Beelden Komen tot Leven in de Kunsthal

De Kunsthal in Rotterdam heeft dit voorjaar 35 gasten over de vloer. Het is een bonte verzameling van naakte vrouwen, bodybuilders, klussende mannen en een reuzegrote baby. Het lijken acteurs die doodstil zitten, maar ieder moment op kunnen staan om koffiepauze te houden. Maar is dit wel zo?
Ik sta voor een oude vrouw in een lange witte jurk die in haar handen een pasgeboren baby draagt. De vrouw heeft haar ogen gesloten. De rimpels van haar huid steken af bij het prille leven van de baby. Ik word er rustig van, bang om in te breken in dit kwetsbare moment. Ondanks dat tientallen mensen om mij heen staan te dringen, voel ik de stilte.

Emotie
Ik ben in de Kunsthal waar 35 hyperrealistische beelden van 28 verschillende kunstenaars zijn verzameld. De oude vrouw waar ik voor sta, is gemaakt van siliconen, maar voelt levensecht aan. Ondanks dat ik weet dat ik voor een beeld sta, voel ik me inbreker in een intiem moment. Iedere vezel in mijn lichaam wil geloven dat de vrouw echt leeft.
Eenzelfde ervaring heb ik voor een beeldengroep van drie naakte vrouwen van Paul McCarthy. De vrouwen zitten met gespreide benen op glazen platen, waardoor je rechtstreeks hun vagina in kijkt. Ik voel me een voyeur. Ik wil kijken en wegkijken tegelijk. Waarom schaam ik me voor pop van siliconen?

Drukte
Niet iedereen lijkt last te hebben van dit soort menselijke projecties. In de overvolle Kunsthal zijn mensen vooral bezig met de camera van hun telefoon. De een steekt de smartphone tussen de benen van McCarthy’s vrouwen, terwijl de ander een selfie probeert te maken vanaf de trap van Duane Hanson’s werkers. De suppoosten hebben hun handen vol aan de mensenmassa. Zijn al deze mensen schaamteloos? Of ben ik de enige die zich laat misleiden door de echtheid van de beelden?
Maar dat blijkt toch niet zo te zijn. In een hoekje van de tentoonstelling zit een klein jongetje op de grond. Ook hier verdringen de mensen zich om het kereltje te bekijken. Maar zag ik hem nou bewegen? Mensen schrikken zich rot als het mannetje opstaat en naar zijn ouders loopt. Een lach galmt door de Kunsthal. Iedereen werd gefopt door een kind. Levensecht is niet meer van sculptuur te onderscheiden.


Tentoonstelling
In de Kunsthal is de ontwikkeling van de hyperrealistische sculpturen te zien van de pioniers uit de jaren 60, zoals Duane Hanson en John DeAndrea, tot aan de kunstenaars van nu. De hyperrealistische beeldententoonstelling is een vervolg op de succesvolle tentoonstelling over hyperrealistische schilderkunst. Topstuk is een levensgrote baby van de Australische kunstenaar Ron Mueck. De baby is meters groot en heeft daardoor niet met misleidende effect van andere beelden.
Ook andere werken zijn niet strikt hyperrealistisch. Zo is er een levensecht meisje dat gebogen over een lessenaar heen zit. Maar als ik beter kijk, zie ik dat haar linkerarm een brede mannenarm is. Ondanks dat hieruit duidelijk blijkt dat het beeld niet klopt, blijf ik het beeld toch als jong meisje zien. Alsof mijn hersenen de makkelijkste verklaring zoeken voor zo’n surrealistische ervaring. Het is deze wil om het menselijke te zien in levenloze beelden, waar hyperrealistische kunstenaars gebruik van maken. Een bezoek aan de Kunsthal is daarom meer dan alleen bewondering over hoe levensecht beelden kunnen lijken. Het is een confrontatie met hoe makkelijk je je laat misleiden.
Hyperrealisme Sculptuur
Kunsthal, Rotterdam
t/m 1 juni 2018
Een mooie beschrijving!