Jan-Baptist Xavery: Beeldhouwer aan het Hof

Rembrandt, Vermeer en Steen horen tot de wereldwijde sterren van de schilderkunst. De Nederlandse beeldhouwkunst van Jan-Baptist Xavery en Hendrick de Keyser is minder beroemd. Hoe komt dit? Wie waren de beste Nederlandse beeldhouwers uit de 17e en 18e eeuw?

Beeldhouwer Jan-Baptist Xavery kwam in 1720 vanuit Antwerpen naar Den Haag. Zijn internationale beeldhouwstijl werd opgemerkt aan het hof. In 1723 nam stadhouder Willem IV hem daarom in dienst voor de productie van portretbustes. Xavery werkte in de Franse classicistische stijl, die in heel Europa populair was. Toch liet de Portugese diplomaat Dom Luís da Cunha zijn borstbeeld maken door Xavery en niet door een Franse kunstenaar.

18e eeuw

Jan-Baptist Xavery had als hofkunstenaar een uitzonderingspositie in Nederland. Hij kon monumentale werken maken voor de hoge adel, zoals grafmonumenten. Ook werkte hij aan luxueuze interieurstukken, zoals een gedetailleerde schouw voor een Leidse patriciër. Het werk toont de liefde tussen Paris en Oenone en is uitgewerkt in Carrara-marmer.

Tijdgenoten van Xavery hadden vaak minder exclusieve opdrachtgevers. De Amsterdamse beeldhouwer Ignatius van Logteren werkte daarom vaker met zandsteen of in terracotta. Rijke Amsterdamse burgers bestelden bij hem beelden voor in tuinen of voor aan gevels. Deze werken waren goedkoper en minder gedetailleerd. Het past bij het algemene beeld van de 18e eeuw. Nederland was minder rijk en kunstwerken waren daardoor minder weldadig. Dit is ook goed te zien als je bijvoorbeeld het werk van de 18e eeuwse Cornelis Troost vergelijkt met 17e eeuwse voorgangers als Jan Steen.

Nederlandse beeldhouwkunst

In de vroege 17e eeuw vergaarde Hendrick de Keyser beroemdheid dankzij het praalgraf van Willem van Oranje in de nieuwe kerk in Delft. De Keyser was een tijdgenoot van Adriaen de Vries, die internationaal furore maakte. Maar in tegenstelling tot de Vries werkte De Keyser zijn hele leven in Nederland. De Keyser maakte het beeld van Erasmus in Rotterdam, een van de eerste publieke beelden in Nederland. Maar als stadsbouwmeester van Amsterdam was De Keyser vooral betrokken bij de bouw en verfraaiing van gebouwen.

Na De Keyser, kwamen veel 17e eeuwse beeldhouwers uit Vlaanderen. Artus Quellinus en zijn leerling Rombout Verhulst kregen de belangrijkste overheidsopdrachten, zoals de verfraaiing van het Paleis op de Dam. Samen maakte ze de vele beelden aan de gevel en op het dak van het stadspaleis. Verhulst maakte ook de grafmonumenten van Maarten Tromp en Michiel de Ruyter.

Aanzien

De Nederlandse beeldhouwkunst in de 17e en 18e eeuw is minder beroemd dan de schilderkunst uit dezelfde tijd. Vanwege de afwezigheid van de katholieke kerk als opdrachtgever in de republiek kent Nederland in tegenstelling tot Italië en Frankrijk geen traditie van heiligenbeelden. Beelden van belangrijke burgers waren ook zeldzaam. Na Erasmus van Hendrik de Keyser zou het tot 1722 duren voordat een tweede burger met een publiek beeld werd geëerd: Laurens Janszoon Coster, destijds gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst.

Tot aan de 19e eeuw kent Nederland dus geen echte standbeeldtraditie. Beeldhouwers werkten vooral samen met architecten en werden ingehuurd voor ornamenten en verfraaiingen aan huizen. Hendrick de Keyser en Jan-Baptist Xavery vonden in dit moeilijke klimaat toch de juiste opdrachtgevers en maakten werken van hoge kwaliteit.

Meer artikelen uit de Canon van de Nederlandse Kunst:

1 gedachte over “Jan-Baptist Xavery: Beeldhouwer aan het Hof”

  1. Dennis de Kool

    Goed dat de beeldhouwer Jan Baptist Xavery op deze website wordt belicht. In het artikel staat dat stadhouder Willem IV hem ‘in 1723 in dienst nam voor de productie van portretbustes’. Op welke archiefgegevens is dit (vermeende) feit gebaseerd?

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven