Canon van de Moderne Kunst: Mondriaan

Piet Mondriaan - Victory Boogie Woogie

Canon van de Moderne Kunst – Venster 26
In de Canon van Moderne Kunst geeft Vensters een overzicht van de 50 moderne kunstwerken die iedereen zou moeten kennen. 50 schilderijen, beelden, foto’s, objecten van 50 verschillende artiesten die je nooit meer mag vergeten. Vandaag venster 26: Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan.

Piet Mondriaan – Victory Boogie Woogie

In het 26e venster van de Canon van de Moderne Kunst is tijd voor een kunstwerk van ons allemaal. Voor 80 miljoen gulden kocht de Nederlandse bank dit werk van Mondriaan. Het laatste werk van Nederlands meest belangrijke modernist, de Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan.

Bovenstaand schilderij maakte Mondriaan in 1944. Het was het laatste werk van zijn hand, maar het is bijna net zo revolutionair als zijn eerste werken volgens ‘de Stijl’ ideeën. Mondriaan was in 1940 naar New York gevlucht om weg te zijn van de oorlog die in Europa woedde. In Amerika raakte Mondriaan gefascineerd door de strakke lijnen van het stratenpatroon en van de wolkenkrabbers. New York sloot precies aan bij de wijze waarop Mondriaan de wereld zag. Hij probeerde de wereld om zich heen te reduceren tot rechte lijnen en basale kleuren. In New York kwam Mondriaan in aanraking met de Boogie Woogie muziek. Het brengt hem tot een nieuwe manier van werken. Door de speelsheid van de muziek te combineren met de abstracte harde lijnen van zijn kunst, ontstaat een nieuwe kleurrijke Mondriaan. Hij werkt niet langer met zwarte lijnen en geel/rood/blauwe kleurvakken. Maar hij maakt nu rode, gele en blauwe kleurvakken en zet deze achter elkaar zodat ze zelf lijnen vormen. Het zorgt voor een ongekende dynamiek van dansende kleuren die juist zo goed het ritme van de boogie woogie toont.

De Victory Boogie Woogie was nog niet af op het moment dat Piet Mondriaan overleed. Daarom zijn er naast geschilderde kleurvlakken ook nog steeds gekleurde stukken plakband op het werk aanwezig. Dit gekleurde plakband gebruikte Mondriaan om de compositie te bepalen, maar zou uiteindelijk door verf vervangen moeten worden. Tijdens zijn leven completeerde Piet Mondriaan slechts een ander Boogie Woogie schilderij, namelijk de Broadway Boogie Woogiee uit 1943 (Museum of Modern Art, New York). Ook de Broadway Boogie Woogie bestaat uit lijnen van gekleurde blokjes, waarin vooral de gele kleur overheerst. Het werk is vierkant en iets minder radicaal dan de latere Victory Boogie Woogie. Maar evenals in de Victory Boogie Woogie zou je in de Broadway Boogie Woogie het stratenpatroon van New York kunnen ontdekken. Het lijkt immers net alsof de gekleurde lijnen op de schilderijen straten zijn op een plattegrond van de stad.

De Victory Boogie Woogie was lange tijd eigendom van een verzamelaar. Maar in 1998 kwam het werk in handen van de Nederlandse staat, als cadeau aan het Nederlandse volk bij de invoering van de euro. Het aankoopbedrag van 82 miljoen gulden werd betaald door de Nederlandse bank. Met name door het geheime karakter van de transactie kwam er nogal wat kritiek op deze aankoop. Maar het Gemeentemuseum in Den Haag was er erg blij mee, want sinds 1998 hangt het werk daar aan de muur.

Piet Mondriaan – Zelfportret

Piet Mondriaan werd in 1872 geboren in Amersfoort als zoon van de plaatselijke hoofdonderwijzer. Omdat zijn vader naast hoofdonderwijzer ook tekenleraar was, leerde Piet al vroeg tekenen. Hij kreeg hierbij hulp van zijn oom Frits, doe amateurschilder was. Ondanks dat Mondriaan werd opgeleid om evenals zijn vader leraar te worden, blijf hij actief schilderen. Hij had zijn eerste tentoonstelling in 1890 in Den Haag en ontving in 1892 een studiebeurs van koningin Emma. Hij schreef daarom in aan de academie voor beeldende kunst in Amsterdam. In de jaren die hierop volgden had hij vele bijbaantjes om zijn kunstenaarsleven te kunnen bekostigen. Het zou enkele jaren duren voordat hij met landschap schilderijen genoeg geld zou verdienen. Om te kunnen exposeren werd hij lid van kunstenaarsgenootschap Arti et Amicitiae. In deze periode had hij onder meer contact met Simon Maris. Pas toen hij in 1907 Leo Gestel en Jan Sluijters ontmoette liet hij zijn klassieke naturalistische stijl los en ging hij verder in een luministische stijl. Hij tastte alle avant-garde stijlen uit deze tijd af, pointillisme, expressionisme en impressionisme. Mondriaan was een zoekend kunstenaar. Pas toen hij in 1911 in Parijs kennismaakte met kubisme begon hij langzaam een eigen stijl te ontwikkelen. Tussen 1911 en 1915 ontwikkelde hij zich van een puur kubistische stijl naar meer abstracte werken.

In 1915 werd hij onderdeel van de Larense kunstenaarskolonie waar ook Bart van der Leck, Vilmos Huszar en Theo van Doesburg toe behoorden. Mede door hen werd hij geinspireerd om met primaire kleuren (rood, geel, blauw) en zwart en wit te gaan werken. Mondriaan zou niet langer figuratief werken, maar zetten zijn figuren om in kleurvakken. Toch bleven zijn kleurvakken in Mondriaans werk altijd het symbool voor iets uit de werkelijkheid. In 1916 richtte Mondriaan samen met Van der Leck, Huszar en Van Doesburg het kunstenaarscollectief ‘de bewust abstracten’ op. Later zouden zij het tijdschrift ‘de Stijl’ gaan uitbrengen dat zou leiden tot een manifest ‘de Stijl’ in 1918. In 1919 verhuisde Mondriaan weer terug naar Parijs waar hij zijn werk kon laten zien aan kubisten, futuristen, dadaisten en expressionisten van die tijd. Mondriaans doeken zouden steeds minder kleurrijk worden en steeds meer zwart/wit bevatten. In Parijs liet Mondriaan een atelier volgens ‘de Stijl’ principes maken met grote kleurvlakken van primaire kleuren. Hij leefde puur volgens ‘de Stijl’ principes en verwijderde zich steeds verder van Theo van Doesburg. Gedurende de jaren 30 zou Mondriaan zijn eigen stijl steeds verder perfectioneren en ging hij experimenteren met dubbele lijnen. De laatste grote verandering in zijn eigen stijl zou hij ontwikkelen na zijn verhuizing naar New York in 1940. De stad inspireerde hem tot nieuwe kleurrijke en speelse werken waarin het zwart bijna afwezig was. Mondriaan zat midden in deze ontwikkeling toen hij overleed in 1944.

In Nederland zijn werken van Mondriaan onder meer te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag, het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Kroller Moller Museum in Otterloo. In het buitenland zijn de grootste collecties van Mondriaan te zien in Parijs (Centre Pompidou) en in New York (Museum of Modern Art). 

Canon van de Moderne Kunst Kunstgeschiedenis Menu Zwartwit.028

Jeroen de Baaij

Jeroen de Baaij (1987) is kunstliefhebber, recensent en hoofdredacteur van KunstVensters online kunstmagazine (www.kunstvensters.com).

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: