Kunstgeschiedenis: Maniërisme

Wat doe je als je Michelangelo en Da Vinci niet kan evenaren? Kunstenaars deden er rond 1520 een schepje bovenop en maakte overdreven composities met gedraaide lichamen, fellere kleuren en zelfbedachte figuren. De maniertjes van de kunstenaars zorgden voor een nieuwe overdreven en meer dramatische schilderstijl. Een venster op het Maniërisme…

Geschiedenis

De levensechte lichamen uit het werk van Michelangelo, de geïdealiseerde wereld van Rafael en de technische vernieuwingen van Leonardo da Vinci hadden de Renaissance naar een hoogtepunten gebracht. Hoe konden jonge kunstenaars de meesters van de Renaissance evenaren of zelfs verbeteren? Na de indrukwekkende prestaties van Michelangelo en Rafael raakte de kunstwereld in crisis. Veel kunstenaars gingen het werk van de grote meesters imiteren, tot grote ergernis van Michelangelo zelf. Slechts een kleine groep jonge kunstenaars ging op zoek naar een nieuwe stijl.

Kenmerken van het Maniërisme

Vaak wordt gedebatteerd of het Maniërisme een eigen kunststijl is, of slechts een overgang van Renaissance en Barok. De Renaissancekunstenaars hadden geprobeerd de wereld zo natuurlijk weer te geven, door studie van perspectief, lichaamsbouw en de natuur. Gedreven door klassieke idealen van de Grieken, beelden de Renaissancekunstenaars vaak een ideale wereld af. In twee fasen namen de Maniera kunstenaars afstand van deze Renaissanceprincipes om uiteindelijk ‘kunst voor de kunst’ te maken. Afbeelden van de werkelijkheid was niet langer het grootste ideaal, maar maakte plaats voor artistieke virtuositeit waarin kunstenaars lieten zien wat hun kwast voor ongekende mogelijkheden bood. Het resulteerde in schilderijen vol asymmetrie, rommelige composities en niet-bestaande onderwerpen.

Kunstenaars

Manierisme ontstond op de plek waar de Renaissancekunst groot was geworden, in Florence en Rome. Jacopo da Pontormo was rond 1520 de eerste die afstand nam van de ideale wereld van de Renaissance. In een anti-klassieke stijl met rommelige composities en felle composities schilder Pontormo religieuze onderwerpen. Hij woonde zijn hele leven in Florence en werd gesteund door de Medici familie. De schilderijen van Pontormo hebben vaak een sterke emotionele lading en vormen zo een overgang naar de dramatiek van de barok.

Pontormo was opgeleid in de studio van renaissancekunstenaar Andrea del Sarto, waar ook Rosso Fiorentino een leerling was. Rosso Fiorentino, die zo genoemd werd vanwege zijn rode haarkleur, experimenteerde met dezelfde onrustige composities. Hierdoor werden zijn doeken zelfs regelmatig geweigerd door opdrachtgevers. Na de plundering van Rome in 1527, vertrok hij naar Frankrijk waar hij werkte aan het Franse hof.

De belangrijkste leerling van Pontormo, Bronzino, werd hofschilder van de Medici familie. In tegenstelling tot zijn leermeester schilderde hij nauwelijks religieuze onderwerpen, maar specialiseerde hij zich in de portretschilderkunst en allegorieën. Zijn portretten tonen kalme ingetogen mensen, die vaak een beetje uitgerekt lijken. Zijn stijl is meer analytisch en minder druk en emotioneel dan de schilderijen van Pontormo. Andere belangrijke manieristische kunstenaars binnen Italië waren onder andere Giulio Romano, die in Rome Rafael opvolgde en Parmigianino, die naast schilder ook etser was.

Rond 1570 waaide het manierisme ook over naar Venetië, waar de stijl zich vermengde met de Venetiaanse school van Titiaan en Veronese. Tintoretto was de belangrijkste vertegenwoordiger van het Venetiaanse manierisme. In Venetië werkte ook de jonge Griekse schilder, Doménikos Theotokópoulos, tegenwoordig beter bekend onder zijn Spaanse naam El Greco (de Griek). El Greco werkte na zijn opleiding in Italië bijna zijn hele leven in Spanje, waar hij beroemd werd met dramatische religieuze werken. El Greco verwierp de klassieke leer over perspectief en compositie en zocht gevoelsmatig naar sierlijkheid. Kleur was zijn belangrijkste wapen, waardoor hij later zelfs een favoriete schilder werd van de expressionisten. El Greco schilderde vaak langwerpige figuren en gebruikte dramatische licht-donker effecten. Zijn losse penseeltoets is revolutionair voor de 16e eeuw.

Een buitenbeentje binnen de het manierisme is de Habsburgse hofschilder Giuseppe Arcimboldo. Arcimboldo’s composities ging tot het uiterste om speelse schilderijen te maken, waarbij groente, fruit, bloemen en dieren gebruikt worden om gezichten te vormen. Zijn doeken zijn geen portretten, maar allegorieën op seizoenen en elementen. Zijn bijzonder schilderijen behoren tot de meest creatieve en vrijzinnige schilderijen van het manierisme.

Nederland

In Nederland staan de maniera-kunstenaars vaak bekend als Renaissancekunstenaars. Omdat Nederland niet zoals Italië een hoog-Renaissance heeft gekend en stijlen hier meer door elkaar lopen dan in Italië, is het lastig Renaissance en Manierisme goed te scheiden. Kunstenaars als Cornelis van Haarlem en Karel van Mander zijn de bekendste voorbeelden. Maar ook de beeldhouwer Adriaen de Vries die werd opgeleid in Florence door Giambologna wordt vaak tot het manierisme gerekend.

Musea

Het manierisme is in Italië te zien in talloze musea zoals de Galleria d’Accademia in Venetië en de Vaticaanse Musea. Het werk van El Greco is goed vertegenwoordigd in het Prado in Madrid en kleinere musea in Toledo. Arcimboldo en andere manieristen zijn te zien in het Kunsthistorisch Museum in Wenen. De mooiste werken van de Nederlandse kunstenaars hangen in het Rijksmuseum in Amsterdam en het Frans Hals Museum in Haarlem.

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven