Museum des Vaderlands

Het zou een bedevaartsoord moeten zijn voor iedere Nederlander. Een bedevaart die niet gaat om religieuze genezingen, maar om geschiedkundige bewustwording. De dramatische geschiedenis van de Nederlandse opstand tegen de Spanjaarden komt nergens zo dichtbij als in het Prinsenshof in Delft. Hier werd op 10 juli 1584 Willem van Oranje vermoord.
“Mijn God, Mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk”, zo klonken de laatste woorden van de Vader des Vaderlands. Als we de overlevering moeten geloven tenminste, want volgens recent onderzoek heeft Willem van Oranje de woorden niet meer kunnen uitbrengen. Van Oranje kwam net uit het gastenverblijf na een lunch met burgemeester van Leeuwarden, toen hij werd opgewacht door Balthazar Gerards. Gerards loste drie kogels waarvan er een het hart van de Prins van Oranje doorboorde. De kogelgaten in de muur van Het Prinsenhof herinneren nog altijd aan deze gebeurtenis.
Museum Het Prinsenhof in Delft probeert de Gouden Eeuw te doen herleven aan de hand van een collectie bestaande uit met name schilderijen uit 16e en 17e eeuw. Op de begane grond wordt het verhaal van Willem van Oranje verteld en op eerste verdieping geeft het museum een overzicht van de Gouden Eeuw in Delft en de schilders die er actief waren.
Vaderlandse Geschiedenis
Voor de gemiddelde Nederlander is dit geen slechte opzet. Wie waren nu ook weer de watergeuzen? Was de beeldenstorm het begin van de Nederlandse opstand? En wat gebeurde er nou precies tijdens het Leidens ontzet? Nederlanders zijn slecht op de hoogte van hun eigen geschiedenis en in het Prinsenhof wordt geprobeerd alles kort uit te leggen.
Kort lijkt hierbij inderdaad het toverwoord geweest te zijn. Want de beeldenstorm en vervolgens de hele Nederlandse opstand worden ieder in slechts 1 zaal behandeld. Voor de ongeschoolde Nederlander gaat dit dan ook allemaal een beetje snel en het belang van de individuele gebeurtenissen in de opstand komt nauwelijks uit de verf. Toch bieden de prenten en schilderijen een indruk van de belangrijkste gebeurtenissen van de 80 jarige oorlog.
Vervolgens komen we op de beroemde plek waar Willem van Oranje is vermoord. De kogelgaten naast de trap leveren het tastbare bewijs van de aanslag. De zaal van de aanslag vormt het middelpunt het museum en is de belangrijkste publiekstrekker. Het pistool waarmee het gebeurd zou kunnen zijn, een schilderij van de aanslag en in de verte klinkt het Wilhelmus. Hier leeft de geschiedenis. Voor de wetenschappelijke analyse van de aanslag moeten we echter een paar zalen verderop zijn waar een klein theatertje is ingericht met een video van het onderzoek.
Delft – Stad van Portretschilders
Het museum heeft duidelijk moeite om de inhoud van de collectie te combineren met de opzet van de tentoonstelling. De makers hebben geprobeerd een overzicht te geven van de vaderlandse geschiedenis ten tijde van de Nederlandse opstand, maar missen hiervoor voldoende materiaal. Het Prinsenhof bezit een voortreffelijke collectie Nederlandse portretkunst en er worden dan ook veel portretten getoond. Maar portretten zijn slechte verhalenvertellers omdat ze niet de gebeurtenissen tonen die voor de geschiedenis zo belangrijk zijn. Ze tonen alleen de hoofdrolspelers.
Toch is het goed te verklaren dat het Prinsenhof zoveel goede portretten bezit. Delft heeft namelijk een geweldige geschiedenis van portretkunstenaars, met name dankzij Michiel van Mierevelt. Van Mierevelt had ten tijde van de Nederlandse opstand een enorm atelier in Delft waar hij samen met veel assistenten en leerlingen wel duizenden portretten heeft geproduceerd. In het Prinsenhof zijn hiervan enkele fantastische voorbeelden te zien, waaronder portretten van Willem van Oranje en van Prins Maurits.
Ook bezit het museum enkele voortreffelijke schilderijen van onder meer Maarten van Heemskerck, David Teniers en het atelier van Peter Paul Rubens. Ondanks dat de werken tot de topstukken van het museum behoren, tonen ze geen geschiedkundige taferelen. Ze passen dan ook niet erg goed binnen de rest van de collectie van het museum, temeer omdat deze drie schilders niet in Delft hebben gewerkt. Het museum worstelt dan ook een beetje om ze in te passen in de tentoonstelling en daardoor vallen ze een beetje weg in het geheel. Het is kenmerkend voor het geheel. Ondanks dat er wel geprobeerd is om voor een overkoepelende geheel te kiezen, heeft de huidige collectie teveel hiaten om tot een sterke presentatie te komen.
In Den Haag is de afgelopen 10 jaar veel gediscussieerd over de opzet van een nationaal historisch museum. Vanwege de bezuinigingen op de kunstsector is dit museum er nooit gekomen en eigenlijk is dit helemaal niet erg. Het Prinsenhof in Delft zou de ideale plek zijn om de nationale geschiedenis te presenteren. Met de juiste uitbreiding van de bestaande collectie met stukken die in de rijkscollecties aanwezig zijn, heeft het Prinsenhof de potentie om Nederlands nationale geschiedenis museum te worden. Nu is het nog zoeken naar de juiste verhalenverteller en een bescheiden budget voor de nodige aanpassingen.
Tot die tijd moet de bezoeker het doen met een museum dat veel bijzondere individuele stukken heeft, maar net te weinig vlees om echt het verhaal van de Nederlandse geschiedenis te kunnen overbrengen. Maar de beroemde trap waar Willem van Oranje werd vermoord, maakt veel goed. Het is een plek die iedere Nederlander ooit bezocht zou moeten hebben.
Museum Prinsenhof, Delft
Sint Agathaplein 1
Dinsdag t/m zondag van 11.00 – 17.00 uur
![]() |
![]() |
Niet mijn geschiedenis, die ligt hier in het zuiden:-)