Nederland als multicultureel kunstland

Aan het begin van de Renaissance was Nederland achtergebleven gebied. Maar dankzij een nieuwe generatie reizende kunstenaars kwam ons kikkerlandje in contact met Dürer, Rafael en Van der Weyden. Uit deze multiculturele mix ontstond de Nederlandse renaissancekunst.
Nederland was jarenlang hofleverancier geweest van kunstenaars voor het Bourgondische hof. Maar ondanks dat Nederland goede vaklieden had, bleven ze achter bij de creatieve en technische ontwikkelingen van Italiaanse Renaissancekunst. Pas na 1500 kwam er door nieuwe contacten met Duitsland, Italië en Vlaanderen een nieuwe generatie Nederlandse kunstenaars. Nederland werd een smeltkroes van drie verschillende kunstculturen.



Duitse invloeden: geloof & gravures
Met de ontwikkeling van de boekdrukkunst kwamen houtgravures van de beroemde kunstenaars in omloop in heel Europa. Albrecht Dürer was de pionier in dit genre. Zijn serie over de Apocalyps maakte ook in Nederland veel indruk. Dürer’s belangrijkste navolger in Nederland was Lucas van Leyden, die zich specialiseerde in hout- en kopergravures.
Waar Lucas van Leyden de graveertechniek heeft geleerd, is onbekend. Maar zeker is dat zijn gravures veel aanzien hadden. Zijn beroemdste serie toont de macht van de vrouw in Bijbelse taferelen. Van Leyden was in contact met Albrecht Dürer, die zijn werk zo waardeerde dat hij zelf een reeks van prenten van Lucas van Leyden kocht in 1521.





Vlaamse invloeden: realisme & olieverf
In de loop van de 16e eeuw zou het relatief rustige Nederland overspoeld worden door Vlaamse kunstenaars, die vluchtten voor de geloofsoorlogen in eigen land. Jan Gossaert was één van de eerste Vlamingen die naar Nederland kwam. Gossaert was in dienst geweest van de hertog van Bourgondië, was naar Italië gereisd en had een succesvol atelier gehad in Antwerpen, voordat hij zich in Nederland vestigde. Hij bracht hierdoor een schat aan ervaring naar ons land.
De opdrachten bleven ook in Nederland binnenstromen: Gossaert werkte voor de Spaanse koning, de Deense koning en voor het Bourgondische hof.

Italiaanse invloeden: lichaam & perspectief
Doordat in 1522 de Utrechtse bisschop Adriaan Boeyens gekozen werd tot Paus, kwamen Nederlandse kunstenaars in direct contact met het Vaticaan. Jan van Scorel reisde naar Rome om voor de paus te werken, waar onder andere Raphael opvolgde. Hij leerde hierdoor de Renaissance kunst van Michelangelo van dichtbij kennen.
Na terugkomst in Nederland vestigde hij een groot atelier in Utrecht, waarin schilders als Jacob van Oostsanen en Maarten van Heemskerck werden opgeleid. Vooral in het werk van Maarten van Heemskerck is de Italiaanse invloed goed te zien. Van Heemskerck maakte zelf ook een reis naar Italië rond 1536.


Haarlem kunststad
De Duitse, Vlaamse en Italiaanse kwamen allemaal samen in Haarlem, dat uitgroeide tot de eerste echte kunststad Nederland. Haarlem was een relatief rustige stad, die niet teveel last had van de 80-jarige oorlog en waar het katholicisme werd gedoogd. Haarlem kon hierdoor een vrijplaats worden voor kunsten binnen de gepolariseerde 16e eeuw.
De eerste Nederlandse kunstenaars van de Gouden Eeuw zoals Hendrick Goltzius, Cornelis van Haarlem en Karel van Mander komen allemaal in Haarlem. Vanaf dat moment imiteren de Nederlandse kunstenaars hun Vlaamse, Duitse en Italiaanse collega’s niet meer, maar ontwikkelen ze hun eigen stijl: de Hollandse School. Hiermee is de Nederlandse renaissancekunst het levende bewijs dat uit multiculturele invloeden juist eigenheid kan ontstaan!

Een cultureel feest om te zien en lezen, dank je wel!
Dag Jeroen!
Ik geniet zeer van de kunstvensters!
Ik heb ooit een paar jaar kunstgeschiedenis gestudeerd, dus mijn kennis komt weer een beetje naar boven. Ik leer er ook veel van!
Hartelijke groeten,
Anna Maas