Een bezoek aan Florence voelt als een reis naar de 15e eeuw. Rijk versierde kerken en grote musea tonen de schoonheid van de meesters uit de Renaissance. Het oude centrum lijkt eeuwenlang nauwelijks veranderd te zijn. Hoe ontstond deze wereldstad? Welke kunstenaars stonden aan de basis van de Renaissance?
In de vroege Renaissance wedijverden Pisa en Florence om wie de machtigste stad was in de regio. Pisa was aan de winnende hand: ze hadden succesvolle en vernieuwende kunstenaars zoals Pietro Lorenzetti en Simone Martini. In Florence werkte Cimabue. Cimabue schilderde religieuze werken: Madonna met kind, Heiligenportretten en verhalen uit het leven van Christus. De schilderijen hebben meestal een Gouden achtergrond zoals in de Byzantijnse kunst. Volgens het beroemde schilderboek van Vasari begon de Florentijnse Renaissance-schilderkunst bij Cimabue, vanwege de meer levensechte verhoudingen van zijn figuren. Maar het is waarschijnlijk eerlijker om te zeggen dat de Byzantijnse tijd met hem eindigde.

Giotto de vernieuwer
De belangrijkste verdienste van Cimabue is misschien wel het opleiden van Giotto di Bondone, al wordt er tegenwoordig steeds meer aan getwijfeld of dit verhaal wel waar is. Giotto was een ware kunstvernieuwer. Hij stopte met de Gouden achtergronden en gebruikte een helder blauwe voor de lucht. Blauw was een duur pigment en benadrukte de rijkdom van de opdrachtgever. Maar zijn grootste vernieuwingen waren het beter gebruik van lineair perspectief en lichaamsverhoudingen. Ook maakte hij al zijn figuren individueel herkenbaar, iedereen had een ander gezicht. In de byzantijnse kunst waren de gezichten juist erg versimpeld en vaak onderling inwisselbaar.
Je zou verwachten dat zo’n grote vernieuwer als Giotto meteen veel navolging zou krijgen. Maar doordat vlak na zijn dood een grote pestepidemie volgde, was dit niet het geval. De pest van 1348 doodde de helft van de bevolking in Siena en Pisa en zorgde ervoor dat de regio tientallen jaren moest herstellen. Het gaf nieuwe verhoudingen in Toscane: Florence was nu Pisa voorbij gestreefd. Florence versloeg later ook Siena bij de slag van San Romano en werd hiermee definitief de heerser van Toscane. Deze veldslag werd vereeuwigd in de schilderijen van Paolo Uccello, waarin lineair perspectief werd gecombineerd met atmosferisch perspectief. Bij atmosferisch perspectief wordt de achtergrond van een schilderij in een vagere kleur geschilderd om het gevoel van diepte te versterken.





Hervonden rijkdom
Pas rond 1400 kwamen de kunsten weer in beweging. Kerken profiteerden van de nieuwe rijkdom van Florence en breidden massaal uit. Deze nieuwe gebouwen moesten natuurlijk versierd worden met Bijbelse taferelen en dus was een grote vraag naar getalenteerde kunstenaars. Het zorgde voor een opleving van de frescoschilderkunst, waarbij verf werd aangebracht op een natte pleisterlaag. Een goed voorbeeld is de Brancacci kapel in de Santa Maria del Carmine, die in opdracht van een rijke Florentijnse familie verfraaid werd met frescos over het leven van Petrus. De opdracht ging naar Masaccio en Masolino, die vaak samen aan frescos werkten. Masolino was een stuk ouder dan Masaccio en lijkt hem onder zijn hoede te hebben genomen, al zijn de precieze omstandigheden van hun samenwerking onbekend.
In de Brancacci kapel brengt Masaccio de schilderkunst weer een stapje verder dan Giotto. Door het gebruik van lineair and atmosferisch perspectief, maar ook door het gebruik van licht. In de werken van Masaccio komt dit duidelijk uit 1 richting en gebruikt hij de schaduwwerking om meer gevoel van diepte te creëren. Na deze succesvolle opdracht wordt Masaccio daarom gevraagd om altaarstukken te maken voor de kathedraal van Pisa, de Santa Maria Novella in Florence en enkele kerken in Rome.

Bezoeken
Het verhaal van de vroege Renaissance in Florence, is een vertelling over de ontwikkeling van het perspectief. Schilders houden vast aan religieuze onderwerpen en gebruik vooral de fresco-techniek. Om deze vooruitgang goed te bekijken kan je het best afreizen naar Florence, waar in het Uffizi museum alle in dit stuk genoemde schilders te bekijken zijn. De kerken van Florence zoals de Santa Maria Novella en de Santa Croce tonen de pracht van de Renaissance in hun altaarstukken en kapelletjes.
Maar om de vroege Florentijnse meesters echt te ervaren, kan je het best een bezoek brengen aan het San Marco klooster. Hier woonde de schilderende monnik Fra Angelico (broeder Angelico). Prachtige simpele afbeeldingen van Bijbelse verhalen hangen hier niet in een museum, maar op de plek waar ze voor bedoeld waren: de kloostercellen van de andere broeders. Het bracht Angelico zoveel roem, dat hij door de paus naar Rome werd gehaald om in de vertrekken van paus ook frescos te maken (Nicolaaskapel). Fra Angelico is ondertussen zelfs zalig verklaard en laat zien hoe dicht religie en kunst in de 15e eeuw nog bij elkaar hoorde.
1 comment
Bondig en duidelijk. Zo krijgt de bezoeker direct een heldere en gevatte inleiding. Goed zo.