Eeuwenlang werden mensen met geestesziekten behandeld als wilde dieren en vastgeketend om zichzelf en hun omgeving te beschermen. Eind 18e eeuw kwam hier in Parijs verandering in. De patiënten werden bevrijd van hun ketenen en er werd naar ze geluisterd: een psychologische aanpak als therapie. Theodore Géricault maakte een serie schilderijen waarop de patiënten staan afgebeeld. De doeken werden gebruikt in het onderwijs om leerlingen de ziekte beter te laten begrijpen!
In de Salpêtrière Kliniek in Parijs werden in de 18e eeuw vrouwen opgevangen die geestelijke problemen hadden. Het ziekenhuis gaf onderdak aan nerveuze, manische en waanzinnige zieken en stond bekend om zijn progressieve methoden. In het ziekenhuis werd het vastbinden van patiënten verboden en geprobeerd door observatie en gesprekken de mentale gesteldheid van zieken te verbeteren.

Philippe Pinel
Hoofdarts Philippe Pinel stond bekend als de man die het ketenen van psychiatrische patiënten afschafte. Pinel was hiermee een van de eerste voorvechters van de psychologische behandeling. Tegenwoordig wordt betwijfeld of Pinel het ketenen wel volledig verbood en is het bekend dat de Italiaan Vincenzo Chiarugi eerder al vrijheidsberoving van mentale zieken afschafte. Toch wordt juist Pinel vaak afgebeeld in de kunst als de vernieuwer van de psychiatrische behandelingen.
Étienne-Jean Georget was een van Pinel’s belangrijkste leerlingen, die ook in het Salpêtrière werkte. Georget verbeterde de classificatie van de geestelijke aandoeningen en vatte interesse op voor zogenaamde ‘monomanie’. Hiermee worden specifieke geestelijke afwijkingen bedoeld in een verder gezonde geest. Bekende voorbeelden zijn kleptomanen die stelen, en pyromanen die brandstichten. Georget beschreef “theomanie” (religieuze obsessies), “erotomanie” (sexuele obsessies), “demonomanie” (obsessies met het kwaad) en “homicide monomanie” (obsessie met moord).
Schilderijen van Géricault
Om de vormen van monomanie beter te kunnen herkennen, gaf Georget aan de Franse schilder Théodore Géricault de opdracht om 10 patiënten met vormen van de ziekte te beschrijven. Er zijn hiervan nog 5 schilderijen bekend: een kleptomaan, een gokverslaafde, een getraumatiseerde militair, een kinderlokker en een obsessieve jaloerse vrouw. Hoewel weinig over de opdracht bekend is, wordt algemeen aangenomen dat Georget de portretten gebruikte voor zijn onderwijs.

Géricault heeft in de portretten nadrukkelijk geprobeerd niet het uiterlijk van de patiënten realistisch weer te geven, maar vooral te focussen op de innerlijk strijd van de zieken. In navolging van Pinel probeerde Georget de patiënten te begrijpen zodat hij ze met therapieën kon helpen genezen. Mogelijk geloofde Georget ook in ‘fysiognomie’, een leer waarin gedacht werd dat mentale zieken te herkennen waren aan uiterlijke kenmerken. Georget schreef: “In het algemeen is het gezicht van een idioot vrij dom, zonder begrip; het gezicht van een manische patient is net zo geërgerd als zijn geest, vaak erg verkrampt”.
Géricault moet de portretten dus hebben gemaakt met deze overtuiging in het achterhoofd. Dit verklaart de nogal verschrikte en lege blikken in sommige portretten. Géricault is zijn hele leven geïnteresseerd geweest in psychiatrische patiënten en bezocht meerdere klinieken tijdens zijn leven. In de latere jaren van zijn leven leed hij zelf ook aan ernstige depressies. Géricault maakte zijn laatste zelfportret in 1824. De ingevallen wangen en lege blik maken van hemzelf ook een patiënt. Helaas, was deze patiënt niet meer te helpen en overleed hij op 32 jarige leeftijd.
0 reacties op “Schilderijen van Géricault om Geesteszieken te Genezen”