Waarom verbrandde Sandro Botticelli zijn eigen schilderijen?

Op 7 februari 1497 werden in Florence duizenden kunstwerken verbrand door aanhangers van de Dominicaanse priester Girolamo Savonarola. Bij dit ‘vreugdevuur van ijdelheden’ gooide Sandro Botticelli meerdere van zijn eigen schilderijen op het vuur. Waarom verbrandde hij zijn eigen werken? En hoe werden zijn meest beroemde schilderijen gered? 

In de 15e eeuw werd Florence lange tijd geregeerd door de welvarende De Medici familie. De Medici’s waren rijk geworden als bankiers van de paus en hadden een netwerk van banken over heel Europa. De familie had een groot hart voor de kunsten. Michelangelo, Leonardo da Vinci en Domenico Ghirlandaio waren slechts enkele van de kunstenaars die door De Medici’s betaald werden in de Renaissance.

Sandro Botticelli – Aanbidding door de Drie Wijzen

Sandro Botticelli

Lorenzo de Medici (Il Magnifico) bestuurde Florence op het hoogtepunt van de welvaart in de Renaissance. Als kunstliefhebber gaf hij ook Sandro Botticelli belangrijke ondersteuning. Als dank voor het patronage van De Medici familie, schilderde Botticelli de drie belangrijkste voorvaderen van Lorenzo als de Drie Koningen: Cosimo de Medici zit knielend voor Maria, Piero de Medici zit in het midden met de rode mantel en de derde wijze is Giovanni. Lorenzo (il  Magnifico) staat zelf helemaal links op de voorgrond afgebeeld naast het paard.

Botticelli werd mede op voordracht van De Medici’s naar het Vaticaan gehaald om te helpen bij de fresco’s voor de Sixtijnse kapel. Daarnaast kreeg hij ook persoonlijk opdrachten van De Medici familie. Zo schilderde hij La Primavera in opdracht van Pierfrancesco de Medici, een neef van Lorenzo. Ook heeft hij mogelijk De Geboorte van Venus in opdracht van De Medici’s gemaakt, al bestaat hier wat onduidelijkheid over. Zeker is in ieder geval dat beide schilderijen vanaf het begin van de 15e eeuw in het buitenhuis van de Medici familie hebben gehangen.

Sandro Boticelli – La Primavera
Fra Bartolomeo – Girolamo Savonarola

Savonarola en het Vreugdevuur

Ondertussen kreeg de Dominicaanse priester Girolamo Savonarola steeds meer aanhang. Savonarola waarschuwde in zijn preken voor het verval van de stad. Hij pleitte voor katholieke waarden en zag kunst en de herwaardering van de klassieken als een gevaar. Na de dood van Lorenzo in 1492 raakte de De Medici dynastie aan het wankelen. Zijn zoon Piero de Medici kwam aan de macht, maar was een onbekwaam leider. De Fransen zagen dit en vielen de stad binnen. De burgers zagen de zwakte van Piero als bevestiging van het verval waar Savonarola over sprak. Savonarola kreeg hierdoor een groot deel van de burgers in Florence aan zijn zijde.

Vasari beschrijft in zijn ‘Vite’ dat Botticelli ook tot de aanhang van Savonarola behoorde. Volgens Vasari zou Botticelli hierdoor zelfs helemaal gestopt zijn met schilderen, omdat kunst door Savonarola werd gezien als ijdelheid en dat was een zonde. Al wordt er tegenwoordig aan deze bewering door kunsthistorici getwijfeld, omdat Botticelli mogelijk toch nog enkele werken na 1495 maakte. Volgens andere bronnen zou Botticelli bij de grote kunstverbranding uit 1497 zijn eigen werken hebben verbrand. Kunst zou afleiden van het ware geloof, een overtuiging die later door de protestanten werd overgenomen.

Evelyn de Morgan – Flora

Wereldfaam

De Geboorte van Venus en La Primavera behoren tegenwoordig tot de meest beroemde schilderijen van de Renaissance. Toch is dit niet altijd zo geweest. Botticelli werd eeuwenlang vergeten als belangrijke Renaissance kunstenaar. Schilders die na hem kwamen zoals Michelangelo en Raphael werden lange tijd als veel belangrijker gezien. Vasari schreef daarom maar kort over Botticelli. De Geboorte van Venus en La Primavera bleven bovendien eeuwenlang onzichtbaar voor het grote publiek, omdat ze in het buitenhuis van de Medici familie hingen. Pas rond 1815 werden werken verplaatst naar het Uffizi museum.

De herontdekking van Botticelli vond pas plaats aan het eind van de 19e eeuw. Dankzij de prerafaëlieten kwam er opnieuw aandacht voor zijn werk. Vergelijk bijvoorbeeld Evelyn de Morgan’s Flora eens met de Hore van het Voorjaar (rechts) in de Geboorte van Venus. Ook werden zijn fresco’s in de Sixtijnse kapel opnieuw gewaardeerd. Gelukkig hebben de Geboorte van Venus en La Primavera het vreugdevuur van Savonarola overleefd. Waarschijnlijk omdat Botticelli de werken in opdracht had gemaakt en dus niet langer in eigen bezit had. Mogelijk hadden de De Medici’s ze toen al in hun huizen hangen. Botticelli (of andere navolgers van Savonarola) konden de werken hierdoor simpelweg niet verbranden.

Meer wereldberoemde kunstwerken:

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven