Deense kunstenaars schilderden met bier

C.W. Eckersberg (1783-1853), En korvet paa stabelen. Nyholm med spanteloftbygningen i baggrunden, 1828

Onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen hebben ontdekt dat Deense kunstschilders met een zeer ongebruikelijke ‘verf’ werkten. In de onderschilderingen van zeven schilderijen werden sporen van bier gevonden. Hoe kwam het bier op de doeken van Deense kunstenaars terecht?

Tussen 1800 en 1850 beleefde Denemarken een ‘Gouden Eeuw’ van de schilderkunst. Christoffer Wilhelm Eckersberg wordt gezien als vader van de Deense schilderkunst met portretten, landschappen en zeegezichten. Christen Schjellerup Købke was een van zijn belangrijkste leerlingen. Hun schilderijen tonen vaak realistische taferelen in zacht, stralend licht.

Chemische analyse

Onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen hebben 10 schilderijen van Eckersberg en Købke chemisch onderzocht. In de onderschildering van de doeken werden eiwitten gevonden afkomstig van gist en granen, de ingrediënten van bier.

Gelijktijdig met de Deense Gouden Eeuw van de schilderkunst waren ook de Deense bierbrouwerijen in opkomst. Doordat de gilden vanaf 1805 niet meer het alleenrecht hadden op bierbrouwen ontstonden talloze brouwerijen rondom Kopenhagen. In deze tijd ontstond bijvoorbeeld de beroemde Deense bierproducent Carlsberg. Restproducten van de bierproductie werden vaak verkocht, bijvoorbeeld aan bakkers.

C.W. Eckersberg – Russische vloot bij Elsinore

Hoe kwam het bier op het doek terecht?

Als er in Denemarken zoveel bier werd gedronken in de 19e eeuw. Kunnen er misschien sporen van bier op de schilderijen terecht zijn gekomen doordat kunstenaars bier dronken tijdens het werk? Volgens de Deense onderzoekers is dit onwaarschijnlijk. De concentraties gist, gerst, boekweit, tarwe en rogge zijn simpelweg te hoog.

De onderzoekers vonden de sporen van bier specifiek in de onderlaag. Zonder zo’n onderlaag op het doek, trekt de verf te diep in het canvas en hechten pigmenten slecht. Tegenwoordig gebruiken schilders hiervoor meestal een acrylverf (gesso). Maar volgens de onderzoekers gebruikten de Deense kunstenaars waarschijnlijk restproducten van bierbrouwerijen om lege doeken mee te gronden.

Schilderijen

De onderzoekers analyseerden de chemische compositie van tien schilderijen. Zeven van deze schilderijen zijn gemaakt toen beide kunstenaars aan de Deense kunstacademie werkten tussen 1826 en 1833. Eckersberg en Købke kregen in deze tijd de doeken met grondlaag aangeleverd. In alle zeven schilderijen zijn sporen van bier aangetroffen.

Daarnaast zijn drie schilderijen van Købke onderzocht uit de periode 1833-1838, toen hij niet meer aan de kunstacademie werkte. In deze grondlaag van deze drie werken zijn geen sporen van bier aangetroffen. De onderzoekers denken daarom dat de academie de bijproducten van bierbrouwers of bakkers kocht om een onderlaag aan te brengen op de doeken.

Jeroen de Baaij

Jeroen de Baaij (1987) is kunstliefhebber, recensent en hoofdredacteur van KunstVensters online kunstmagazine (www.kunstvensters.com).

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Max Van Hemel schreef:

    Dat doen sommigen tegenwoordig toch nog bvb met koffie. Dus waarom niet ‘s met bier 😉

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: