Kunstgeschiedenis: de Stijl

Piet Mondriaan, Theo van Doesburg en hun collega’s schudden de kunstwereld op met abstracte schilderijen in rood, blauw en geel. Honderd jaar later zijn de iconische werken niet meer weg te denken uit de kunstgeschiedenis. 

Geschiedenis

Rond 1910 ontstonden in heel Europa avant-garde kunstbewegingen die als doel hadden om de kunst te vernieuwen. In Parijs ontwikkelde Picasso het kubisme waarin perspectief werd losgelaten en voorwerpen werden ontleed. In Italië probeerde een groep kunstenaars beweging weer te geven (futurisme), terwijl in Duitsland het expressionisme ontstond dat zich bezig hield met kleur en versimpeling van vormen. Tegelijkertijd was Malevich in Rusland voorman van het suprematisme waarin geometrische vormen centraal stonden. Hoewel deze verschillende kunststromingen verschillende idealen en principes hadden, experimenteerde al deze groepen met abstractie. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en kwamen deze avant-garde groepen grotendeels tot stilstand.

Kenmerken van de Stijl

De kunstenaars van de Stijl waren geïnpireerd door het kubisme van Picasso en de abstracte van Kandinksy en ontwikkelde een eigen vormentaal waarin ze zochten naar de meest pure kunst. Ze vonden dit in eenvoudige geometrische vormen en het gebruik van de primaire kleuren rood, geel en blauw. De Stijl kunstenaars maakten alleen abstracte kunstwerken, maar probeerde hun idealen ook te vertalen naar toepasbare kunst. Daarom werden ook architecten en ontwerpers opgenomen in de kunstenaarsgroep.

Kunstenaars

Nederland bleef neutraal in de Eerste Wereldoorlog. Terwijl kunstenaars in Italië en Duitsland mee gingen vechten in de oorlog, bleven Nederlandse kunstenaars doorwerken. De kunst in Nederland kon zich onafhankelijk ontwikkelen, omdat contact met de rest van Europa in de oorlog vrijwel onmogelijk was. Theo van Doesburg richtte daarom in 1917 kunsttijdschrift ‘de Stijl’ op, waarin hij en andere kunstenaars hun vernieuwende ideeën konden publiceren. Aan het eerste nummer werd meegewerkt door Antony Kok, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár en Bart van der Leck en de Italiaanse futurist Gino Severini.

Van Doesburg zou tijdens de gehele bestaansperiode van de Stijl en zelfs daarna proberen kunstenaars te verbinden. Hij propageerde de zuiver abstracte kunst, maar flirtte ook met de Dada beweging en werkte als schrijver en architect. In de jaren 20 gaf hij cursussen over de Stijl, onder meer in Weimar waar ook de Bauhaus school gevestigd was. De Stijl kreeg daarom veel navolging in de Bauhaus beweging.

Mede-oprichter van de Stijl Piet Mondriaan werkte een groot deel van zijn leven in Parijs, waar ze atelier wel een schildersdoek leek. Op de muren waren grote kleurvlakken geschilderd. Piet Mondriaan is de meest pure Stijl kunstenaar wiens werkt zich steeds meer abstraheert tot rasters van zwarte lijn waarin primaire kleurvlakken worden geplaatst. Mondriaan versimpelde boomtakken tot lijnen en het New Yorkse stratenpatroon tot een kleurrijk raster. Doordat Mondriaan een groot deel van zijn leven in Parijs en New York woonde had hij een groot aandeel in de internationale aandacht voor De Stijl.

De kunst van Bart van der Leck, die ook De Stijl-kunstenaar van het eerste uur was, ging minder ver dan Mondriaan en Van Doesburg. Ook Van der Leck versimpelde voorwerpen tot geometrische vormen, maar in zijn ontwerpen bleef het voorwerp altijd herkenbaar. Van der Leck bleef zo figuratieve kunst maken, maar bediende zich uitsluitend van primaire kleuren.

De Stijl vindt ook navolging in de toegepaste kunst van onder andere meubelontwerper Gerrit Rietveld. Rietveld paste de primaire kleuren en simpele vormen toe in het ontwerpen van meubels, waarvan zijn stoelen de meest bekende voorbeelden zijn. Later werd Rietveld architect en ontwierp hij huizen en overheidsgebouwen waarin hij De Stijl principes als soberheid en functionaliteit toepaste. Ook kunstschilder Vilmos Huszar, mede-oprichter van de Stijl, zou zich steeds meer richten op toegepaste kunst. Hij ontwierp onder andere de aankleding van gebouwen.

Musea

De belangrijkste collectie met kunstwerken van Mondriaan, Van Doesburg en andere De Stijl kunstenaars is te vinden in het Gemeentemuseum in Den Haag. Hier is ook de spectaculaire Victory Boogie Woogie, Mondriaan’s laatste werk, te zien. Daarnaast bevinden zich in het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Centraal Museum in Utrecht uitgebreide verzamelingen. In het buitenland zijn goede collecties met kunst van Mondriaan en andere De Stijl schilders te zien in het Centre Pompidou in Parijs en het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. In het MoMA is bijvoorbeeld Mondriaan’s Broadway Boogie Woogie te zien.

Gerelateerde artikelen:

Geef een reactie