De Russische realistische kunstenaar Vasili Veresjtsjagin schilderde de verschrikkingen van de oorlog. Zijn schilderijen stelde het keizerlijke Russische leger in een slecht daglicht. Ze mochten daarom niet meer getoond worden in Rusland….
Bij de tentoonstelling van Veresjtsjagin’s werk in Berlijn mochten kinderen en soldaten niet naar binnen. De schilderijen toonden het lijden tijdens de oorlog. Het zorgde ervoor dat Veresjtsjagin in 1901 zelfs genoemd werd als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede. Want wie zou nog willen vechten na het zien van zijn confronterende schilderijen?

Vasili Veresjtsjagin
Veresjtsjagin bezocht de kunstacademie in Sint Petersburg, maar maakte zijn opleiding nooit af. De Italianiserende landschappen die hij moest schilderen vond hij verschrikkelijk. Hij trok naar Parijs, waar hij les kreeg van Jean-Leon Gérôme. Gérôme’s oriëntalistische werken waren een bron inspiratie voor de jonge Vasili.
Toch was ook het werk van Gérôme te gepoleist voor Veresjtsjagin. Hij wilde het echte leven laten zien. In 1868 ging hij in dienst als cartograaf in het Russische leger. Zo kwam hij middenin de gevechten in Turkmenistan terecht. Na zijn ervaringen in Centraal-Azië trok hij zich terug in München en schilderde 30 grote schilderijen over de strijd.



Turkmenistan
De schilderijen van de oorlog in Turkmenistan sloegen in als een bom. Waar eerdere oorlogskunstenaars vooral de overwinnaars toonden, richtte Veresjtsjagin zich op de slachtoffers en de sociale impact van de oorlog. Hij toonde lijken, gewonden, opiumverslaafden en ontheemde mensen. Bovendien zagen Europeanen dankzij Veresjtsjagin voor het eerst de cultuur van Centraal Azië.
Na een reeks succesvolle tentoonstellingen verkocht Veresjtsjagin de serie als geheel aan Pavel Tretyakov, zodat ze bij elkaar konden blijven. Sindsdien zijn ze te zien in het Tretyakov museum in Moskou. Veresjtsjagin zou in serie blijven werken en als snel volgden schilderijen over de Napoleonistische oorlog en de Russisch-Turkse oorlog.


Tentoonstelling
In 1881 stelde Veresjtsjagin zijn schilderijen van de Russisch-Turkse oorlog tentoon in Wenen. De tentoonstelling was een gigantisch succes met meer dan honderdduizend bezoekers binnen een maand. Ook in Berlijn en New York trokken de schilderijen veel bezoekers. Journalist Alfred Fried bezocht de tentoonstelling en schreef: “Hier leerde ik de oorlog haten.” Hij won de Nobelprijs voor de Vrede in 1911.
Militaire hoogwaardigheidsbekleders waren minder gecharmeerd van het werk van Veresjtsjagin. Ze waren bang dat de weerzinwekkende schilderijen het moraal onder de soldaten zou verlagen. In Berlijn was het daarom voor soldaten verboden om de tentoonstelling te bezoeken.

Censuur
Ook in Rusland was het werk van Veresjtsjagin controversieel. Rond 1880 werden tentoonstellingen en reproducties van zijn schilderijen daarom verboden. De Russische bevolking werd zo niet geconfronteerd met de uitwassen van het eigen leger. Het is een type censuur die doet denken aan de ‘militaire operatie’ in het huidige Oekraïne.
Toch was er ook lof voor Veresjtsjagin. In zijn leven kreeg hij militaire medailles voor moedigheid. Veresjtsjagin zou zijn hele leven oorlogsschilderijen blijven maken. In 1904 bevond hij zich op een Russische marineschip tijdens de Russisch-Japanse oorlog. Toen het schip een zeemijn raakte en zonk, kon Veresjtsjagin zich niet redden. Hij werd zo zelf slachtoffer van de verschrikkingen van de oorlog.
2 comments
Moest onmiddellijk denken aan Goya’s Verschrikkingen van de oorlog.
Citaat: “Ze mochten daarom niet meer getoond worden in Rusland”. Niet in Rusland, maar in het Russische Rijk – dat was de naam van het land vanaf een tijd van Peter de Grote tot de revolutie 1917.
Vereshchagin wijdde zijn werk “The Apotheosis of War” aan “alle grote veroveraars van verleden, heden en toekomst”.
Je hebt een goed interessant en informatief artikel geschreven,maar weefde hier een bijtende politieke opmerking …Dat vind ik klein voor U.