Once upon a time in Cologne – Kennismaken met Amerikaanse kunst

Edward Hopper - Hodgkin's House
Gustavus Hesselius – Lapowinsa

In Europese musea is weinig Amerikaanse kunst te zien van voor 1945. Europese verzamelaars hebben zich blijkbaar nooit geïnteresseerd voor vroeg-Amerikaanse kunstenaars. Maar is dit gebrek aan interesse terecht? KunstVensters bezocht de tentoonstelling Once upon a time in America in Keulen om deze vraag te beantwoorden.

In de eerste zaal van het Wallraf-Richartz Museum sta ik oog in oog met Indiaanse chief. Als ik cowboy was geweest, had ik nu het eerste schot gelost. Maar ik ben kunstliefhebber en kijk de chief nog wat dieper in de ogen. Zou hij gedwongen zijn om mee te werken aan dit portret? Het is moeilijke te bepalen of de stijve blik van de chief voortkomt uit onwil of uit de primitieve kwaliteiten van de schilder.

Sanford Robinson Gifford – Morning in the Hudson

Landschappen

Amerikaanse kunstenaars zijn in Europa vaak onbekend. Kent u Cole, Copley en Bingham? Pas bij de Parijse wereldtentoonstelling van 1867 waren deze Amerikaanse helden voor het eerst in Europa te zien. Maar zelfs daarna zijn er weinig werken door Europese musea aangekocht. In de 19e eeuw vonden kenners de Amerikaanse kunst een beetje saai.

Lopend door de eerste zalen van het museum, kan ik me daar eerlijk gezegd wel iets bij voorstellen. De landschappen gemaakt door de kunstenaars van de Hudson River School zijn wat gezapig. De uitzichten zijn vast uiterst Amerikaans, maar ze missen het realistische van Ruysdael, de uitgekiende van Constable of het gevoelige van Friedrich. De Amerikaanse landschappen zijn daarvoor te vervuld van nationalistische trots.

Gewone Mens

Als in Europa avant-garde kunstenaars aan de hand van Monet, Picasso en Kandinsky steeds abstracter worden, ontdekt Amerika het realisme. Rond 1900 zijn het de kunstenaars van de Ashcan School die het Amerikaanse leven van de stad gaan afbeelden. Robert Henri, George Bellows and later ook Edward Hopper lieten vooral de schaduwkant van de American dream zien: armoede, rebellie en eenzaamheid.

Is er dan helemaal geen modernisme geweest in Amerika? In Keulen zijn impressionistische werken van Mary Cassatt en een pareltje van James McNeill Whistler te zien. Maar kan je deze werken Amerikaans noemen? Whistler en Cassatt hebben in Parijs gewerkt. Op een sneeuwstorm in New York van Childe Hassam na, lijkt Amerika nauwelijks geïnteresseerd geweest in het impressionisme.

Once Upon a Time in America

Tijd om de balans op te maken. De romantische landschappen en het ruwe realisme tonen Amerika zoals het is: trots en recht voor zijn raap. Maar na deze tentoonstelling moet ik de Europese verzamelaars toch gelijk geven. De Amerikaanse kunst is een tikkeltje voorspelbaar en daarmee saaier dan het Europese modernisme. De vroeg-Amerikaanse kunst is conservatief en  mist het vernieuwende van Jackson Pollock en Mark Rothko, waarmee de tentoonstelling eindigt.

Maar begrijp me niet verkeerd, ik kan dit zeggen omdat het Wallraf Richartz Museum een geweldige tentoonstelling heeft neergezet. De expositie biedt een zeer compleet overzicht van de Amerikaanse kunstgeschiedenis waarin alle grote namen aanwezig zijn: George Caleb Bingham, Grant Wood, John Singer Sargent, Edward Hopper, Georgia O’Keeffe en velen anderen. Juist omdat de Amerikaanse kunstenaars in Europa zo matig vertegenwoordigd zijn, is een reisje naar Keulen in deze kersttijd een mooie kans voor een kennismaking!

Tentoonstelling - Once upon a time in America - Keulen

Jeroen de Baaij

Jeroen de Baaij (1987) is kunstliefhebber, recensent en hoofdredacteur van KunstVensters online kunstmagazine (www.kunstvensters.com).

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Wilmi schreef:

    Ha Jeroen, dag, goedemiddag, Hoe langzaam, maar ook hoe zeker de Amerikaanse kunst opkomt (en dat kan in dat ‘cultuurloze’ land immers pas goed na het beëindigen van de Burgeroorlog in 1865) kun je uitgebreid lezen in ‘Naar levend model’, de opkomst van Amerikaanse kunstenaars 1867-New York 1948′ van Annie Cohen-Solal. 1867. Manet begint in 1863, dus de ‘achterstand’ is evident. Een leerzame pil, met ook een zeer vermakelijk hoofdstuk over Pont-Aven. Groeten! Wilmi

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: