Hoe zag Nederland er uit voor de grootschalige inpoldering?

Nederland is een land van polders en van dijken. Al vanaf de Gouden Eeuw winnen we land door grootschalige droogleggingen met molens en gemalen. Om te kunnen zien hoe Nederland eruit zag voordat alle meren werden drooggelegd moeten we terug naar de landschapskunst van de Gouden Eeuw. Hoe zag Nederland’s grootste meer, het Haarlemmermeer, er uit voor de inpoldering?
Wie tegenwoordig Haarlemmermeer zegt, moet waarschijnlijk denken aan Schiphol. Toch was het Haarlemmermeer eeuwenlang het grootste meer van Holland dat uitstrekte van Haarlem tot vlak boven Leiden. Pas in 1840 werd begonnen aan de drooglegging van de waterplas. Ruim 12 jaar later was 18.000 hectare land gewonnen en waren twee nieuwe dorpen gesticht: Kruisdorp en Venneperdorp (later Hoofddorp en Nieuw-Vennep).

Veen
Het grote Haarlemmermeer was in de Gouden Eeuw ontstaan uit drie kleinere meren: het Spieringmeer in het noorden, het Haarlemmermeer in het midden en het Leidsemeer in het zuiden. Vanaf de Middeleeuwen was er rondom de meren veel veen afgegraven, dat als turf gebruikt werd in de kachel. Door de turfwinning werd het Haarlemmermeer steeds groter. Dorpen als Nieuwerkerk en Rietwijk liepen onder en werden verzwolgen door het meer.
De stukken land tussen de drie meren werd steeds smaller. Hierdoor kon bij een grote storm in 1477 een open verbinding tussen het Haarlemmermeer en het Leidse meer ontstaan. In 1508 gebeurde hetzelfde met de landbrug tussen de Haarlemmermeer en het Spieringmeer. De resten van de landengten tussen de meren verdwenen in de decennia erna.




Schilderijen
In de kunst van de Gouden Eeuw is de groei van het Haarlemmermeer te zien. Op een schilderij dat Jan van Goyen maakte in 1656 (boven dit artikel) is in het midden het eilandje Ruyshout te zien. Oorspronkelijk was dit dorpje via land verbonden met Heemstede (midden op de achtergrond), maar het tussenliggende land werd afgeslagen tijdens een storm. In de 18e eeuw zou het hele eiland in het water verdwijnen.
Het woeste water van het Haarlemmermeer werd ook geschilderd door Ludolf Bakhuizen. Normaal was hij een schilder van de zee, maar voor dit ruige meer maakte hij graag een uitzondering. In een schilderij van Adriaen van de Velde is te zien dat het ‘s winters rustiger was op het meer. We zien mannen kolven op het ijs, een spel waarin een bal met een slaghout tegen een paal moest worden geslagen. Op veel schilderijen is op de achtergrond de Haarlemse St. Bavokerk te zien, waardoor het meer te herkennen is als het Haarlemmermeer.

Slag op het Haarlemmermeer
In 1573 vond er een heuse zeeslag (of meerslag?) plaats op het Haarlemmermeer. Sinds december 1572 werd Haarlem belegd door het leger van de Spanjaarden. In een poging de stad te bevrijden kwamen de watergeuzen op 26 mei 1573 in gevecht de met Spaanse vloot. Ondanks het overtal in schepen gingen de watergeuzen ten onder en bleef het Spaanse beleg in stand. Haarlem gaf zich uiteindelijk in de zomer gewonnen.
Vijftig jaar later schilderde Hendrick Cornelisz Vroom de slag op het Haarlemmermeer. Links is de vloot van de watergeuzen te zien die vaart onder de prinsenvlag (oranje-wit-blauw). Rechts is Spaanse vloot die te herkennen is aan de witte vlag met het rode diagonale kruis (Bourgondische kruis). Haarlem is op de achtergrond te zien. Ook binnen de stadsmuren vindt een ontploffing plaats.


Inpolderen
Tijdens een grote storm in 1836 stuwde het water van het Haarlemmermeer op in de richting van Amsterdam. Een maand later kwam Leiden onder water te staan. De regering besloot daarom om definitief maatregelen te nemen: het Haarlemmermeer moest worden ingepolderd! Na de drooglegging zouden de bewoners van de grote steden veiliger zijn.
Nadat eeuwenlang met molens meren werden drooggelegd, werd voor het Haarlemmermeer gebruik gemaakt van stoomgemalen. Er werden drie stoomgemalen geplaatst die het water uit het meer pompten en via de Spaarne afvoerden. Twaalf jaar was nodig om de klus te klaren. Het Cruquiusgemaal is tegenwoordig nog te bezoeken.
Het woeste Haarlemmermeer veranderde zo in een polder, waar koeien grazen en vliegtuigen landen. De kunst is het enige wat nog herinnert aan dit roemruchtige meer!
Heb weer genoten van dit ”Venster”