Een Museum op Stand (les Musées)

Voordat ik thuis weg ga, kijk ik nog een keer in de spiegel. Zit mijn stropdas wel netjes? Voor de gelegenheid heb ik me in een driedelig pak gehesen en mijn mooiste overhemd aangedaan. Ik ben op weg naar het museum Jacquemart André, waar de oude privé collectie van deze familie tentoongesteld wordt. Een bezoek aan dit chique museum is een delicate zaak.

Het begint al bij de ingang. Een rode loper door een prachtige overdekte galerij leidt je naar de kassa. Bij een keurig geklede dame koop je een kaartje en dan ben je klaar om ontvangen te worden. Via de oprijlaan in de binnentuin loop je naar het daadwerkelijke museum.

Eenmaal binnen is het alsof je twee eeuwen terug in de tijd stapt en in een van de vermaarde Parijse salons binnenstapt. Weelderig ingerichte zalen tonen de grandeur van de familie Jacquemart André. Het hele huis van de bankiersfamilie bezit een ongekende schoonheid. De prachtige vloeren, het vele marmer en de rijk gedecoreerde plafonds zijn een lust voor het oog.

Je kunt in zo’n huis ook niet lopen, maar slechts voortschrijden alsof er constant op je gelet wordt. Het huis werd ontworpen door architect Henri Parent en is geïnspireerd op het Trianon paleis in Versailles. Het hoogtepunt van het huis is misschien wel de sierlijke trap die grenst aan de muziekzaal en de wintertuin. Het trapgat is bovendien prachtig gedecoreerd met een fresco van Tiepolo.

Door het overweldigende gebouw en de rijkdom van de zalen, zou je bijna vergeten dat er ook nog kunst aan de muren hangt. Eduard André was namelijk een kunstverzamelaar en hij heeft gedurende zijn leven een prachtige collectie nagelaten. De collectie is niet zozeer groot van omvang, maar vooral kwalitatief erg goed. Anders gezegd, er hangen alleen maar meesterwerken.

Zo tref je op de benedenverdieping werken van onder meer Jacques-Louis David, Jean Honoré Fragonard, Jacob van Ruysdael, Anthony van Dyck en Canaletto. Bovendien zijn er twee doeken te vinden van Rembrandt van Rijn. Het lijkt alsof de schilderijen niet meer zijn aangeraakt sinds Eduard André is overleden, zo mooi is de eenheid tussen schilderijen en kamers.

Op de eerste verdieping is de collectie te zien die verzameld werd door de vrouw van Eduard André, madame Nélie Jacquemart. Ze had een voorkeur voor Italiaanse kunst. Niet alleen hangen er schilderijen van Mantegna, Boticelli en Uccello, maar er zijn ook talloze reliëfbeeldhouwwerken te zien. Een prachtige plaquette van Donatello bijvoorbeeld en de geglazuurde reliëfs van Pierro de la Franscesca.

Als je daarna weer naar beneden loopt, blijkt dat je als museumbezoeker daadwerkelijk een bijzondere gast bent. De route neemt je namelijk mee naar plaatsen waar ‘gewone’ gasten niet kwamen, de privé vertrekken van de familie. Drie kamers die zo zijn ingericht dat ieder detail klopt. Houten vloeren met dure vloerkleden en eeuwenoude stoffen meubels, je zou er zo in willen trekken.

Het is dan ook moeilijk om afscheid te nemen van dit bijzondere museum in het midden van Parijs. Eenmaal thuis gaat de stropdas weer af en het overhemd weer in de kledingkast. En om eerlijk te zijn, dan is het in mijn spijkerbroek met een colatje op de bank ook wel weer erg lekker!

Musée Jacquemart André
158 Boulevard Haussman – Metro Miromesnil
Dagelijks geopend 10.00-18.00
Entreekosten 10 euro per persoon, 7.50 gereduceerd, onder de 7 jaar gratis (inclusief audioguide en toegang tot de tijdelijke exposities)
Op dit moment is er in het museum een expositie met vroege Vlaamse meesters zoals Van Eyck, Bruegel en Memling (t/m 10 januari 2010)

Meer lezen.015 Kunstgeschiedenis - Neoclassicisme

Geef een reactie

Ontdek meer van KunstVensters

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder

Scroll naar boven