Tentoonstellingen

Schilderen na een Oorlog: Otto Dix in Düsseldorf

Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog meldde Otto Dix zich als vrijwilliger aan bij het Duitse leger. Hij vocht mee in de loopgraven in Frankrijk en ervoer de koude winter aan het Russische front. De beelden van de oorlog zouden zijn hele kunstenaarsleven door zijn hoofd blijven spoken. In Düsseldorf is nu een overzicht van zijn werk te zien. Hoe overleef je een oorlog?

Otto Dix – Hugo Erfurth met hond

Met 51 indringende beelden opent de Kunstsammlung Nordrhein Westfahlen de tentoonstelling. Mannen met gasmaskers, dode soldaten en kadavers van paarden, ruwe aarde vol putten van granaten, het is een greep uit de gitzwarte etsen van Otto Dix. Het zijn beelden van een ooggetuige, die waarschuwt voor de gruwelen van het menselijk handelen. Otto Dix was soldaat aan het front en werd hierdoor voor zijn leven getekend.

Beginnend Kunstenaar
Na de oorlog studeerde Otto Dix in Dresden en werd hij kunstschilder. Hier experimenteerde hij met het expressionisme en de dada en zocht hij aansluiting bij de kunstenaarsgemeenschap in Berlijn. Maar rond 1921 trok hij naar Düsseldorf waar hij zijn eigen stijl ontwikkelde. Aanvankelijk succesvol met etsen en aquarellen, begon hij hier ook olieverfschilderijen te verkopen en werd hij gevraagd als portretschilder. Zijn tijd in het rheinland betekent de definitieve doorbraak als kunstenaar. De tentoonstelling is Düsseldorf is vooral gericht op deze periode en toont zo’n 200 etsen, aquarellen en schilderijen.

De ervaringen in de Eerste Wereldoorlog zorgen voor een zwart randje op de ziel van Otto Dix, dat doorschemert in zijn hele oeuvre. De zelfportretten die hij rond 1922 maakte, tonen een getekend man. Diepe oogkassen en een harde kaaklijn geven Dix een boze blik. Maar ook de portretten die hij van anderen maakte, tonen gekwelde mensen. De mensen van Dix dragen allemaal een leven met zich mee. Het geeft de schilderijen een extra diepgang, een gevoelig kant die onder de oppervlakte blijft.

Otto Dix – Liegende auf Leopardenfell

de Vrouwen van Otto Dix
Aan het eind van de jaren 20 kent de Duitse Weimar republiek zijn ‘gouden jaren’, waarin het uitgaansleven hoogtij viert. Dix geniet van de jazz en dit uitgaansleven en beeld het in zijn schilderijen en aquarellen af. Toch blijft ook hier het zwarte randje overeind. De werken van Dix tonen prostitués en circusartiesten. In zijn kenmerkende realistische stijl blijkt vooral de leegheid van dit tijdelijk vermaak, als vlucht voor de moeilijke dingen in het leven.

Otto Dix – Bildnis der Kunsthaendlerin Johanna Ey

In Düsseldorf zijn ook veel schilderijen en aquarellen te zien van vrouwen, die vaak naakt en onflatteus worden afgebeeld. In de jaren 20 hebben deze werken meerdere malen voor grote problemen gezocht. De politie nam de aquarellen in de beslag en Dix moest voor de rechter verschijnen om de zedeloze werken te verantwoorden. De vrouwen van Dix zijn verleidelijk in hun lelijkheid. Vaak dik of juist uitgemergeld tonen ze de vergankelijkheid van het leven, maar bieden ze ook troost. In de werken van Dix worden ook lelijke vrouwen begeerd en worden seksuele verwijzingen niet geschuwd.

De wereld van Otto Dix is vaak een droom van vermaak, seks en rijkdom, maar altijd met het zwarte randje van de werkelijkheid. Dix lijkt de harde wereld van de oorlog te willen ontvluchten. Maar in de ogen van de mensen die hij toont, lees je altijd de onzekerheid en pijn van het leven. Vrijblijvend geluk is bij Otto Dix een mythe, die kapot werd gemaakt door de Eerste Wereldoorlog.

Otto Dix – der Böse Blick
Kunstsammlung Nordrhein Westfahlen K20, Düsseldorf
t/m 14 mei 2017

Tentoonstellingen Kunstgeschiedenis - Nieuwe Zakelijkheid

0 reacties op “Schilderen na een Oorlog: Otto Dix in Düsseldorf

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: