Profiel van de Gouden Eeuw

Profiel van de Gouden Eeuw: Portretten van Koopmannen en Gildenlui

Onze Vader des Vaderlands, Prins van Oranje, Stadhouder van Holland en Opstandeling tegen de Spanjaarden, Willem I wordt tot op de dag van vandaag gezien als de stichter van Nederland. We weten dankzij de portretten van Michiel van Mierevelt hoe hij eruit heeft gezien. We kennen zijn gezicht, zoals we ook de gezichten kennen van Frans Banning Cocq en Gerard Bicker. Het zijn beroemde 17e eeuwers die vereeuwigd werden in de Nederlandse schilderkunst.

Met de economische voorspoed van de Gouden Eeuw groeide ook de rijkdom van de Hollandse burgerij. Handelaren, bestuurders en ambachtslieden vormden de elite van de 17e eeuw in Nederland. Deze Nederlandse ‘upperclass’ liet zichzelf graag afbeelden door bekwame portretschilders. Er wordt geschat dat er in de 17e eeuw meer dan honderdduizend portretten zijn gemaakt in Nederland. Tienduizenden portretten bevinden zich nog steeds in Nederlandse museumcollecties. 

Portretkunst

Vanwege de hoge vraag naar portretkunst heeft vrijwel iedere Nederlanders kunstschilder van formaat portretten gemaakt. De portretten waren geliefd en werden goed betaald. Naast gewone portretten werden ook groepsportretten gemaakt van families, gilden of besturen. Speciale gebeurtenissen als huwelijken waren vaak een aanleiding voor een schilderij. Vaak liet de geportretteerde zich afbeelden met voorwerpen die iets over hem/haar zeiden.

Profiel van de Gouden Eeuw - Michiel van Mierevelt Profiel van de Gouden Eeuw - Bartholomeus van der Helst Profiel van de Gouden Eeuw - Gerard ter Borch

 Enkele kunstschilders in de Gouden Eeuw specialiseerden zich zelfs in het maken van de portretten. Hun werken worden nu gezien als de beste portretkunst van de Gouden Eeuw. Zo werkte Michiel van Mierevelt in Den Haag en Delft in een succesvol atelier dat op grote schaal portretten maakte. Van Mierevelt werd zelfs hofschilder en maakte in die functie portretten van Willem van Oranje, Prins Maurits en anderen. Michiel van Mierevelt werd geroemd om zijn levensechte kleurgebruik vooral in het schilderen van de hoofdhuid. Leerlingen van Van Mierevelt zoals Jan Ravesteijn en Paulus Moreelse zouden later zelf succesvolle portretschilders worden.

Frans Hals

In Haarlem domineerde Frans Hals de portretkunst aan het begin van de 16e eeuw. Zijn groepsportretten waren revolutionair door de levendige composities. In tegenstelling tot de stijve en gekunstelde groepsportretten die zijn voorgangers maakten, is het werk van Hals speels en veel levensechter. In zijn individuele portretten is Hals ook zeer uitbundig en lijkt hij niet alleen de beeltenis maar ook iemands karakter te vangen op het doek. Hij gebruikt hierbij vaak een losse penseelstreek.

Tegelijkertijd introduceert Rembrandt van Rijn in Amsterdam sterke licht-donker contrasten (het profiel van Rembrandt volgt in een latere bijdrage in deze serie). Zijn stijl is los en trefzeker. Rembrandt en Frans Hals hebben grote invloed op andere schilders in hun tijd. Een van de meest beroemde volgers is Bartholomeus van der Helst, wiens vroege werk veel licht-donker contrasten bevat. Later ontwikkelt hij zijn eigen stijl en wordt hij juist een concurrent van Rembrandt. Van der Helst’s specialiteit was het weergeven van kleding en sieraden.

Profiel van de Gouden Eeuw.020Gouden Meesters van de Gouden Eeuw: Frans Hals

Frans Hals werd rond 1583 geboren in Antwerpen, maar verhuisde in zijn kindertijd met zijn ouders naar Haarlem. In Haarlem ging Hals in opleiding bij Karel van Mander die eind 16e eeuw de Haarlemse kunstkring domineerde.

In 1611 werd Hals onafhankelijk kunstschilder en schreef hij zich in bij het Haarlemse Sint Lucasgilde. In de jaren hierna volgden zijn eerste groepportretten. Vooral tussen 1620 en 1640 was Hals een van de meest succesvolle kunstschilders van Haarlem en portretteerde hij veel mensen uit de elite. Zijn groepsportretten waren geliefd vanwege de uitbundigheid en de levendigheid van de compositie.

Hals zou zijn hele leven in Haarlem werkzaam blijven. Hij overleed in 1666 en werd begraven in de Sint Bavo kerk. Na zijn dood raakte Hals in de vergetelheid, maar dankzij zijn losse penseelstreek werd zijn werk herontdekt door de impressionisten in de 19e eeuw.

Gerard ter Borch

In de tweede helft van de 17e eeuw werden de portretten juist wat minder levendig en weer statiger. Portretkunst was nu ook minder een taak van specialisten, maar werd uitgevoerd door generalisten. Een voorbeeld hiervan is Gerard ter Borch, die in Zwolle geboren werd maar werkte in Londen en Antwerpen voordat hij zich in Deventer vestigde. Ter Borch maakte naast portretten ook veel genrestukken. Caspar Netscher was een van de succesvolle leerlingen van Ter Borch die eveneens genrestukken met portretten combineerden.

In Noord-Nederland werd portretkunst juist meer gecombineerde met historiestukken. Zo werkte in Alkmaar Caesar van Everdingen en in Haarlem Jan de Bray. De stijl veranderde steeds een beetje naar de wensen van de tijd. Uiteindelijk waren het de koopmannen, ambtenaren en gilden die de meest portretten bleven bestellen en zij wilden natuurlijk alles in de nieuwste mode. Zo geven de 17e eeuwse portretten ons niet alleen beeld van de mensen, maar ook van de mode en wensen van die tijd.

Nederlandse portretkunst uit de Gouden Eeuw is onder meer te zien in de collecties van het Rijksmuseum in Amsterdam, het Frans Hals Museum in Haarlem en het Mauritshuis.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Meer uit de serie Profiel van de Gouden Eeuw:

0 reacties op “Profiel van de Gouden Eeuw: Portretten van Koopmannen en Gildenlui

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: