Een uitgebreide kunstgeschiedenis: Het Realisme

Jean Francois Millet – Angelus

In een tijd dat burgers revoluties ontketenden en de adel aan de kant zetten, ontstond er een nieuwe kunststroming waarin de werkelijkheid zo goed mogelijk werd afgebeeld. Een stroming die aandacht had voor de gewone burger en tradities achter zich liet.  In deze eerste aflevering van een nieuwe serie over kunstgeschiedenis, aandacht voor het 19e eeuwse Realisme dat opkwam in Frankrijk en wereldwijd navolging zou krijgen.

Aan het begin van de 19e eeuw was het kunstlandschap verdeeld in twee kampen. Ten eerste de neo-classicistische stroming zoals deze onderwezen werd op de academiën. Ten tweede, waren er de kunstenaars uit de Romantiek die de persoonlijke emotie als uitgangspunt namen. Beide kunststromingen gebruikten dezelfde thema’s uit bijbelse verhalen en Griekse mythologie, maar de wijze waarop ze deze verhalen uitbeelden was verschillend. Waar de neoclassicisten een ideaalbeeld proberen uit te beelden en veel sterke lijnen en sobere kleuren kiezen, gebruiken de romantici veel kleur- en licht/donker verschillen om zo goed mogelijk een persoonlijke emotie over te brengen.

In de loop van de 19e eeuw onderstond als reactie op deze twee stromingen een derde stroming, het realisme. De realisten verwierpen het ideaalbeeld van de neoclassicisten en de grootse gevoelens van de romantici die ze overdreven vonden. De realisten probeerden de wereld uit te beelden zoals hij was en niets mooier te maken dan de werkelijkheid. Dit zag je terug in kleurgebruik, dat veel somberder was, maar ook in bijvoorbeeld onderwerp keuze. De realisten kozen veelal gewone burgers als onderwerp van hun schilderijen en beelden deze zo echt mogelijk af. Geen gespierde lichamen dus zoals bij de neoclassicisten, maar gedetailleerde gezichten met rimpels en wratten.

Gustave Courbet – Un enterrement à Ornans

Gustave Courbet
In de zomer van 1849 maakte de jonge schilder Gustave Courbet een reis naar Nederland. Hij raakte geinspireerd door Nederlandse meesters als Johannes Vermeer, Frans Hals  en Jan Steen die ruim een eeuw eerder ook het dagelijks leven hadden geschilderd. Bij terugkomst in Frankrijk zweerde Courbet de romantische schilderkunst dan ook af. Hij geloofde dat hij de wereld moest afbeelden zoals hij was, niet mooier, beter of overdrevener. Dit is goed te zien op het doek ‘Un enterrement a Ornans’ uit 1850. Courbet kiest ervoor om een begrafenis op het platteland af te beelden, iets wat tot dan toe nooit gedaan was. Ook de stijl van het werk, sober en ingetogen, toont de nieuwe weg die Courbet is ingeslagen. Courbet schilderde zijn eerste ‘realistische’ schilderijen in 1849 en 1850 en raakte daarmee meteen beroemd in Frankrijk. Zijn eerste werken wonnen meteen al prijzen op de vermaarde Salon van Parijs, maar naarmate hij zijn stijl verder doorvoerde werden zijn werken door de Salon geweigerd. Hij voelde zich daarom in 1855 genoodzaakt een eigen tentoonstelling te geven die hij ‘Het Realisme’ noemde en waar de stroming nu zijn naam aan dankt.

Jean Francois Millet – Gleaners

De School van Barbizon
Vrijwel tegelijk met Gustave Courbet waren er andere schilders die realistisch gingen werken. Ook deze kunstenaars besloten het dagelijks leven van de gewone man als onderwerp te nemen. Vooral rond het Franse plaatsje Barbizon ontstond een nieuwe groep kunstenaars die het platteland introkken om volgens de nieuwe sobere stijl te schilderen. Deze zogenaamde ‘School van Barbizon’ maakte vooral veel landschappen en boerentaferelen. De groep werd opgericht door Camille Corot, Theodore Rousseau, Jean-Francois Millet en Charles-Francois Daubigny, maar zou in zijn 40 jarig bestaan tientallen leden kennen. De groep werd geinspireerd door landschapschilders als John Constable en Jacob van Ruisdael.

Wat opvalt bij het zien van werken van Gustave Courbet en de Barbizon-schilders is de stijl die vaak heel los is en zonder veel detail. Het is een mythe dat realistische schilderijen ook heel gedetailleerde werken zijn. Het gaat er in het realisme om dat de wereld wordt afgebeeld zoals hij is en daarbij is de wijze waarop dit gebeurt van ondergeschikt belang.

Werken uit het Realisme in Nederland
In verschillende Nederlandse musea zijn werken van de Franse realisten te zien. Vooral Gustave Courbet is goed vertegenwoordigd met werken in het Boijmans, het Van Gogh Museum, het Rijksmuseum en het Centraal Museum. Maar ook Millet (Rijksmuseum, Van Gogh Museum), Corot (Rijksmuseum, Boijmans, Kroller-Moller) en Daubigny (Rijksmuseum, Boijmans, Centraal Museum) zijn in Nederlandse instellingen te zien. De belangrijkste Nederlandse kunstenaar die met het realisme wordt geassocieerd is Johan Jongkind. Jongkind trok in de jaren 60 van de 19e eeuw op met de Barbizon kunstenaars en exposeerde in de Salon van Parijs. Zijn werk wordt over het algemeen gezien als de overgang tussen realisme en impressionisme.

George Caleb Bingham – Fur Trading Descending the Missouri

De Navolgers
Je zou kunnen zeggen dat het realisme sinds Gustave Courbet nooit meer weg is geweest. De gehele 19e en 20e eeuw zijn er talloze schilders geweest die realistische kunstwerken en variaties hierop hebben geschilderd. Later deze week hoop ik hier meer aandacht aan te besteden in bijdrage over het realisme in de 20e eeuw. Maar er waren zelfs al tijdgenoten van Courbet over de hele wereld die realistisch gingen schilderen. Vooral in Amerika werd de stijl populair.  De neo-classicistische en romantische kunst was toch meer gebaseerd op de Europese tradities, terwijl de realistische kunst veel meer mogelijkheden gaf het nieuwe Amerika weer te geven zonder grenzen en zonder vooroordelen. Kunstenaars als George Caleb Bingham en Winslow Homer gebruikten de wijdse Amerikaanse landschappen om te hardwerkende Amerikaanse burger weer te geven. Zowel Bingham als Homer bezochten Parijs waar ze kennismaakten met het realisme en raakten hierdoor geïnspireerd. De stijl zou in Amerika de hele 19e eeuw leidend blijven. Toen Europa in de ban raakte van het impressionisme, kwam in Amerika een hele nieuwe generatie realistische kunstenaars op met namen als Whistler en Eakins.

Gloucester Harbor – Winslow Homer

In Europa ontstond ook een nieuwe generatie kunstschilders. Kunstenaars als Edouard Manet en Edgar Degas schilderden in het begin van hun carrière nog volgens de realistische school. Maar in de loop der tijd zou het licht een steeds grotere rol gaan spelen in hun werk en werd de penseelstreek steeds losser. Het betekende het begin van het impressionisme, dat veel ideeën van het realisme over zou nemen maar vooral in stijl erg verschilt. De impressionisten bleven wel beïnvloed door het realisme. Vincent van Gogh en Claude Monet laten veel verwijzingen zien naar Millet in hun werk en vooral Edouard Manet heeft veel dezelfde thema’s als Courbet. In Europa maakte het realisme zo rond 1870 plaats voor het impressionisme, maar de VS bleef de stroming tot op de dag van vandaag populair. Maar daarover later deze week meer.

Kunstgeschiedenis Kunstgeschiedenis Realisme

Gerelateerde artikelen:

7 comments

fred van der wal says:

Goed verhaal
Winslow Homer is al lang een van mijn favorieten

Marius van Artaaa says:

burgerjournalisme in de kunst,
zou je het kunnen noemen, jeroen…/-;{]

door het willen weergeven van de eigen waarneming
van de tijd waarin de makerleeft, is het realisme
zelf al een museum en een kunsthistoric…

@Jeroen, goed initiatief, ik smul van dit blog. Zet me tegelijk aan tot nadenken:
‘de wereld uitbeelden zoals hij is, niets mooier maken dan de werkelijkheid’,
een subjectieve zienswijze. Resultaat : fantastisch mooie kunstwerken maar mijn gedachten dwalen ook af naar de ‘werkelijkheid’ achter de geportretteerde, hardwerkende mensen.

Met heel veel plezier gelezen. Goed geschreven. Ik kom zeker terug voor het vervolg.

Duidelijk verhaal. Ook voor mensen voor wie het geen alledaagse kennis is. Blijf je volgen.

Goede informatie en een duidelijke, nette schrijfstijl! Wat Johan boven mij zegt, inderdaad ook toegankelijk, wat het een meerwaarde geeft.

Geef een reactie