Profiel van de Gouden Eeuw: het Leven van Alledag (Genrekunst, deel 2)

Het meisje met de parel, de liefdesbrief en het melkmeisje van Johannes Vermeer behoren tot de beroemdste schilderijen van de Gouden Eeuw. Toch was Vermeer in zijn eigen tijd niet beroemd. Wie waren de andere grootmeesters van de genrekunst? Wie waren in de Gouden eeuw de beroemdste meesters van het dagelijks leven?
De Nederlandse schilderkunst van het dagelijks leven aan het begin van de 17e eeuw bestond vooral uit boerentaferelen. We beschreven de opkomst van deze populaire schilderijen in het eerste deel van dit artikel. De drukke en overdreven scenes zijn als de tronies van de portretkunst: uitvergrote en sfeervolle afbeeldingen die niet realistisch waren. In de loop van de 17e eeuw maakten deze ‘huishoudens van Jan Steen’ langzaam plaats voor meer serieuze afbeeldingen.
In het werk van de voornaamste vrouwelijke kunstenaar van Gouden Eeuw, Judith Leyster, zien we afbeeldingen van normale mensen die bijna grenzen aan portretkunst. Haar werken tonen vaak portretten van personen tegen een bruine achtergrond en haar werk lijkt daardoor nauw verwant aan de Utrechtse Caravaggisten. Leyster trouwde met Jan Miense Molenaer en maakte na haar huwelijk nauwelijks nog schilderijen.
![]() |
![]() |
![]() |
Gabriël Metsu
Het zwaartepunt van de Nederlandse genrekunst verplaatste zich langzaam van Haarlem, waar Leyster en haar tijdgenoten werkten naar Leiden en Delft, waar een nieuwe generatie genreschilders opkwam. Jan Steen was in Leiden de leidende genrekunstenaar, die in 1648 betrokken was de bij oprichting van het lokale Sint Lucasgilde voor kunstschilders.
Op slechts 20 jarige leeftijd werd ook Gabriël Metsu toegelaten tot het Leidse Sint Lucasgilde. Metsu was een leerling van Gerard Dou en maakte historiestukken en Bijbelse voorstellingen, maar werd het beroemdst vanwege zijn genrekunst. Zijn werken werden beïnvloed door tijdgenoten als Johannes Vermeer en Jan Steen, hierdoor is zijn stijl erg wisselend.
![]() Johannes Vermeer werd in 1632 geboren in Delft als zoon van een satijnwever. Vermeer woonde zijn gehele jeugd in Delft, maar ging daarna vermoedelijk in de leer bij kunstschilders in Utrecht. De kenmerken van de Utrechtse Caravaggisten komen terug in zijn schilderijen en mogelijk reisde hij zelf ook naar Italië. In 1653 schreef Vermeer zich in bij het Sint Lucasgilde in Delft. Er is weinig bekend over Vermeer’s schildercarrière, maar er wordt algemeen vanuit gegaan dat hij minder dan 50 werken maakte. Vermoedelijk werkte hij met name in opdracht. Naast kunstschilder was hij ook handelaar in kunstwerken. Vermeer was in 1662/1663 en 1670/1671 voorman van het gilde. Vermeer schilderde verstilde genreschilderen, vaak met bijzonder licht dat vanuit een raam de ruimte binnenvalt. Zijn werken worden gekenmerkt door het gebruikte van dure blauwe en gele pigmenten. Vermeer leefde zijn hele werkzame leven in Delft en werd zwaar getroffen door het rampjaar 1672, waarin ook de kunstmarkt instortte. Na een opwelling van razernij, overleed hij in 1675. Vermeer liet 11 kinderen na en werd begraven in de Oude Kerk in Delft. Na zijn dood raakte Vermeer in de vergetelheid, totdat hij in 1866 werd herontdekt door de Frans criticus Théophile Thoré-Bürger. |
Johannes Vermeer en Pieter de Hoogh
In de jaren 50 van de 17e eeuw werden Johannes Vermeer en Pieter de Hoogh toegelaten tot het Sint Lucasgilde in Delft. Beide schilders maakten onberispelijk schone interieurs en hun stijl is duidelijk door elkaar beïnvloed. Toch zijn er ook verschillen. Waar het licht bij Vermeer vaak de voorstelling binnenvalt, is in de schilderijen van de Hoogh vaak een doorkijkje naar buiten te zien. Vermeer had een voorkeur voor heldere gele en blauwe kleuren, terwijl de Hoogh meer koos voor het warme rood en bruin.
De Nederlandse schilders hebben in de Gouden Eeuw door het afbeelden van het dagelijks leven een nieuw onderwerp geïntroduceerd in de schilderkunst. Genrekunst is sindsdien niet meer weg te denken in de kunstgeschiedenis. Vooral in de 19e eeuw met de opkomst van het realisme herleefde de interesse voor het dagelijks leven. Schilders als Frans Hals en Johannes Vermeer werden hierdoor herontdekt.
Nederlandse genrekunst uit de Gouden Eeuw is onder meer te zien in de collecties van het Rijksmuseum in Amsterdam en het Mauritshuis in Den Haag.