Canon van de Moderne Kunst – Venster 41
In de Canon van Moderne Kunst geeft Vensters een overzicht van de 50 moderne kunstwerken die iedereen zou moeten kennen. 50 schilderijen, beelden, foto’s, objecten van 50 verschillende artiesten die je nooit meer mag vergeten. Vandaag venster 41: L’Homme qui marche van Alberto Giacometti.

De lange dunne werken van Alberto Giacometti behoren tot de meest beroemde en meest kostbare beeldhouwwerken van de moderne kunst. L’Homme qui marche bracht in 2010 bij een veiling ruim 100 miljoen dollar op.
Giacometti maakte l’Homme qui marche I in een oplage van 10 in 1961 voor de biennale van Venetië. Het werk was oorspronkelijk ontworpen voor bij de Chase Manhattan wolkenkrabber in New York, maar Giacometti was niet tevreden met de opdracht en gaf hem terug. Voor dezelfde opdracht maakt hij een beeld dat hij l’Homme qui march II noemde en verschilde van de eerste serie doordat de benen verder uit elkaar staan en de voeten groter zijn.
Alberto Giacometti maakte de beelden op het eind van zijn carrière als kunstenaar, na tientallen jaren van perfectioneren van zijn eigen stijl. Na de gruwelen van de tweede wereldoorlog was Giacometti zijn beelden steeds simpeler, langer en dunner gaan maken. L’Homme qui marche is levensgroot (ongeveer 1,80) en toont de mens in al zijn kwetsbaarheid en eenzaamheid. Ondanks dat je het beeld zo groot is dat je het in de ogen kan kijken, blijft de blik altijd gericht in de verte.

Biografie
Alberto Giacometti werd op 10 Oktober 1901 geboren in Borgonovo, vlakbij de Italiaanse grens in Zwitserland als zoon van Portugese vluchtelingen. Alberto komt uit een kunstzinnige familie, want zijn broers werden ook kunstenaars. Na een tijdje aan de school voor kunst in Genève, ging hij in 1922 in opleiding bij Antoine Bourdelle in Parijs. In zijn atelier experimenteerde hij met surrealisme en kubisme, de leidende stromingen van die tijd. In Parijs ontmoette hij onder meer Pablo Picasso en Salvador Dali. Ook exposeerde hij samen met Joan Miro en Jean Arp. Eind jaren 30 ontwikkelde hij zijn eigen stijl, toen hij studies ging maken van het menselijk hoofd.
Tijdens de tweede wereldoorlog vluchtte Giacometti naar het neutral Zwitserland, maar in 1945 keert hij weer terug naar Parijs. In 1946-1947 begon hij te experimenteren met uitgerekte dunne beelden, waarbij hij zijn zusje als model gebruikte. Hij maakte haar ledematen langer en de beelden werden steeds dunner. Het betekende zijn claim to fame en resulteerde in een reeks solo exposities in New York en Parijs. Al in 1947 maakte hij zijn eerste ‘homme qui marche’. Hij vertegenwoordigde Frankrijk op de biennale van Venetie in 1956. Naar het eind van zijn leven maakt hij zijn beroemdste beelden waaronder de serie L’Homme qui marche I en II (1960) en Grand Femme (1960). Giacometti overleed op 11 januari 1966 in Zwitserland.
Het werk van Alberto Giacometti is in Nederland te zien in het Stedelijk Museum, Amsterdam en het Kröller Müller Museum in Otterloo. Internationaal is zijn werk onder meer vertegenwoordigd in de collecties van het Centre Pompidou (Parijs) en het Museum of Modern Art (New York).
3 comments
Ls, waar is zelfportret zoals dat hierboven getoond wordt te zien?
Groet
Willem van Ravenhorst
Heeft hij dat zelfportret zelf gemaakt? Ik moet het weten voor een werkstuk voor volgende week dus please reageer ASAP als je tijd heb dan 😂
zou je weten welke stijl dit is (l’homme qui marche)