De Scrovegni Kapel: Giotto’s Meesterwerk

De hemelsblauwe fresco’s in de Scrovegni Kapel in Padua zijn een harmonie van kleur en compositie. Perspectief, dramatiek en emotie, alles zit er in. Als in een strip toont Giotto de levensverhalen van Maria en Jezus op de muren van de kapel.
Dante beschrijft in de Goddelijke Komedie dat hij in de 7e kring van de hel zielen van geweldplegers tegenkomt. “Ik herkende geen van allen, maar ze hadden om hun hals een buidel hangen.” Tussen hen zat ook een Paduaan “op wiens witte tas het teken stond van een lichtblauw drachtig varken”. Dante beschrijft hier het familiewapen van de familie Scrovegni. Deze schatrijke familie van handelaars en bankiers rekenden woekerrentes voor hun leningen. Met het geld wat ze verdienden, bouwden ze een palazzo met een grote grafkapel.
Giotto en de Scrovegni Kapel
In 1305 kreeg Giotto de opdracht deze Scrovegni kapel te versieren met fresco’s. Giotto was in de voorgaande jaren beroemde geworden met een fresco-cyclus voor de kerk van Sint Franciscus in Assisi. Er was veel contact tussen de Franciscanen uit Assisi en Padua, omdat St. Antonius van Padua de belangrijkste navolger van St. Franciscus was. Mogelijk is het dankzij de Franciscanen in Padua dat Giotto naar Padua kwam.
De fresco’s van Giotto in de Scrovegni-kapel lezen als een stripverhaal. In 27 panelen zijn de levens van Joachim, Maria en Jezus afgebeeld. Giotto was zijn tijd vooruit. Naast de statische portretten van Byzantijnse kunstenaars, zijn de figuren van Giotto levensecht. Hij gebruikte een primitieve vorm van perspectief, liet personen bewegen, gaf kleren schaduwen en toonde emoties. Giotto wordt daarom vaak gezien als de kunstenaar die de Renaissance op gang bracht.












1. Joachim bij de tempel, 2. Joachim bij de herders, 3. Annunciatie aan Anna, 4. Offer van Joachim, 5. Droom van Joachim, 6. Joachim en Anna bij de Gouden Poort, 7. Geboorte van Maria, 8. Maria in de Tempel, 9. Huwelijkskandidaten bij de tempel, 10. Bidden bij de tempel, 11. Huwelijk van Maria, 12. Bruiloftsstoet van Maria.
Maria Cyclus
In de eerste 6 vlakken in de Scrovegni Kapel toont Giotto het verhaal van Joachim en Anna. Het oude tweetal kon geen kinderen krijgen. We zien in de eerste afbeelding hoe Joachim wordt weggehoond bij de tempel. Daarna trekt hij zich terug in de woestijn. Als een engel Anna en Joachim waarschuwt dat ze alsnog in verwachting zijn, keert Joachim terug naar Jeruzalem.
Joachim en Anna ontmoetten elkaar bij de gouden poort in Jeruzalem (afbeelding 6). Deze schitterende fresco is de oudste kus in de kunstgeschiedenis. Giotto vangt de liefde in de zorgzame omhelzing van het oude koppel. Uit de onverwachte zwangerschap wordt Maria geboren.

Leven van Jezus
De meest fresco’s uit de Scrovegni kapel gaan over het leven van Jezus. De manier waarop Giotto emoties meegeeft met zijn personages is vernieuwend. In de fresco’s over de geboorte van Jezus zien we de moederliefde van Maria. In de kindermoord de afschuw van de toeschouwers. Bij de kruising benadrukt Giotto het verdriet van Maria Magdelena en de berusting van Jezus.
Giotto schildert gebouwen om perspectief te creëeren. Maar doordat de achtergrond vrij vlak is, voelen de tempels en huizen soms als decorstukken op een toneel. Toch zie je in de fresco’s de vroegste pogingen tot dieptewerking. In de Vlucht naar Egypte gebruikt Giotto een minder feller kleur voor de achterste berg. Ook verkort hij het lichaam van de engel achter Maria en de ezel. Giotto is hiermee zijn tijd vooruit.









16. Geboorte van Jezus, 17. Aanbidding van de koningen, 18. Besnijdenis van Jezus, 19. Vlucht naar Egypte, 20. Kindermoord te Bethlehem, 21. Jezus en de schriftgeleerden, 22. Doop van Jezus, 23. Bruiloft te Kana, 24. Opwekking van Lazarus.
Fresco
Giotto maakte de schilderingen in de Scrovegni kapel op de muur met de zogenaamde ‘fresco’-techniek. Eerst bracht hij met houtskool een ondertekening aan op de muur. Met rode oker opgelost in water werkte hij deze tekening verder uit en kon hij de lichte en donkere partijen al aangeven.
Vervolgens bracht hij een dunne natte kalklaag aan, waarin hij daadwerkelijk schilderde. Deze ‘verse’ laag geeft deze schildertechniek de naam ‘fresco’ (Italiaans voor vers). De schilderingen moesten hierdoor snel gemaakt worden. Zodra de laag droog was, kon Giotto niets meer aanpassen. Hij werkte daarom met ‘giornate’, stukken die hij in 1 dag kon schilderen. Het was een secuur karwei.












25. Intocht in Jeruzalem, 26. Jezus in de tempel, 27. Verraad van Judas, 28. Laatste Avondmaal, 29. Voetwassing, 30. De Judas-kus, 31. Jezus voor Kajafas, 32. Bespotting van Jezus, 33. Kruistocht, 34. Kruisiging, 35. Bewening van Jezus, 36. De Verrijzenis.
Blauw
Niet alle pigmenten zijn te gebruiken voor fresco’s. Sommige hechten niet goed aan de kalk, lopen uit of verkleuren snel. Voor de kleur blauw was in Giotto’s tijd alleen ultramarijn beschikbaar. Maar deze dure kleurstof zou de fresco’s onbetaalbaar hebben gemaakt. Voor het vele blauw in de Scrovegni kapel week Giotto daarom af van de frescotechniek. Hij gebruikte het goedkopere azuriet en bracht dit bovenop de kalklaag aan, nadat deze volledig gedroogd was.
Giotto nam zo het risico dat de toplaag zou breken of zelfs zou afbladderen. Helaas is dit in grote delen van de fresco’s in de loop der eeuwen ook gebeurd. Bij een grote restauratie in 2002 is de blauwe kleur weer zoveel mogelijk teruggebracht.
Sindsdien mogen er slechts 20 mensen tegelijk de kapel binnen om de luchtvochtigheid gelijk te houden. Op tijd reserveren dus! En dan 15 minuten ademloos kijken naar Giotto’s hemelse blauw!

Mooi artikel, een reis na corona waard!
Goed artikel! Ik lees jouw stukken graag. Ze vormen een mooie aanvulling op de inleiding kunstgeschiedenis die ik volg.
Bedankt Annet en Olga!
Prachtig om te zien, nog nooit in het echt gezien daarom is dit heel fijn.
Jammer dat sommige afbeeldingen de tekst bedekken. Ik bekijk dit op een iPad.
Dankjewel Jeroen, voor het naar voren halen van deze adembenemende werken. De prachtige afbeeldingen zijn perfect te bekijken op mijn iPad
Indrukwekkend artikel. Schitterende foto’s.