Pareltjes tussen Migranten in Parijs verdienen meer aandacht

Aan het begin van de 20e eeuw was Parijs de kunsthoofdstad van Europa. Nieuwe stijlen volgden elkaar in rap tempo op. Kunstenaars uit heel Europa trokken naar Parijs om zich onder te dompelen in de bruisende metropool. Het Stedelijk Museum laat aan de hand van Mondriaan, Chagall, Picasso en vele anderen zien wat het lot was van kunstenaarsmigranten in Parijs!

Kunstlicht, dansende mensen, Parijs was een groot feest! Jan Sluijters’ magistrale Bal Tabarin toont de aantrekkingskracht van Parijs. De stad was de bakermat van het modernisme en was trendsetter op cultureel gebied binnen Europa. Toch betekende de tocht naar Parijs voor veel kunstenaars ook een gevecht. Ze kregen te maken met slechte leefomstandigheden en discriminatie.
De meeste kunstenaars die in Parijs aankwamen, hadden niet veel te besteden. In de goedkope buitenwijken Montmarte en later Montparnasse ontstonden daarom kunstenaarskolonies, waarin schilders probeerden op te werken vanuit armoede naar beroemdheid.
Migratie
Nu Picasso, Mondriaan en Chagall zijn uitgegroeid tot iconen van de schilderkunst, wordt vaak vergeten dat kunstenaars in Parijs niet altijd hartelijk werden ontvangen. Migranten in Parijs laat zien met welke nationalistische tendensen de kunstenaars te maken kregen. Zo had Chagall last van anti-Joodse vooroordelen. De heimwee naar huis en het Jodendom spelen daarom een prominente rol in zijn werk.
In een tijd met grote migratiestromen en de opkomst van nationalistische politieke partijen, biedt het Stedelijk Museum een interessante geschiedenisles. Kunstenaars vochten voor vrijheid, die ze de ruimte boodt om zichzelf en de kunst verder te brengen. Hier kunnen we in de 21e eeuw nog steeds van leren, want zijn we tegenwoordig niet net zo gesloten aan het worden als toen?


Stedelijk TURNS
Onder leiding van oud-directeur Beatrix Ruf heeft het Stedelijk een driesporen beleid neergezet: Stedelijk BASE toont de vaste collectie, Stedelijk TURNS toont tijdelijke collectie-presentaties en Stedelijk NOW brengt tentoonstellingen van hedendaagse kunst. Migranten in Parijs valt onder het Stedelijk TURNS programma en bevat dus voornamelijk werken uit de eigen collectie van het Stedelijk. Zo zijn alle 38 werken van Marc Chagall uit de Stedelijk collectie naast elkaar te zien.
De tentoonstelling brengt meerdere onbekende pareltjes uit de collectie van het Stedelijk naar boven. Vrouwelijke en niet-Europese kunstenaars krijgen aandacht. De schilderijen van de Uruguayaanse schilder Joaquín Torres-García doen bijvoorbeeld denken aan Piet Mondriaan. Ook hangen er foto’s van Germaine Krul die niet onderdoen voor Henri Cartier-Bresson.


Gemiste kansen
Maar doordat het Stedelijk de collectie als uitgangspunt neemt, worden ook veel kansen gemist. Modernisme, racisme, politieke spanningen, religie, kolonialisme, de carrière van Marc Chagall: de tentoonstelling behandelt talloze onderwerpen. Hierdoor wordt het geheel onnodig rommelig. Beter hadden de curatoren één onderwerp uitgekozen en dit met gerichte bruiklenen goed uitgewerkt. Nu is het simpelweg teveel, waardoor de werken niet uit de verf komen.
Zou het niet heerlijk zijn geweest als dit een Chagall tentoonstelling was geweest waarin de 38 werken gezelschap hadden gekregen van werken uit buitenlandse collecties? Of een expositie over de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs? In het Stedelijk gangen nu schilderijen en tekeningen die Picasso maakte ter voorbereiding van de Guernica. Het was interessant geweest om ook andere kunstenaars te laten zien die in 1937 tentoongesteld hebben.
Kortom, er zijn echt pareltjes te vinden in de tentoonstelling Migranten in Parijs. Laten we hopen dat het Stedelijk deze pareltjes in de toekomst weer wat beter onder de aandacht brengt. Misschien moet BASE, TURNS, NOW overboord en wordt het weer tijd voor gerichte mooie tentoonstellingen?
