Heimwee naar Oud Parijs met Atget

Het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam brengt dit najaar een tentoonstelling van wereldklasse. Ruim 200 foto’s van de beroemde Franse fotograaf Eugene Atget zijn naar de maasstad gebracht en geven een geweldig overzicht van het Parijs van rond 1900. Het is een tijd die ik nooit heb meegemaakt, toch verlang ik terug naar 1900 door mijn bezoek aan deze tentoonstelling.

Eugene Atget was de eerste stadsfotograaf ter wereld. Toen hij rond 1895 zijn eerste fotocamera kocht, begon hij de stad waarin hij woonde te fotograferen. Hij liet zo een uniek document achter van het Parijs van 1900. Atget fotograafde voornamelijk de plekken in de stad die nog niet waren gemoderniseerd, het zogenaamde oude Parijs.

Eugene Atget – Pantheon

Oud Parijs
Ik leerde Atget voor het eerst kennen in Parijs waar werk van hem wordt tentoongesteld in het Musee Carnevalet, het museum over de geschiedenis van Parijs. Maar ik raakte pas echt geïntrigeerd door zijn werk door een documentaire die de Avro over hem uitzond. Atget was namelijk de eerste fotograaf die systematisch Parijs in beeld bracht. Hierbij was hij voornamelijk geinteresseerd in de oude delen van de stad.

Eugene Atget – 6e arrondissement

Atget leefde namelijk in een tijd dat Parijs volledig aan het veranderen was. Onder leiding van Baron Haussman werden hele wijken met smalle straatjes platgegooid om ruimte te maken voor brede boulevards die ruimte boden aan koetsen en auto’s. De Parijzenaars zagen dus binnen enkele jaren hun hele stad veranderen. Atget koos er daarom voor om specifiek de plekken te fotograferen die origineel en oud waren. Je zult op zijn foto’s dan ook nauwelijks auto’s of moderne bouwwerken tegenkomen. De Eiffeltoren bijvoorbeeld, die werd gebouwd voordat Atget begin te fotograferen, heeft hij niet op de gevoelige plaat vastgelegd.

In het fotomuseum zijn de foto’s van Atget voor het gemak ingedeeld in categorien. Op 5 verschillende muren staat op levensgroot formaat (3 x 3 meter) een foto van Atget uitvergroot en achter iedere fotomuur komt een zaal tevoorschijn. Parken, Straten, Vestingwerken, Beroepen, de Seine, alles krijgt zijn plekje in de tentoonstelling. In schaars licht, om de foto’s voor verkleuring te behoeden, valt vooral de leegte op Atget’s foto’s op. Atget fotografeerde vroeg in de morgen om zo min mogelijk mensen op zijn foto’s te hebben. Hierdoor hebben de foto’s iets melancholisch en voelt de toeschouwer een soort verstilling. Het zorgt ervoor dat de werken meer zijn dan historische foto’s. Ze krijgen de waarde van een kunstwerk.

Eugene Atget – Lampenkapverkoper

Techniek
Atget was een ouderwetse man, zijn camera was dan ook een hele simpele. Het was een houten balg camera, dit wil zegen dat de houten plaat waarin de lens zat met een uitschuifbare balg te bewegen was van de achterkant van de camera waarop de gevoelige glasplaat vastzat. Atget werkte dus nog niet met films, maar met glasplaten waarop hij een gelatineachtig mengsel smeerde dat lichtgevoelig was. De ongemakken van deze camera zie je terug in de tentoonstelling. Op veel foto’s zijn op de rand zwarte stippen te zien, dit zijn de plekken waarop de klemmetjes drukte die Atget gebruikte om de glasplaat vast te zetten.

Maar het meest frapante zijn de bovenhoeken van veel foto’s. Atget kon met zijn camera namelijk corrigeren voor het perspectief door de voorkant van de camera schuin te zetten. De lijnen van de gebouwen kon hij hierdoor weer recht krijgen. Maar door deze techniek werden de bovenhoeken van de camera nauwelijks belicht en ontstonden daar ook donkere plekken. Het behoort tot de charme van de foto’s van Atget.

Bernince Abbott
Deze charmes werden in Parijs ook erkend door Bernice Abbott, een Amerikaanse fotografe die ook in Parijs woonde. Abbott bewonderde zijn werk en werd goed bevriend met Atget. Ze volgde zijn stijl en zou zelf New York in beeld brengen met haar camera. De Avro zond in 2009 een geweldige documentaire uit over Atget en Abbott, die ik voor de gelegenheid onder dit stuk heb geplaatst. Abbott zou na Atget’s dood zijn persoonlijke collectie overnemen en later verkopen aan het Museum of Modern Art in New York. Dit museum bezit nu samen met het Musee Carnavalet de grootste Atget collecties ter wereld.

Bernice Abbott – Eugene Atget

Abbott werkte in haar Parijse tijd als assistent van kunstenaar Man Ray en ze wist ook Man Ray te overtuigen foto’s van Atget te kopen. Voor de tentoonstelling is nu ook dit album van Man Ray te voorschijn gehaald en worden de foto’s die hij kocht getoond. Het is mijns inziens het minste stuk van de tentoonstelling.

Man Ray had namelijk vooral foto’s gekocht waarop veel mensen te zien waren. Foto’s die een zeldzaamheid geweest moeten zijn binnen Atget’s aanbod. Maar deze foto’s missen de verstilling en het onaanraakbare van Atget’s andere werk. Het zijn eerder kiekjes dan kunstwerken en zijn daarom minder interessant. Ze zijn mijns inziens dan ook in de tentoonstelling geplaatst vanwege de naam ‘Man Ray’ en niet per se vanwege de kwaliteit van iedere individuele foto.

Atget’s foto’s ademen het begin van de 20e eeuw. Ze geven een geweldig inkijkje in het Parijs van 1900, maar zijn tegelijkertijd prachtig zoals ze zijn. De kenmerkende leegheid van de foto’s van Atget, zorgt voor een geweldig esthetisch effect, ze tonen melancholie. Het is hierom dat je het gevoel krijgt dat je die tijd mist. Je krijgt heimwee, heimwee naar 1900…

De tentoonstelling is nog tot en met 8 januari te zien in het Nederlands fotomuseum in Rotterdam en reist daarna door naar Parijs en Sydney.

Gerelateerde artikelen:

2 comments

Rockade says:

Het was zeker de dag van de GE (grote evacuatie)

Geef een reactie