het om onze waarneming van de werkelijkheid? of gaat het om de waarde die we aan de werkelijkheid toekennen?

Christo – Iron Curtain

Christo
Christo is binnen de conceptuele kunst een beetje een vreemde eend in de bijt, zijn werk wordt dan ook wel gerekend tot de zogenaamde ‘Land Art’. Toch past veel van Christo’s werk prima binnen de conceptuele kunst. Christo is geen theoreticus, maar een praktisch onderzoeker van de relatie tussen het kunstwerk en zijn omgeving. In hoeverre bepaald de plaats van de kunst, de waarde van het werk? Dit komt het duidelijkst tot uiting in zijn bekendste werk: ingepakte gebouwen, bruggen en monumenten. Maar in zijn vroege werk is Christo nog vrijer en veel conceptueler. Zo maakte hij in 1962 een 4 meter hoge muur van olievatten in de smalle Rue Visconti in Parijs. 8 uur lang zorgde dit voor een grote verkeersopstopping en volgens Christo was het niet zijn muur, maar juist de verkeersopstopping die het kunstwerk was. Maar de muur heeft ook een duidelijke verwijzing naar de Berlijnse muur die een jaar eerder werd opgericht. Juist deze verwijzing geeft het werk een diepere betekenis.

On Kawara – 25 mei 1966

On Kawara
Op 4 januari 1966 begin On Kawara een serie conceptuele schilderijen die tot op heden niet is afgerond. Kawara schildert tegen een effen achtergrond in witte letters de datum van de dag waarop hij het werk maakt. Sinds 1966 heeft Kawara honderden van dit soort doeken afgeleverd. Mocht hij een werk niet afkrijgen op de dag zelf, dan vernietigt hij het doek. In zijn topjaren maakte hij er ruim 200 per jaar. Maar buiten deze datumschilderijen heeft Kawara ook andere conceptuele werken gemaakt waarin tekst ook een belangrijke rol speelt. Zo stuurde hij telegrammen met de tekst “I am still alive – On Kawara” en verzond hij ansichtkaarten met hierop de tijd waarop hij die dag was opgestaan.

Marcel Broodthaers – Museum/Museum

Marcel Broodthaers
De Belgische trots binnen de Conceptuele kunst is de in Brussel geboren Marcel Broodthaers. Broodthaers is van oorsprong dichter, maar ontwikkelde zich in de jaren 60 ook tot beeldend kunstenaar die in zijn werk vaak aan de haal gaat met werk van andere kunstenaars. Zo maakte hij meerdere schilderijen met verwijzingen naar ‘ceci n’est pas un pipe’ van Magritte. Zijn werk vormt dan ook het raakvlak tussen surrealisme en conceptuele kunst. Beroemd is Broodthaers ook geworden met zijn werken die kunstinstellingen bekritiseren. Zo toont zijn ‘Museum – Museum’ twee identieke schilderijen met goudstaven. Het werk beeldt uit dat alle musea tegenwoordig op elkaar lijken en dat ieder werk alleen nog maar op zijn economische waarde wordt beoordeeld. Een goed overzicht van het omvangrijke werk van Broodthaers is te zijn in het SMAK te Gent.

Stanley Brouwn

Nederlandse kunstenaars
Amsterdam is altijd een belangrijk centrum geweest van de conceptuele kunst waar veel kunstenaars hebben gewerkt en hebben geexposeerd. Dit komt voornamelijk door de aanwezigheid van de galerie Art & Project die van 1968 tot en met 2001 veel aandacht heeft gehad voor de conceptuele kunst. Recent schonken de oprichters van deze galerie, Geert van Beijeren en Adriaan van Ravesteijn, hun collectie conceptuele kunst aan het Museum of Modern Art in New York. Het is onbegrijpelijk dat Nederland dit soort unieke privecollecties niet binnen het land weet vast te houden. Nederlandse kunstenaars die tot de conceptuele kunst worden gerekend zijn onder meer Jan Dibbets, Ger van Elk en Stanley Brouwn. Laatstgenoemde maakte in 1984 voor het Kroller Moller Museum on Otterloo een werk dat bestaat uit een wandeling van 7 passen. Er staat tegenwoordig een bordje bij het beginpunt dat aan deze wandeling herinnert. Maar het is niet het bordje dat het kunstwerk is, maar juist de wandeling zelf.

De conceptuele kunst veranderde de manier waarop wij kunst zien drastisch. Niet langer kan een werk puur gezien worden als een werk op zich, maar altijd moet de toeschouwer op zoek naar het idee achter het werk. De boodschap achter het werk, wordt belangrijker dan het werk zelf. In eerste instantie leidde dit vooral tot een onderzoek van de vraag ‘Wat is kunst?’, maar sinds de jaren 80 wordt de blik van de kunstwereld wat wijder. Sindsdien wordt conceptuele kunst vaak gebruik om historische en maatschappelijke zaken aan de kaak te stellen, hierdoor is de conceptuele kunst nog altijd een springlevende stroming waarvoor veel aandacht is. De opkomst van deze kunstvorm markeert de start van de hedendaagse kunst waarbinnen op zoek wordt gegaan naar meer inhoud en nieuwe vormen.

Musea in Nederland met Conceptuele Kunst
De grootste collecties Conceptuele kunst in Nederland zijn in het bezit van het Van Abbemuseum in Eindhoven en het Kroller Moller Museum in Otterloo. Werken van alle voorgaande genoemde kunstenaars zijn hier te zien. Verder zijn er bescheidenere collecties conceptuele kunst te zien in het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Museum Boijmans van Beuningen.​

Kunstgeschiedenis

2 gedachten over “Een uitgebreide kunstgeschiedenis: Conceptuele Kunst”

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven