De Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) voorzag bijna 40 jaar lang kunstenaars van een tijdelijk inkomen. De regeling leverde de Nederlandse staat honderdduizenden kunstwerken op. Kunstenaars die ‘in de Contraprestatie’ zaten, werden soms met de nek aangekeken. Is dit wel terecht?
Vanaf 1949 kende Nederland een regeling voor bijstand aan kunstenaars. Deze ‘Contraprestatie’ zoals het systeem in de volksmond werd genoemd gaf kunstenaars financiële ondersteuning tegen inlevering van een kunstwerk. In deze beginjaren was er een strenge selectieprocedure en deden slechts enkele honderden kunstenaars mee aan de regeling.

Beeldende Kunstenaars Regeling
Vanaf 1957 ging de contraprestatie over in de Beeldende Kunst Regeling (BKR) en kregen meer kunstenaars toegang tot de subsidie. De basisprincipes bleven gelijk: het moest tijdelijk zijn, er moest onvoldoende verdiend worden in de vrije markt en als tegenpresentatie diende een werk te worden ingeleverd. Tussen 1949-1987 maakten meer dan 5.688 kunstenaars gebruik van de BKR.
In de loop der jaren kreeg de BKR een negatief imago. Het beeld ontstond dat kunstenaars niets deden en dan op het eind van de maand snel iets in elkaar flansten om een subsidie binnen te halen. In het nieuwe boek ‘Een Monument voor de BKR’ van Fransje Kuyvenhoven worden deze fabels uit de wereld geholpen.
Ze wijst er op dat belangrijke vroege kunstwerken van toppers als Karel Appel, Co Westerik en Marlene Dumas aan de rijkscollectie zijn toegevoegd dankzij de BKR. Bovendien creëerde de overheid een kunstklimaat waarin kunstenaars zich konden ontwikkelen.


Co Westerik – Kind in het blauw & Theo Wolvecamp – Compositie (Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) © Stichting Pictoright, Amsterdam
Ellende
Toch spreekt uit de chronologische beschrijving van auteur Fransje Kuyvenhoven ook vooral de problematiek die de BKR met zich mee bracht. Zo leek niemand een duidelijk plan te hebben gemaakt wat er met de grote hoeveelheden kunst moest gebeuren. De depots van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed waren structureel te klein en ondanks pogingen om werken in bruikleen te geven, bleven veel werken achter in provisorische opslagruimtes zonder klimaatbeheersing.
Nadat de BKR in 1987 vanwege de opgelopen kosten werden gestopt, duurde het nog tientallen jaren voordat de werken waren geïnventariseerd. Zelfs nadat werken werden geschonken aan gemeenten, instellingen en kunstuitleenorganisaties, en kunstenaars de kans kregen hun werk terug te nemen, bleven tienduizenden werken over. Tot op de dag van vandaag worden veilingen georganiseerd met voormalige BKR kunst.

Tentoonstelling
In het Gorcums museum wordt dit jaar een tentoonstelling georganiseerd van 100 werken die een doorsnede geven van de BKR kunst. De schilderijen, beelden en objecten uit de tentoonstelling zijn ook afgebeeld in het boek. Het boek geeft zo een speels overzicht van de diversiteit van de BKR kunstenaar, maar tevens een overzicht van de recente Nederlandse kunstgeschiedenis. Dominante stromingen als Cobra, Conceptuele Kunst, Pop Art en Neo-expressionisme zijn rijk vertegenwoordigd.

Een Monument voor de BKR
Fransje Kuyvenhoven
Uitgeverij Waanders en de Kunst
€ 35,00
Afbeelding boven dit artikel: Jan Roëde, Princes van Ur III; foto Margareta Svensson (Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) © Stichting Pictoright, Amsterdam
0 reacties op “Een Monument voor de BKR”