Ingres vond schoonheid in de werkelijkheid

Jean-Auguste-Dominique Ingres schilderde grootse schilderijen in de traditie van Rafaël en David. Zijn mythologische en religieuze werken tonen de perfecte schoonheid van het lichaam. Toch wordt hij ook gezien als een belangrijke voorloper van de moderne kunst. Wat maakt zijn werk zo bijzonder?

In de tijd van Napoleon was Jacques Louis David de onbetwiste schilder van het hof. Hij schilderde de kroning van Napoleon en meerdere statieportretten van de keizer. Zijn stijl met heldere lijnen, sobere composities en mythologische onderwerpen domineerde de jaarlijkse salon. Vooral ook omdat David veel leerlingen had, die in dezelfde neoclassicistische traditie werkten.

Ingres

Jean-Auguste-Dominique Ingres was ook korte tijd leerling bij David. Maar nadat hij de Prix de Rome won, verliet hij Parijs. In 1806 trok Ingres naar Rome om de Renaissance meesters te bestuderen. Hij woonde bijna 20 jaar lang in Italië en verdiende hij geld als portrettist. Ondertussen bleef hij werk insturen naar de salon in Parijs, maar zonder succes.

Pas in 1824 vergaarde hij grote roem met het schilderij “de Eed van Lodewijk XIIII”. Het doek is geïnspireerd op de Sixtijnse Madonna van Rafaël, dat hij in Rome had bestudeerd. Op het schilderij zit Lodewijk XIII geknield voor Maria en biedt hij haar zijn kroon en staf aan. Dankzij het werk kreeg Ingres een koninklijke onderscheiding in het Legion d’Honneur en werd hij verkozen als lid van de kunstacademie.

Neoclassicisme vs. Romantiek

Maar de competitie zat niet stil. Onder aanvoering van Eugène Delacroix ontstonden er nieuwe ideeën over de schilderkunst. Delacroix wees de formele neoclassicistische stijl af en schilderde dynamische schilderijen vol kleur en beweging.

De botsende ideeën waren goed te zien tijdens de salon van 1827. Ingres presenteerde hier “de Apotheose van Homerus”, een eerbetoon aan de Parnassus van Rafaël. Het werk toont een symmetrische tempel met kunstenaars en schrijvers uit verschillende tijden. Terwijl Delacroix met “de Dood van Sardanapalus” de chaos laat zien van een moordpartij van de laatste Assyrische koning Sardanapalus. Het werk is vol kleur en bewegende lichamen en zorgde voor een schrikreactie bij de bezoekers van de salon.

Realisme in de schilderijen van Ingres

Delacroix probeerde met zijn schilderijen zijn gevoel uit te beelden. Voor hem was een schilderij pas geslaagd als het de toeschouwer echt raakte. Kunst was zo volgens Delacroix in staat uit te beelden wat onzichtbaar was. Voor Ingres was juist het benaderen van de perfectie van de natuur het ideaal. Ingres geloofde niet in de weergave van niet zichtbaar was.

Jean-Auguste-Dominique Ingres noemde zichzelf een realist, omdat hij al zijn inspiratie haalde uit de werkelijkheid. Met hedendaagse ogen lijken zijn neoclassicistische schilderijen echter juist idealiserend en georganiseerd. Voor Ingres zat het realisme bijvoorbeeld in de wijze waarop hij goden en engelen afbeeldde. In zijn schilderijen lijken het mensen van vlees en bloed.

Het realisme van Ingres is het best te zien in zijn portretten. In het portret van Meneer Bertin toont hij een oudere man met een arrogante vastbesloten blik. De dikke buik, de terugtrekkende haarlijn en de gerimpelde vingers zijn een realistische weergave van het ouder worden. Ingres spaart meneer Bertin niet.

La Grande Odalisque – Jean-Auguste-Dominique Ingres

Erotische schilderijen

Venussen, baadsters en mythologische figuren, Ingres schilderde tientallen naakten in zijn loopbaan. Vaak voel je je als toeschouwer voyeur bij de naakten, zoals in “La Grande Odalisque“. De wulpse blik en het gedraaide lichaam van de vrouw geeft het schilderij een erotische lading.

In “het Turkse Bad” dat hij schilderde tussen 1852 en 1859 brengt hij zijn naakten samen in een schilderij. De compositie is rommeliger dan in zijn vroege schilderijen (vergelijk maar eens met de Apotheose van Homerus). Het werk diende als inspiratie voor Picasso’s Demoiselles d’Avignon.

Hoewel zijn liefde voor Rafaël en het classicisme altijd bleef, durfde Ingres later in zijn carrière steeds vrijer te schilderen. Hij zocht de schoonheid in de natuur, maar alleen de mooiste vrouwen en de mooiste kleding waren voor hem genoeg. Het realisme van Ingres is daarom mooier dan werkelijkheid.

Dit artikel is het eerste deel van een nieuwe serie artikelen over de “ruime” 19e eeuw (1789-1914). Onder de titel “Vrienden van het Impressionisme” bekijk ik de kunstenaarsgroepen en stromingen, die het modernisme introduceerden in de kunst! Volgende maand deel 2: de romantiek van Delacroix en het belang van de salon!

Gerelateerde artikelen:

1 comment

Adrien Vos says:

Jammer dat in dit artikel niets wordt geschreven over Ingres Museum (Musée Ingres Bourdelle) in Montaban Frankrijk. Een gemiste kans.https://museeingresbourdelle.com/

Geef een reactie