de Kringloop van het Leven met Edvard Munch

Wist u dat de beroemdste werken van Edvard Munch samen een cyclus over het leven vormen? De Schreeuw, Madonna, Vampier en 19 andere schilderijen vertellen een verhaal over de liefde en de dood. Wat is de levenscyclus door de ogen van Munch?

In 1893 exposeerde Edvard Munch zes schilderijen over de liefde. Munch dacht door verschillende schilderijen samen te tonen grote thema’s als liefde, wanhoop en verlies beter te kunnen vangen. De serie groeide uit tot 22 werken onder de titel ‘het Levensfries’. In vier groepen schilderijen toont hij het ontstaan van de liefde, de bloeiende liefde, de wanhoop en de dood.

Deel 1 – Zaaien van de Liefde
1. Droom in de zomernacht, 2. Wit en rood, 3. Oog in oog, 4. De Dans op het Strand, 5. de Kus, 6. Madonna

Het Zaaien van de Liefde

In de eerste zes schilderijen uit het Levensfries zien we de verliefdheid van een jong koppel. Munch schilderde de meeste van de werken rond 1895, toen hij verliefd was op een getrouwde vrouw, Mrs. Heiberg. Waarschijnlijk had hij met haar een kortdurende liefdesaffaire en diende ze als model voor de vrouw uit “Droom in de zomernacht”.

Hij werkte het motief tussen de onschuldige vrouw (in wit) en de gepassioneerde vrouw (in rood) vervolgens verder uit. De kleuren wit en rood blijven terugkomen in de volgende schilderijen, waarin de geïdealiseerde vrouw uiteindelijk plaatsmaakt voor de passievolle liefde. In de Madonna is de vrouw een femme fatale, waarbij het rood van de liefde als een aureool om haar hoofd hangt.

Deel 2 – Bloeien van de Liefde
7. As, 8. Vampier, 9. Levensdans, 10. Jaloezie, 11. Sfinx, 12. Melancholie

het Bloeien van de Liefde

In het tweede deel van de serie zien we hoe de liefde zich verder ontwikkelt, maar hoe ook meer twijfel ontstaat bij Munch. Waarschijnlijk is dit opnieuw geïnspireerd op de affaire met Mrs. Heiberg. Munch had moeite met het overspel en voelde zich vaak slecht nadat hij met haar samen was geweest. In het doek As zien we zijn wanhoop na de liefdesdaad. In Vampier zien we een omhelzing die liefdevol maar ook troostrijk is.

Op het doek Levensdans toont de complexiteit Munch’s liefdesleven. We zien hem stijfjes dansen met Mrs. Heiberg, die hem uiteindelijk zou afwijzen. Op de achtergrond staat ze nogmaals, nu dansend met haar man. De andere vrouw die tweemaal alleen staat afgebeeld is Tulla Larsen. Zij was verliefd op Munch, maar werd door hem afgewezen.

De laatste drie werken van dit deel van de serie tonen de nasleep van de gebroken liefdes: jaloezie en melancholie. De man met de snor op het werk Jaloezie is de Poolse schrijver Stanisław Przybyszewski. Munch had ook korte tijd een affaire met zijn vrouw, vlak na zijn stukgelopen relatie met Mrs. Heiberg. Przybyszewski was niet blij met het overspel van zijn vrouw. Als reactie schreef hij een boek over een jaloerse schilder die zelfmoord pleegde. Het was duidelijk dat hij hiermee op Munch doelde.

Deel 3 – Levensangst
13. Angst, 14. Avond op de Karl Johan, 15. Rode Virginia, 16. Golgotha, 17. Schreeuw

Levensangst

Na de mislukte liefdes zakt Munch in een depressive periode. Het derde deel van de Levenscyclus toont daarom werken, die verwijzen naar angst en verdriet. Een hoofdrol speelt de Karl Johan (straat) in Oslo, waar hij stiekem afsprak met Mrs. Heiberg. We zien Munch’s angst voor de menigte, die over hem oordeelt.

Alles komt samen in Golgotha. Dit christelijk motief, verwijzend naar de kruisdood van Jezus, krijgt bij Munch een persoonlijke wending. Hij hangt zelf aan het kruis, veroordeeld door de menigte op de voorgrond. Van links naar rechts zijn dit Christian Krohg (de leraar van Munch), Gunnar Heiberg (man van Mrs. Heiberg), Stanislaw Przybyszewski, de jonge Munch (in profiel) en Karen Bjølstad (de tante van Munch, die het gezin grootbracht).

Deel 4 – de Dood
18. Aan het doodsbed, 19. Dood in de ziekenkamer, 20. Rouwstoet op Potzdammer Platz, 21. Metabolisme, 22. Dode moeder en kind

Dood

Munch’s depressie slaat om in een angst voor de dood. We zien verwijzingen naar de dood van zijn moeder (Dode moeder en kind) en de dood van zijn zusje (Aan het doodsbed). Edvard Munch was slechts vijf en veertien jaar toen dit gebeurde. Het maakte grote indruk op hem. Hij schilderde in deze doeken met opzet weinig details, omdat zijn herinneringen zoveel jaar later niet meer zo scherp waren.

Metabolisme is een belangrijk slotstuk in het Levensfries. Een jonge man en vrouw staan als Adam en Eva naast een boom. In het christendom staat dit symbool voor het begin van het leven. Maar bij Munch is het eerder een vergane herinnering. Hun ingevallen gezichten worden overschaduwd door de dood. Op de voorgrond schilderde Munch oorspronkelijk een menselijke foetus, maar hij overschilderde dit na 1903.

Edvard Munch heeft lange tijd geprobeerd om een permanente tentoonstellingsruimte te vinden voor de Levensfries. In bovenstaande schets is te zien hoe hij de werken zou willen presenteren. Ook rondom de schilderijen zouden decoratieve elementen worden aangebracht. Maar helaas kwam het nooit zover. Toch zijn in het Munch Museum in Oslo veel werken uit de cyclus tegenwoordig samen te zien.

Gerelateerde artikelen:

Geef een reactie