Onder de Loep

Joodse kunstenaars vonden in Parijs hun creatieve thuis

School van Parijs

Nadat Amedeo Modigliani en Chaïm Soutine naar Parijs kwamen, ontstond een grote Joodse kunstenaarskolonie in Montparnasse. De stad van de avant-garde was een veilige haven voor Joodse kunstenaars uit Oost-Europa. Toen Frankrijk werd ingenomen door nazi-Duitsland moesten de Joodse kunstenaars massaal vluchten. Wat was de kunst van de Joodse ‘School van Parijs’? En hoe verging het de Joodse kunstenaars in de Tweede Wereldoorlog?

Parijs was rond 1900 het middelpunt van de kunstwereld. Jonge kunstenaars met ambitie trokken massaal naar de Franse hoofdstad om kennis te maken met de laatste avant-garde kunst. Ook de jonge Joodse kunstenaar Amedeo Modigliani reisde naar Parijs. Hij woonde in de Bateau Lavoir in Montmarte, waar ook Pablo Picasso en Kees van Dongen verbleven.

Modigliani was geboren in Livorno en stond in Parijs al snel te boek als een Italiaanse charmeur. Ook was hij berucht om zijn drugs en alcoholgebruik. Hij schilderde vooral portretten en naakten in een volledig eigen stijl met gezichten als maskers en een typerend kleurenpalet. Modigliani had veel kunstenaarsvrienden. Hij maakte portretten van Picasso, Rivera, Lipchitz en vele andere kunstschilders.

Chaïm Soutine

Vanaf 1909 verhuisde Modigliani naar Montparnasse in het zuiden van Parijs. Cafés als Le Dome, La Rotonde en La Coupole werden hier verzamelplaatsen voor kunstenaars, schrijvers en acteurs. In 1912 vestigde ook Chaïm Soutine zich in Montparnasse. Soutine was een Joodse kunstenaar uit Wit-Rusland, die in tegenstelling tot Modigliani zeer timide was. Toch konden ze het meteen goed vinden en ontstond een diepe vriendschap.

Ook Chaïm Soutine heeft een volledig eigen stijl, die zich kenmerkt door dikke verflagen en gekrulde vormen. Zijn expressieve stijl doet denken aan Gauguin en Van Gogh, maar dan vol vormen die nooit recht zijn. Huizen kronkelen over het doek, alsof Soutine altijd dronken naar de wereld kijkt.

Joodse Kunstenaars

Na Modigliani en Soutine vestigden steeds meer Joodse kunstenaars zich in Montparnasse. De nieuwe immigranten kwamen vooral uit Oost-Europa, waar Joden zwaar gediscrimineerd werden en vaak niet de kans kregen om kunstscholen en academies te bezoeken. De Joodse kunstenaars hoopten in het vrije Parijs hun ambities waar te maken.

De Joodse kunstenaars uit Montparnasse worden tegenwoordig vaak ‘de School van Parijs’ genoemd, ondanks dat ze ieder hun eigen stijl hadden. Niet hun kunst, maar hun levensstijl maakten hen tot een hechte groep. Ook na de plotselinge dood van Modigliani in 1920 bleef de Joodse kunstgemeenschap in Parijs bestaan. Kunstenaars als Marc Chagall, Jacques Lipchitz en Ossip Zadkine hadden in eigen land nauwelijks kansen gehad, maar wisten in Parijs een succesvolle carrière op te bouwen.

Joodse kunstenaars in de Tweede Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het voor de Joodse kunstenaars in Parijs gevaarlijk. De meeste zagen zich daarom genoodzaakt om te vluchten vanaf het moment dat de nazi’s de stad innamen (zie een overzicht van de geboorteplaats, vluchtplaats tijdens de oorlog en overlijdensplaats in bovenstaande afbeelding). Hoewel grote delen van Frankrijk officieel neutraal waren in de oorlog, hielp het Vichy regime op grote schaal mee aan de deportatie van Joden naar Duitsland.

De avant-garde stijl van de Joodse kunstenaars werd door Hitler bovendien ‘entartet’ genoemd. Een beeld van Otto Freundlich sierde de titelpagina van de catalogus van de beroemde Tentoonstelling voor Entartete Kunst. Freundlich vluchtte naar Zuid-Frankrijk, maar werd toch opgepakt en vermoord in het concentratiekamp bij Majdanek. Veel Joodse kunstenaars die in Frankrijk bleven, zoals Alphonse Feder en Henri Epstein, ondergingen eenzelfde lot.

Veel kunstenaar vluchtten daarom naar New York en keerden pas na de Tweede Wereldoorlog terug naar Europa. Chaïm Soutine dook tijdens de oorlog onder in Champigny-sur-Veude, maar werd ernstig ziek. Pas toen het al te laat was, keerde hij naar Parijs terug voor medische behandelingen. Middenin de oorlog werd hij begraven op de begraafplaats van Montparnasse. Ondanks dat het bezoeken van een Joodse begrafenis niet zonder risico’s was, kwam Pablo Picasso naar de uitvaart.

Na de oorlog viel de Joodse kunstenaarsgemeenschap in Parijs uiteen. Ongeveer de helft van de kunstenaars was in de Tweede Wereldoorlog vermoord. De andere helft raakte verspreid over de hele wereld. Het optimisme en de gemoedelijkheid uit Montparnasse was verdwenen.

Lees ook andere interessante kunstverhalen:

1 reactie op “Joodse kunstenaars vonden in Parijs hun creatieve thuis

  1. Chris Rachel Spatz

    Beste, ik zou graag in contact komen met de auteur. Zelf schrijf ik voor Joods Actueel en reis daarvoor in Joodse voetsporen de wereld rond.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: