Karel Appel: Kind voor altijd!

Karel Appel was een schilderbeest. Hij smeet met verf op het doek en liet zich inspireren door kindertekeningen. Met zijn kunstvrienden uit Kopenhagen en Brussel richtte hij de Cobra beweging op.
In 1948 kreeg de jonge Karel Appel de opdracht voor een muurschildering in de kantine van het Stadhuis in Amsterdam. In simpele vormen en felle kleuren schilderde Appel een tafereel dat leek op een kindertekening. De ambtenaren waren ontzet en smeten vorken en lepels naar het werk. Ook de kranten spraken hun afschuw uit. Appel’s naam als rebelse kunstenaar was gemaakt!




Appelbar
Karel Appel baseerde zijn muurschildering op een aangrijpende ervaring. Op reis door Duitsland zag hij bedelende kinderen langs de weg. Kinderen, die zouden moet spelen en tekenen, waren op zoek naar geld en voedsel. Hij inspireerde Karel Appel tot een serie tekeningen en beschilderde houtobjecten. Juist de speelse en kinderlijke uitvoering benadrukt de onschuld van de arme kinderen.
Na alle ophef, werd de muurschildering in het Stadhuis in 1949 verborgen achter een voorzetwandje. Maar Appel kreeg een nieuwe kans van Willem Sandberg, de directeur van het Stedelijk Museum. Hij mocht een wandschildering maken voor een bar in het museum. Deze “Appelbar” is nog steeds een favoriete plek in het Stedelijk Museum.

CoBrA
Karel Appel was geïnspireerd door de schilderexperimenten van na-oorlogse Franse kunstenaars Jean Dubuffet. Dubuffet verkondigde een intuïtieve pure vorm van schilderkunst en liet zich inspireren door kindertekeningen. Hij zette zich af tegen de theoretische kunst van de academie en het modernisme.
In 1948 richtte Appel met gelijkgestemde kunstenaars in het Café de l’Hotel Notre Dame in Parijs de Cobragroep op. De Deen Asger Jorn, de Belgen Christian Dotremont en Joseph Noiret en de Nederlandse schilders Karel Appel, Constant en Corneille waren de oprichters. Drie jaar lang exposeerde ze samen, publiceerden ze het Cobra tijdschriften en werkte ze aan gezamenlijk werken. Maar al na drie jaar werd de vereniging in 1951 opgeheven.



Rebels imago
In 1955 zei Karel Appel in een interview: ‘Ik rotzooi maar een beetje an’. Hij zette zichzelf neer als een ongeremde creatieveling, die maar wat deed.‘Ik smijt de verf er met kwasten en plamuurmessen en blote handen tegenaan, ik gooi d’r soms hele potten tegelijk op’. Het zorgde ervoor dat hij als kunstenaar niet altijd serieus werd genomen. Toch laat onderzoek zien dat Appel zijn composities zorgvuldiger opbouwde dan deze uitspraak doet vermoeden.
De moderne werken van Karel Appel werden al snel populair bij het grote publiek. Vanaf de jaren 60 werd de Cobra kunst gevierd als belangrijkste na-oorlogse kunststroming van Nederland. Tot op de dag van vandaag is Cobra eigenlijk nooit uit de mode geweest en hebben nog veel Nederlanders servies met de kleurrijke werken van Corneille.
