Spullen maken de man!

Al sinds de 16e eeuw laten rijke burgers portretten van zichzelf maken. Eeuwen later zijn deze mensen vaak  in de vergetelheid geraakt. Maar wie goed naar de portretten kijkt, kan veel over de geportretteerden te weten komen! Voorwerpen die naast en achter de portretten te zien zijn, vertellen hun levensverhaal.

Stel nou dat je nog nooit van Michiel de Ruyter zou hebben gehoord, dan is één blik op zijn portret door Rembrandt-leerling Ferdinand Bol genoeg om hem te leren kennen. Het schip met de Nederlandse vlag op de achtergrond en de commando-staf in zijn hand laten zien dat hij een kapitein was. Zijn hand op de globe is een aanwijzing dat hij vocht op alle wereldzeeën voor ons land. Om zijn nek hangt de Orde van de Heilige Michaël, een teken van De Ruyter’s verdiensten. Op het schilderij zien we zelfs dat Michiel de Ruyter werd geboren op Walcheren, te zien op de witte kaart linksonder.

Beroepen

Veel rijke burgers lieten zich afbeelden met voorwerpen die verwijzen naar hun beroep. Zoals zeelieden worden geschilderd met globes en kanonnen, zie je schrijvers vaak met boeken en schrijfgerei. Gustav Courbet toont dichter Charles Baudelaire bijvoorbeeld met een boek en een ganzenveer. Zilversmid Paul Revere wordt door John S. Copley getoond met een theepot. Gainsborough schilderde de componist Johann Christian Bach met bladmuziek.

Soms is een heel portret gevuld met dit soort verwijzingen. David Teniers de Jonge schilderde bisschop Antoine Triest terwijl hij aan een tafel zit met een kruisbeeld en een open boek. De bisschop is aan het bidden met een rozenkrans in zijn linkerhand en met zijn rechterhand tegen zijn borst. Zijn broer toont hem een schild met symbolen van Christus’ lijden. Op de kast staan ​​twee kleine sculpturen: het berouw van Sint Hieronymus (links) en de Geseling van Christus (rechts). Deze twee beelden staan symbool voor bekering en lijden. Teniers laat hiermee zien waar de bisschop voor staat.

Hobbies

In de 18e eeuw was Cornelis Troost de belangrijkste portretschilder van Nederland. Veel rijkelui gaven hem de opdracht schilderijen te maken waarop te zien is dat ze aandacht hadden voor literatuur en kunst. Tabakshandelaar Carel Bouman was dichter en liet zich afbeelden met ganzenveer in zijn bibliotheek. Een van de mannen uit de familie van der Mersch werd als muziekliefhebber omringd door bladmuziek en een cello.

Joan Jacob Mauricius was gouverneur-generaal van Suriname en toneelminnaar. Hij was een man van de wereld, te zien aan de globe en de tafel met een Perzisch kleed en twee Chinese figuren op een lakkistje. Op de achtergrond staat een boekenkast met toneelwerken en een schilderij met een voorstelling van een liefdesverklaring uit het toneelstuk ‘Jan Claesz of de gewaande Dienstmaagt’ van Thomas Asselijn. Zo komt ook zijn liefde voor de toneel naar voren.

Groepsportretten

In de groepsportretten van de Gouden Eeuw gaan kunstschilders nog een stap verder. Niet langer worden alleen voorwerpen getoond, maar de portretten worden nu gecombineerd met levendige taferelen vol gebeurtenissen. Zo lieten de regenten van het burgerweeshuis zich omringen met weeskinderen op hun portret. Ze laten hiermee zien dat ze zich niet alleen bekommeren om financiën en administratie, maar dat ze echt zorg hebben voor de kinderen.

In het portret van de regentessen van het Leprozenhuis staat op de achtergrond het Bijbelse tafereel van de melaatse Lazarus die om aalmoezen smeekt bij het huis van een rijke man. De zakjes geld op tafel maken duidelijk dat deze regentessen hun financiële middelen aanwenden om armen en zieken te helpen. In de schuttersportretten van de Gouden Eeuw is het verhaal vaak ondergeschikt en wordt meer aandacht besteed aan het afbeelden van standen en rangen binnen het regiment.

Vanitas

Het was een symbool van macht om als burger een portret van jezelf te laten maken. Vooral vanuit christelijke hoek werden deze rijkelui daarom vaak beschuldigd van ijdelheid. Hierdoor ontstond een nieuwe genre waarin juist de relatieve waarde van aardse bezittingen werd benadrukt: Vanitasportretten. De persoon liet zo zien dat hij niet ijdel was en bewust was dat bezittingen onbelangrijk waren.

Vooral de tijdelijkheid van het leven wordt benadrukt in Vanitasportretten. In deze schilderijen worden rijkdommen vaak getoond naast symbolen van de dood zoals schedels, verwelkende bloemen, rottend fruit of klokken. In de Lakenhal in Leiden hangt een Vanitas zelfportret van David Bailly. Hij toont typische vanitas symbolen: de schedel, de uitgedoofde kaars, een zandloper en een wierookhouder. Hiernaast plaatst hij symbolen van ijdelheid zoals muntstukken, beeldhouwwerken en parels.

Vanitas Kunst Portret

Ondanks dat we Jacob Mauricius en Paul Revere al lang vergeten zijn, laten de portretten toch zien wie deze mensen geweest zijn.  Portretten uit de 17e en 18e eeuw zijn vaak zoekplaatjes. Een portret wordt zo meer dan de weergave van het uiterlijk van een persoon: het is een verslag van een leven. Met hedendaagse ogen is het soms niet makkelijk om alle verwijzingen nog te plaatsen en te begrijpen. Maar met een beetje fantasie en aandacht kan je als toeschouwer de mensen uit de Gouden Eeuw weer tot leven wekken aan de hand van hun portretten!

Gerelateerde artikelen:

Geef een reactie